Verzamelde gedichten (1922-1943)(1947)–Jan Campert– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 150] [p. 150] Het huis en de wind Het huis, dat op den hoogen duinrand staat, heeft een ruim zicht naar alle kanten open. De stormen trachten het vergeefs te sloopen met norsch geweld en soms na sluw beraad. Zij plegen menigmaal een laf verraad, wanneer zij hun gezel, de wind, gaan nopen langs strand of vroon te komen aangeslopen, voordat hij tot den aanval overgaat. Om onverhoeds gansch zijne kracht te vieren op dak en bint, op steen en vensterglas, totdat hij aflaat van het brallend gieren, zich wrokkend op zijn nederlaag bezint, - achter de branding, tusschen het helmgras - gevlucht voor steen en glas en dak en bint. Vorige Volgende