Mi boto doro/Droomboot havenloos
(1980)–Edgar Cairo– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 106]
| |
Lanti belang is droomnood ookAan de voet van de morgen zaten zij, handwerkmensen, werk te werken. Een wakker zijn, van dag en dauw. De vroege sferen, van op zijn en leefbeweging, tocht door de naduisternissen! ‘Morgoe baja! Morgoe! Goeie morgen!’ Dekkleden open, met ook kasten, waaruit - je weet! - groeten en vruchten, andere verkoopdinges! O...! Dan bij de markt waren we no? Zo oplevend voordat die zon zou komen! Een markt zo vroeg begonnen, dat... ‘Bhaiwa? Fa froekoe so?... Salaam!’ Het groeten voorts, over en weer! Aan de andere kanten van de stad, maakten de huizen open: deur en venster! Een hoofd kwam uitgestoken: goeie morgen! Dan basterde de zon, die lichtballon!, fijn open! Mamanten! Ochtend! ‘Dennis! Sta op dan, luie beest! En Johnnie ook, oen opo wiki!’ Koffie en theewater gezet fo ze, kleren aan lichaam gezet door ze! Dan schoen aan voet gedragen, van ze! Haren op hun hoofd gekamd bij ze! Dan gaan ze al, vroegvroeg, op soulbuslijn gaan rijen. Wakende honden daarzo getemd tot stilte, toen ze blaften, ochtendmanieren van die honden toch! Poort open gezet. Soulbus gaat rijen! Rijend gaat hij weg van daarzo, op wielen die 'em speed geven, weg, op de lijn, door gat en straat! Brrrrrrroennnnnn!!!! Vandaag de dag des dreigements! Want Lanti had gezegd: jullie? Jullie moeten vijf cent goedkoper rijen! Vanaf die en die datum! Anders krijg je boete! Of intrekking van vergunning zelfs, ten gunste van ‘bonafide rijders’. ‘Bonafide no? Bona die ik uit me bil poep zeker!’ dropte Masra Johnnie z'n taal. ‘What joe, brada?’ Brada sloeg dan op Dennis daar. ‘Wat mij betreft,’ zei Dennis antwoord brengend op de tong, ‘wat mij betreft: ik krijg geen ruzie met Lanti! Al | |
[pagina 107]
| |
weet ik, ik ga in salaris achteruit. Láát Lanti doen wat Lanti wil! Wanneer ik niemeer met me bus kan draaien, dus nie genoeg verdien, omdat me kosten zijn te hoog, dan stop ik! Of dan rij ik die bus gewoon in een goot, laat 't verzuipen daarzo! Zó denk ik!’ (Hij wraakte toch, op z'n stoel.) Hij was een hele tijd aan 't prakkezeren, die Dennis, man mede van bus die zij in hun bedrijf hadden, die twee broers, die 't reden, gans op lijn. Hij had zijn nuchterheid mee met 'em weer, een hoofd dat van binnen schoon was. Geen nevelige denkerij, zoals z'n broertje die maar raak z'n dinges dacht en deed, nog minder dan hij kon bedenken! Nono, hij was Denniman, die bus dreef. Laat die broer maar slagen fo z'n rijpapier! Dan zou een tweede bus gaan komen, al blokteGa naar voetnoot1 Lanti met z'n prijsbeheersing dat 't makkelijk zou gaan. (‘Lanti no? Regering no? Me mars! Z'hebben nooit één belang behoorlijk geregeld voor 't publiek! Ma' omdat verkiezing gaat komen...’) De grote mannen wilden niet, Sukta, Ba-Ku en die andere, Tarantula. Ze zouden niet hun prijs gaan laten zakken. Ze hadden al hun plannen klaar klaar, om Lanti met z'n besluit te boycotten! Zodra één bekeuring werd gegeven door één enkele agent, dan zou je zien! Lanti met z'n vrijpostigheid! Wilden wèl tevreden volk, dat goedkoop vervoer had! Ma' konden zelf 't volk nie vervoeren met openbare bus, vooral omdat iedereen die belangrijk was, een grote wagen reed. Dus! Dan op diegenen die hard hun bast ploeterden bij zwaar gezwoeg tijdens de rit, dan wilde Lanti zomaar wet zetten! Zonder één overleg of overweging: prijs moet omlaag gaan zakken, vijf cent ook! (‘Vijf cent no? Dus zeker vijfentwintig procent! Baja, Lanti heeft k'ka in z'n hoofd no? Wat mankeert deze regering? Haal een blik met bier fo me, la' me zuipen dat ik me tevreden voel! Want als ik aan die vervelende dinges denk van Lanti...’ Het antwoord daarop, steevast als een tomtom in een mataGa naar voetnoot2 waarin 't is gestampt: ‘No span! Jongoe, no span!... | |
[pagina 108]
| |
Maak jezelf nie druk over ze, hòr!’) Dan is bij die sjaffeurs bracht Lanti 't no?Ga naar voetnoot3 Bij die busbazen en hun losse werkers? En bij die kleine één of tweemans ondernemingen daarzo, rijdend op wielen ook, no? Lanti was gek! Laat Lanti 't proberen! Die geldvreters, ellendenaren! Die sakasaka's! Die m'mapima's! Wel, rijders zoals mannen van Ba-Ku, Jozef en Jakop, anderen van Tarantula, al die mannen mannen, ze gaven geen tori hoor! Ja, ze lieten nie spotten met ze! Ze hadden geen Moederbond als vakcentrale, of wat fo arbeidersbond dan ook. Ma' één ding hadden ze wel samen: een stuur! Met hun gaspedaal d'rbij, konden ze gaan en staan waar ze wouwden met die bus van ze, die rijdt op lijn! Precies! Dus als Lanti één k'ka maakte, als regering één grap uithaalde met ze maar...! Staking! Juist! Bussjaffeurs-staking! Gewoon die bussen laten stoppen op hun staanplaats, uren lang! Of tan? Wie? Zij daar in de felle zon gaan wachten no? Nee! Beter was: gewoon gaan protesteren zelfs, massaal, de voordeur van StatenGa naar voetnoot4 blokkeren fo Lanti! Zodat geen enkel parlement vergadering kon hebben zonder aandacht fo je! Oproer maken! Oppositie mèt je krijgen! Dan zou je zien! Gedachte was gezet, om thuis te blijven, gewoon demonstratief. Ma' Sukta met z'n buikdans, had direkt gevonden, dat zulke ‘gewoontes’ nie goed waren. Niet alleen dat stakende sjaffeurs luie sjaffeurs speelden! Ma' ook doordat je nie kon weten, of iemand anders tiekum ging rijen fo je! Je lijn overnemen zonder dat je had gedacht! Wat dat betreft, mi boi! Noch Sukta vertrouwde die anderen, noch welke van die anderen vertrouwde een der anderen ook, Ba-Ku en Tarantula! Ieder een man fo zich onder de mannen, je weet toch! Nu samenwerkend alledrie zij, om gezamelijke noden af te wenden. Ma' normaliter soms makaar doodmakend bijna, met hun konkurrensie! | |
[pagina 109]
| |
Dan hadden ze hun vijand ook, ieder van ze, mannen daar, met elk eigen soort op ze: busbazen hadden hun kollega-vijand! Busbazen hadden schuldeiser als vijand, die soms kwam beslag leggen op bussen, wanneer geen centen voor afbetaling van ze binnen waren! Busmannen hadden Lanti, kontrolerend, als hun ‘anti-man’, hun tegenstander, zelfs vijand nu! Dan Lanti weer, hebbend z'n polisie, die ze steeds bekeurde, en z'n rechercheurs! Vijanden van de busman waren ook die passasjiers, die mooi hun bus hadden gerejen en nie wilden geven, geld dat als betaling diende! Een hoop tekkelfiguren, om 't zo te zeggen op papier hierzo! Zware zwartrijders... Wawama stond die ochtend, fris van geest niemeer. Hoor 'em, terwijl die jongens gas wegaten met hun bus en uit de achtersteeg wegreden waar ze woonden: ‘Is Lanti! Bij Lanti heb ik gewerkt! Direkteur stuurt dezer dagen zijn beschikking...!’ Lanti no? Lanti had andere zorg dan een kinse ouwe bok als hij, staande aan poort, met flarden onderbroek en borstrok. Met welbehagen van de vroege ochtendtijd aan lichaam, die je koeling gaf. Wawama, ouwe man, doelloos en droomloos ook! Behalve dan z'n zinnetjes die hij herhalen kon fo je, al duizendmaal, wanneer hij heldere verstand kwijtraakte, eensklaps zo! Want praten van 'em, was ook droom! De direkteur zou wederkomen, iemand sturen op je desnoods: ‘Meneer, we zijn u, oudgepensionneerde, komen halen, om weer aan 't werk te gaan!’ Ke... wat een dooie droom no? Om je hoofd te vullen met zo'n lege-kalebasgedachte! Had hij geen binding dan, met alledaagse werking van de tijd? De hedendaagse datum leerde: jongeren? Geen werk en massaal ook, hangend in de stad, zakrollend, bedelend en stelend! Veel werkenden, netnet met hun gezicht boven water drijfzaam zijnd, net kunnen levend blijven van hun droog beroep! Pinarie overal en slechte tijd. Baja! Dan wie zou denken om zo'n ouwe man te nemen in z'n dienst? De oudste man, de dood misschien? Lach fo je! | |
[pagina 110]
| |
Oud worden was een droom, die vast liep op het einde van een mens z'n tijden. Oud worden was een haven, die je binnenliep en ankerde. Een haven? Meerplaats riepen mensen. Mi boto de na lanpe... Mijn boot aan de steiger gearriveerd... Maar wel, Wawama!, boot, mèt kapitein! Geen driftboot, los op golven, zonder stuurman! Is nie zo? Boot Havenloos no? Mensen zeiden: jajo-leven! Een soort van bandeloosheid had je dan! Als een zwervende bus, een losloop ziel, zonder met soul zijnde, die je bewust in leven hield! Je was een doelloos wezen dan, een prooi der werkelijkheden! San? Ija! Droomboot Havenloos baja! En goed ook! Ma' deze ochtend...! Johnnie! Hij dacht aan schoenen, nieuwe paar. Hij dacht aan pasgenaaide broek, fo over twee weken op krasse fuif! En hemd had hij al liggen, klaar klaar om te dragen. Ija! Op stap te gaan, dansdinges, lekker man! Een leventje te leiden, kras en goed! Powerfull & heavy soul! A tan so!Ga naar voetnoot5 En verder in verschiet, na horizon van overmorgen, volgend week... later, later... groot huis, met drie garage-auto's! Een airco-huis, met drie bediendes, al waren ze Guyanees, omdat de Surinaamse restproleten waren weggevlogen, om geen bediendes meer te zijn in eigen land fo landgenoten! Dan wat?! Tuin aan huis moest gaan onderhouden! Eten moest eten, elke dag, gaan koken! Lekker leventje moest leven, alles zo, in diep verschiet! Geweldige vooruitzichten! Dan als 't moest... gewoon na' Holland gaan, met geld op zak! Vette poen man!, a saka f'i span toch!: geld op zak! Yeah man! Een kras leventje in het vooruitzicht! Ach, laat Lanti met z'n wetten zetten, hoor! Als je vandaag deed wat ze vroegen, kon je morgen weer rustig je gang gaan, vond die Dennis met z'n hoofd die je zag! Z'n denkhoofd en z'n kijkogen die loerden over straat z'n rijwegen op dam!Ga naar voetnoot6 Baja, je moet nie moeilijken! Grote busbazen, met hun | |
[pagina 111]
| |
