Verzamelde gedichten (1922-1943)(1947)–Jan Campert– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 63] [p. 63] Ochtend Ontwaakt uit dit diepe rusten door de willekeur van uw hand, zie ik uw hoofd aan mijn schouder en uw lijf aan mijn lijf gestrand. Sinds gisteren zijn jaren vervlogen, wij waren vreemd aan elkaar, nu vindt het licht ons tesamen, ik sliep in den roes van uw haar. Maar, bij God, vanwaar dit vreezen, dat hard in mij staat gebrand, dat hemel en hel zijn verholen in de holte van ùw hand. Vorige Volgende