Verzamelde gedichten (1922-1943)(1947)–Jan Campert– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 305] [p. 305] Een eenzaam lied Het is al lang geleden en het lijkt een oud verhaal maar ied'ren avond spreekt het weer zijn eigen taal, en ied'ren avond zegt het zich in and're woorden uit, en daar is niets dat schooner zich als dit eenzaam lied verluidt. Dit eenzaam lied, dat niets meer weet als dit: uw losse haar, uw oogen - o eertijds schoonst bezit - en boven alle tijd en waan het vreemd geluk beleeft, dat gij aan het aandachtig hart met elken schemer geeft. O, wie zal zeggen waar vandaan uw schreden komen?... Waar zij gaan?... Ik ken den weg niet, dien ge treedt, maar nimmer ik uw komst vergeet - de wind, die zwerft door 't open raam voor-zegt nog fluisterend uw naam, en even schuchter zingt 't geheim van u en mij in rijm na rijm: een eenzaam lied, dat niets meer weet als dit: uw losse haar, uw oogen - o eertijds schoonst bezit - en boven alle tijd en waan het vreemd geluk beleeft, dat gij aan het aandachtig hart met elken schemer geeft. (G.N. 1927; O.E.T. 1929) Vorige Volgende