taaie oppositie! Dennis, hij wou nie meedoen aan blokkade, als 't zover kwam. Hij wou de dinges laten, hoe de dinges waren. Het nemen zoals 't op je kwam! Zodra je eerst je hoofd kon boven water houwen, kon je de rest aanzien. Is zo toch? Weldan! Eerst zorgen dat je busje draaide en ook draaien bleef, met Lanti z'n vergunning op je zak. Al hoefde je geen vetrollende duitjes te verdienen, moni! moni!, geld! Als je maar leefde... Dan later na alle oproerigheden... de weg zoekzaam zijnd naar sukses! Je eigen droom kweken, ma' dan niet zonder doeling! Ija! Een vent met droog verstand leek hij! FadeGa naar voetnoot7, nu ze, die Sukta, Tarantula en anderen, hun staking met blokkade hadden in hun hoofd! Dennis als eigen busbaas, wou nie meedoen als het zover kwam! Dat ze de wegen zouden blokken na' de Staten, en rijen tot fo de deur van 't parlement, de Staten, om daar te protesteren! Hij wilde niet, nie meedoen. Ma' hij wist: ik word getjekt! En als ik nie meedoe... die anderen gaan me dwarsen! Ze gaan zeggen: ‘Kijk, wij werken allen op deze buslijn! We hebben gemaakt dat die strontregeling is ingetrokken, geen vijf cent verlaging van die busprijs! WIJ hebben sukses gemaakt! Dus, nu jij ons nie hebt gedjoint... verdwijn!’ Hij had al vijanden genoeg, jaloerse kollega's, passasjiers waarmee iets was gebeurd ook, - denk aan die vent met die portemonnee die hij tot vlak fo polisie had gerejen. Ma' ook andere oppositionele zielen! Je brood verdienen in de bisnis was een werk van haaien-bekken-vreten-alles-wat-ze-vinden toch! Dus... je begríjpt toch, is niewaar dan? (‘Dit k'kawlo landGa naar voetnoot8! Ik láát 't! Ik ga weg, sito sito ook! Alles is hier één wanorde! Regering doet geen moer! De prijzen breken je nek, als boomstammen waarover je moet lopen te springen! Dan wèrkt Lantikantoor niet! Wanneer je een offisjeel papier moet halen: “Nee meneer, 't is niet in orde nog, komt u weer over drie of zes weken!” | |
[pagina 112]
| |
Een lawlawGa naar voetnoot9 rijbewijs! Fo zo'n klein land, nog geen half miljoen beestegeesten!, dan moet je zes maanden lang gaan staan wachten! Zes maanden, voor een rijbewijs! Paspoort ook geeft dito lange wachttijd, waar je 't moet halen, daar op Burgerlijke Stand! Alles van dit land gaat zo traag! Alles zo slecht ook, huizen, diensten, water die nie uit de kraan wil komen! Of die zelfs uit de kraan loost, met petroleum z'n smaak op je! Het is hier één ellende! Wanorde! Eén losse boel, zonder goed zout! Ik? Baja, ik blijf geen dag langer! Láát SLM me me ticket geven! Ik ga weg! Ik ga weg! Mi? M'e soet'saka! Ik ga na' Holland bij me mensen!’) Je kon gaan vechten fo je werk, je posisie! Je kon gaan dingen doen, om leven te verbeteren, al zou 't nie altijd zo, beginnen met te lukken. Ma' 't had z'n mooiheid: vechten fo de rechte gang van ziel! Dat léven met je goed liep...! (‘Idealen! Idealen! Hóór die m'moer! Hij speelt fo wind die oerwouden gaat temmen!’) Een land te blijven opbouwen, jezelf ook..., een goed ‘soulist!’ (‘Wie ik? J'hebt k'ka droomwater in je hoofd no? Je kinst als een ouwe man! Ma' ik kan je nie kwalijk nemen man: droom-domheid is des mensen aangeboren! ... Ga, jo idioot!’) En dan, uiteindelijk te landen waar je wil... (‘Stop!,jo ellendenaar jo!, tapoe!!: stop!!’) Boot zonder kapitein is havenloos! Boto n'ab' kapten... jajo! jajo!! |
|