Mi boto doro/Droomboot havenloos
(1980)–Edgar Cairo– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 76]
| |
Wegloopwielen, vier van ze!‘Wiki! Wiki! Johnnie, word wakker met die marsGa naar voetnoot1 van je op deze ochtend van god in de hemel no? Je ligt zo heidens te slapen, dat...!’ Dan, radio zo, vloog open met geluid aan oren! Gefáárlijk lekkerGa naar voetnoot2, mi boi!, om te horen! Grootgroot gezongen lied: boto n'ab' kapten! Ja, boot zonder kapitein, een prachtig lied uit tijd der overleveringen! Oudoud dit lied & vol met volkspowesie! Hierzo, op radio, leek deze ouwe singi met z'n melodie te willen worden verkracht! Want in plaats van stevige, gevoelige wintiwijze, religieus, werd dat lied gezongen als skraki-pokoe. En skraki-pokoe was een soort van je moderne muziek, met getrompetteer. Met grote drum, fo bilgeschud! En winti-pokoe had wèl drums, ma' ouwe, uit boomstammen. Drum kwam niet uit een soort van straatorkest, dat aan die ouwe negers met hun jazz uit New York aan het begin van deze eeuw liet denken. Nono, wintipokoe was echte orale, dus traditionele muziek. Dit lied, in zijn moderne versie, was misschien aanvaardbaar toch! Ma' zeker niet aanvaardbaar was 't als mishandelde muziek! Dus een moderne versie, die tegelijk verkrachting der tradities inhield! N'no man!! Afèn! Hij zette z'n oren d'rvoor! Hij lag, hij luisterde! Boto n'ab' kapten! Boto n'ab' kapten...! (Boot zonder kapitein...!) ‘Mama hóór! Johnnie is hardhorend! Hij wil nie luisteren! Hij wil nie opstaan met z'n lichaam! Dalek wanneer ik me voet in die kamer zet, om te gaan schoonmaken, dan wil hij me slaan! Ik ga 'em timmeren met die bezemstok! En ik láát die kamer, prisis zo, als een duivenhok, ik swéér fo je!’ Die kamerdeur was open aan het staan. Johnnie z'n oren hoorden die muziek. Wilden nie dat geklaag horen, van z'n huis opruimende zuster. | |
[pagina 77]
| |
Dan werd die muziek gesnejen. Weg pokoe! Nieuwsdienst op vroege ochtend kwam! Mi jeses! Wat moest erger zijn? Dat gemopper van zijn zus, die verkrachte ouwe volksmuziek, of... Een statenlid, dus parlementsman, had een stuk grond in Commewijne in pacht gekregen, was gebleken! Stuk grond in erfpacht fo driehonderd jaar! Stuk grond was zeker zesentwintig hektares!! Terwijl, honderden kleinboertjes pinaardenGa naar voetnoot3 met akkers van twee en drie hektares! En bedelden massaal om meer. Wie? Geen poot zouden ze krijgen op gods aarde! Geen schop ook! Want die grote lappen grond waren... fo grote heren & partijmensen! Afèn! Na dit schandaal, volgend schandaal, breed zo, op radio hoor!: ‘Volgens betrouwbare bronnen is gebleken dat...’ Een minister had vijf familieleden van 'em in dienst genomen toch! Vijf zo! Geen één had schoolpapier!Ga naar voetnoot4 Konden zelfs geen enkele brief schrijven! Dan wat dacht je, dat ze fo werk hadden? Nono!, geen bosbeheerder of zo, waar ze met een gewoon salaris, nog muskieten konden verdrijven (haha!) of bomen tellen! Nono, ze waren ‘regeringsadviseur!’ met het driedubbele salaris van een akademisch geschoolde kracht! Dat wil zeggen: al leerde je nog zoveel! Al zwoegwerkte je nog zo hardzweterig! Als je maar politieke mensen had, dan kreeg je moni, vel, geld! Fo de rest kon je met een pinaarloon volstaan, of... ‘Kijkt u, meneer de omroeper! De ministerpresident z'n broer, bouwt een huis in de duurste wijk (Tourtonne IV) van bijna tweehonderdduizend gulle! Twee ton som gelds! Vanwaar baja? Vanwáár slikt hij dat geld?’ Desgevraagd antwoordt de ministerpresident bij wijze van kommentaar vertoning: ‘Ik weet van niets! Het volk droomt! Het kan beter hard aan het werk beginnen! Er is zoveel te doen, met liefde!, in dit god gegeven mooie land!’ Ontwikkelingsgeld verslonden door parasitaire Grote | |
