Verzamelde gedichten (1922-1943)(1947)–Jan Campert– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 310] [p. 310] Goeie reis! Vanmorgen liggend in mijn kuische bed - ik rechte me juist ‘zooals een dièr dat doet’ - werd daar mijn kamer vol lawaai gezet door een Viking met een Stetson of and're hoed. 't Voorbije feest had me wat soezerig gemaakt, ik droomde nog van Pola's blos en kin en hoe een mensch, die 'm lichtlijk heeft geràakt eerst van het leven vindt de èenig-ware zin. Dit alles is maar nonsens; wat ik zeggen wou in de terzinen van dit sof-sonnet heb ik het goed-bedoeld uiteen-gezet: voortreffelijk was weerom de hane-staart; ik wensch Jan Franken en zijn lieve vrouw ‘Meeresstille und glückliche Fahrt!’ Zondag 12-6-'27 Ms. F. Vorige Volgende