Verzamelde gedichten (1922-1943)(1947)–Jan Campert– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 142] [p. 142] Schiermonnikoog Streelen van handen, zachte, warme monden en slapen in den roes van hunne haren, vriendschap en oogenlust - al de gevaren aan omgang met de levenden verbonden; het zoete spel van naderen en vinden dergenen die elkaar waren genegen en wisten anders niet dan 't diep-verzwegen ruischen des bloeds der driftige beminden; en vrienden, hechtst bezit der jonge jaren, hun warm vertrouwen en hun felle woorden - dit alles wat zoo diep aan ons behoorde als aan een blinde der oogen doove staren... Moest ik tot de verlatenheid der streken van dit klein, somber eiland komen zwerven om èen wêerlichtend oogenblik het derven van deze goede gunsten af te smeeken? Ontkomen aan de nuttelooze nooden en onbereikbaar voor hun listen, lagen - alleen met een grauw water en het vlagen der stormen langs de kust - een welhaast doode... Vorige Volgende