[pagina 78]
| |
Honden? Is beter hou je je mond, mi ba! Beter doe je, zoals al die andere mensen: rennen! Weg! Weg na' Holland!! Weg, weg, gwe, mars, weg!! Fo godsnaam weg!!!!! ‘Johnnie fanme?, hoe je 'em zo ziet! Chm!! Hij geeft geen tori hoor!, hij maakt geen grap! Hij gaat eigen sjaffeur worden! Met z'n eigen bus op 'em, die 'em rijk maakt! Bussjaffeur betáált tegenwoordig! Ja, dat werk geeft veel geld! Kijk ze, allemaal, die op lijn zitten! Ze trekken meer als twee dubbeltjes van elke passasjier! Dan bouwen ze snelsnel een huis, nemen familie in dienst en worden rijk! Vooral die koeli's!’ ‘Vrouw, deze vrouw!’ begon die vader Sossa nu, tegen die moeder daar in huis, ‘Is dat je nog nie wéét!Ga naar voetnoot5 Dat ding is hard! Kijk hoe ze zwoegerploeteren! Vooral die Johnnie! Hij moet veel dinges leren nog! Binnenkort wanneer hij rijbewijs gaat halen, gaat hij zien! 't Gaat zwaar worden voor 'em dan! Die andere, die Dennis, is ouwer van jaren en met meer ervaringsbezadiging! Zie je niet? Hij maakt geen kabaal fo dinges! Hij doet rustig aan; rustig water!’ Die m'ma van John en Dennis haastte met te zeggen: ‘Ija! Je moet nie met dit leven vechten! Althans, 't moet rustig fo je komen! Iesie, iesie!’ zei ze op z'n Amerikaans. Dan keek ze rond d'r huis van binnen: paar houten stoelen. Weelde niet, ma' genoeg goed fo ze, daar, in hun huis. Aan zijkant, een gevlochten stoel, met ijzer en met soort plastiektouw. Wouw wegfroesten, ma' was geverfd met houtverf die blaasGa naar voetnoot6 gaf. Op vloer van ze, onder hun mensevoet, een stuk karpet, met een motief die leek op soepgroente, soepoew'wiri. Aan wand, een onafhankelijkheids-dienbladGa naar voetnoot7, met dat bekende landswapen: twee wulpse indianen, met onafschietbare pijlen en bogen. Indianen als schoonheidskoninginnen uitgedost met hun hoofdtooi. Alsof ze tijdens tussenlanding van de Bijlmerexpress, eventjes waren gaan kleren kopen in een seksboetiek te Parijs, zo leken ze gedressed! | |
[pagina 79]
| |
In het schild van het landswapen, dansend op de baren der zee, naast kaalgeplukte palmboom, een oudkoloniale boot. Nee, nee, geen droomboot op de Missisippi! Dit was het schip der staat, vroeger de bark der West Indische Compagnie. Vroeger, vol van de rijkdommen die waren opgebracht door slaven: katoen, suiker, koffie en thee... Nu, hetzelfde wapen - andere tijden - een boot die vol moest ingescheept raken met allerlei ontwikkelingshulp. Ma' die door kapers op de Wilde KustGa naar voetnoot8 geplunderd was! Die nu, half kapseizend, weg z'n weg zocht, weg, weg, weg...! In het dreswaar in huis, de glazen, lappendoek d'rop, mamjo. Dan ook zo, aan de wand een houtsnijwerk. Dan fo de rest dat huis gevuld met mensen. Mensen, familie Sossa, bijna uitgezegd: familie Sosso. Dan dát, zou Gezin Leefleegte betekenen! Ma' dat was enkel spel met woord, van, neem bijvoorbeeld, een verveelzaam plaagkind uit de buurt! Kind dat in plagerij (‘dat kind moeilijkt!’) zoiets kon roepen tegen ze! Sossa wordt soso, enkel een verschil in klank! Woordspel no? Af en toe toch gelijkend op moorddadig spel, zoals een kind kon doodmaken, zonder te weten dat 't je vermoordde.
