Verzamelde gedichten (1922-1943)
(1947)–Jan Campert– Auteursrecht onbekendIIIAvond huifde rond dag's voltrokken ijver,
een loomheid heeft haar donker oog befloersd, -
de maan die langs de sterre-zeeën koerst
stilde ziel's spiegel tot een rilde vijver.
| |
IVTen dag ontsluimerd in deze nauwe vreeze,
dat mijn begeeren naàst Uw liefde werd gezet,
Verhoor, o God, dit wankelend gebed:
dat er geen dag meer naakt nà dezen.
(N. 1927) |
|