Verzamelde gedichten (1922-1943)(1947)–Jan Campert– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 337] [p. 337] Thuiskomst Soms denk ik: deze dagen, àl deze troostelooze uren in een land grijs van droefgeestigen regen wegen te zwaar; en heimwee gaat in mij bewegen naar een streek èrgens warm van zon, geurend van rozen. Er is natuurlijk het werk dat ik mij heb gekozen: ik schrijf, soms weet ik niet eens wàt ik heb geschreven. Van de droomen van weleer is niet veel gebleven; een enkele maal talmt er een 'n korte pooze. Ik ga naar huis door de avond-verlichte straat - leven kan diep deren en wonderlijk genezen - in een veilge kamer zit er een vrouw te lezen, het zachte lamplicht valt over haar lief gelaat, een kind komt in zijn bedje overeind gerezen en lacht de stilte stuk, die in de kamer staat. (H. 1931) Vorige Volgende