Dennis kwam net terug van slapen hebben buitenshuis. Je hoorde 'em aan komen lopen, hij met eigen voetstap daar. Zeker was hij weggeboordGa naar voetnoot9, laat op de nacht! Dan had hij ook nie die bus gerejen, want niemand had motor horen roepen met z'n vrrrroeeeeeemmmmm! Wawama naast, met z'n ‘uchu-uchu’! Hij was een morgenvroege figuur, fo iedereen een dag-en-dauw-man! ‘Morgoe baja! Morgoe!’ hoorde je 'em roepen fo passerende Dennis. Hoor hoe hij ochtendgroet daar gooide: ‘Morgoe! Granmorgoe!’ Dennis z'n p'pa had taal op mond al: ‘Jonge, wáár heb je geslapen? Meit o kir' i!: Meiden gaan je vernietigen ja! | |
[pagina 80]
| |
What 'n wonder, heb je ze niet met die bus gesleept na' Tourtonne IV, of achter Balona-projekt! Om ze te gaan “privé-rijen” daar! Jonge pas op! Want meid, is die kwaal van dit land! Je bent net je opbouw aan het plegen! Dan ga je zien: meid maakt je werk kapot! Ze brengen je hele ondergang fo je, tot hier!, voordat je denkt!’ Die m'ma stond klaar ook, met d'r handen in d'r kammende haren, om te zeggen, met een waarschuwing: ‘Jongen? Vanwaar kom je vandaan? En?! Weet je niet, dat 't nie góed is, om als vleermuis her en der te slapen? In deze tijd vooral, met tussenvoetziekte?Ga naar voetnoot10 Kijk hoeveel meisjes onder hun jurk een bakterie dragen voor een man! B.O.G.Ga naar voetnoot11 zit vol met ze!, die mensen die dáár van ze ziek zijn! Soms ook met hoge zwangerbuik! Dan nog ben je zo loops dat je..’ Nog voordat beide één woord konden zeggen, schrokken ze. Kijk, hij bleef buiten staan, met z'n hele slaapgezicht daarzo. Hij keek, hij keek, keek na' die bus, die nu zo, áchter een kleine omheining was gezet. Bus met z'n centverdienste fo ze! Bus moest rijen! Kwam hij zo laat daar! En nu... ‘Johnnie! Mijn god! Kom kijken!’ riep z'n s'sa! Dan voordat Johnnie met z'n rug een opstaansbeweging had gemaakt, hoorde hij kreten al: me jeses! Gaan kijken, ging hij, om te zien, góed-groot verwondering & woede! Bus! Van bus z'n onder, waren alle vier z'n wielen weggestolen! Alle vier onderwielen weggeschroefd! D'r was een dief gekomen, kaapschip in de nacht... ‘Ik had gezegd!’ Wawama's stem. Overdragend van naast, over de schutting! Als waarschuwende stem uit verre, verre bron. ‘Ik had gezegd! Ik had gewáárschouwd! Eén dag, mijn god!, gaat 't gebeuren! Dat grote kwaad om deze wèry wèry bus!’ Dan zweeg hij zwetend. Hoorde naast die jammerklacht van náástGa naar voetnoot12, z'n eigen buurhond in z'n hijgpartij. (‘Deze beesthond! Fo wáárom heb je nie geschreeuwd?’ dacht hij. Hond gaf geen woord, hond keek. Er waren dinges die geen | |
[pagina 81]
| |
hond kon weten, no? Dinges die afspeelden, buiten een hondedomeinsterrein!) En mens zelf, hij had verwondering. Om wat gebeurtenis kon zijn. Eén tegenslag alweer, om wagen! Eerst glas gebroken, rem gesnejen, banden geboord met iets scherps! Dat was al een tijdje terug. Dan toen nu alles zo, leek goed te gaan, nu dit! Baja! Je was geen levenszeker meer, bájá! Ma' tan, wachte! De dag zelf, die riep om wraak! Wraak van het werk dat gedaan moest worden! Want hoe nie hoe! Al was 't met geleende geld! Bus had z'n wiel gekregen toch?, om te rijen toch? Dan was bus klaar alweer om te gaan rijen! Hoe nie hoe! Al was 't dit keer, met geleende centen vol van staatsleenbank z'n renten! Draaien dat', wiel zou 't doen! Nietwaar dan? Want wèrken zouden ze, draai gevend aan het wiel! |
|