Verzamelde gedichten (1922-1943)(1947)–Jan Campert– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 300] [p. 300] De late winst Sterven achter den rand van dit verjaarde loon,... want, o, wie meet de vreezen van dit duren en wie verzacht de deerlijkheid der uren en de vergeefsche hunker naar wat eèns werd geboôn? en dàn... moet ik, als aller zwervers zoon, mijn hart, uw koninklijke boot gaan sturen ter goede reê en haar zoo stadig-veil'ge vuren tot al de late rust van een verlaten woon? Moog ik dan eèn gunst van uw mateloosheid winnen, eèn schamele gave, die uw oogs blik biedt, na den verstorven wind van onvermoed beminnen, gij nièt meer wendt en achter u niet ziet, maar enkel aan mij laat haar schuchter-schoone lied. (N. 1927) Vorige Volgende