Lichtbeelden
De meneer uit Edam had een reis naar Australië gemaakt en aangezien hij daar
moeilijk over zwijgen kon, hield hij in één van die kleine, onuitsprekelijk
vervelende zaaltjes, die iedere stad bezit, de onvermijdelijke causerie met de
niet te voorkomen lichtbeelden. Behalve vier bestuursleden der organiserende
vereniging, waren enige bejaarde meisjes aanwezig, mitsgaders twee zorgvuldig
geklede kantoorbedienden en een grijsaard, die waarschijnlijk een neef in Sidney
had wonen. Van de drie verslaggevers, die zich de tijd kortten met het
vervloeken van de spreker, wil ik zwijgen. Wél dient echter uw aandacht
gevestigd op de ouderwetse, voor de projectie der lichtbeelden bestemde
toverlantaarn, die achter in de zaal stond, geflankeerd door een kistje met
glazen plaatjes en een jongeman, die een bril droeg en de indruk vestigde, of
hij ieder ogenblik in snikken zou kunnen uitbarsten.
De voorzitter zei in zijn openingswoord, dat de ontstentenis der leden hem
teleurstelde en bedroefde, aangezien hij in hun reserve jegens de causeur en
zijn werelddeel ‘een bedenkelijk verschijnsel’ meende te onderkennen. De
reiziger zelve, die klein was en kaalhoofdig, behoorde tot de onuitroeibare stam
van sprekers, die spreken zonder dat ze spreken kunnen. Hij las, met de dictie
van een apotheker, voor uit een onrustbarende stapel dichtbeschreven vellen. Dit
systeem heeft het nadeel, dat het vervelend is, maar de lichtzijde, dat men, aan
de dikte van de stapel, zien kan, hoe lang het nog duren zal.
Deze keer duurde het zeer lang, want voordat het eigenlijke onderwerp aangesneden
werd, verloor de redenaar zich in de uitvoerigste bespiegelingen omtrent het
reizen in