Verzamelde gedichten (1922-1943)
(1947)–Jan Campert– Auteursrecht onbekend
[pagina 288]
| |
IIO hart, dat doolt en dolen mòet wellicht,
totdat Uw aardsche plicht zal zijn verricht,
dat ge niet oordeelt over heel dit leven -
straks staat gij-zelve voor 't Gericht!
| |
IIIDit is het wreed besluit, dat ik aan ons onteigen:
in dezen kamp zal géen de overwinning krijgen,
ik ben een eeuwig vuur en gij het wellend water -
wat gij aan mij vernielt, vernielt gij aan Uw eigen.
(Erts, 1926) |
|