Verzamelde gedichten (1922-1943)(1947)–Jan Campert– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 326] [p. 326] I Een eenzaam man buigt dieper over boeken, een bitt're les heeft eens dit leven hem geleerd. Een zwijgend vreemdling, van de wereld afgekeerd, moet hij sindsdien zijn vrede elders zoeken. Hij denkt: dit is geluk, alleèn te weten hoe, lòs van alles wat hem eenmaal heeft geraakt, - vrienden en vrouwen - een andere droom ontwaakt, die 't oud verlies volkomen doet vergeten. - Onder zijn venster schuifelen de drommen, vernederden en trotschen, blinden, stommen, jongen en ouden, elk in zijn eigen waan. Wie heeft zijn strakke aandacht onderbroken en welke sterke stem heeft toen gesproken: Zeg mij, wat hebt gij met uw hart gedaan? 25 Juli '30 (Ms. C.) Vorige Volgende