Lelu! Lelu! Het lied der vervreemding
(1984)–Edgar Cairo– Auteursrechtelijk beschermd[p. 737] | |
[p. 738] | |
Aan de etnische kinderen: kuli, kafri, neger, hindustaan, javaan, chinees, mulat, bosneger, blanke ook, wij allen die vroeger nooit met elkaar mochten spelen uit afkomst. | |
Aan mijn speelkameradenEensklaps ontwaakt mij
diep in het hartediep
- mensdiep - de liefde
die ontluikend is en was:
het minnend mensgevoel.
Er was het spel dat ons
ooit uit elkander spaarde
om tinten van de huid die riep.
Er was slechts lijf en eigen kleur,
zo meende 't lichaam dat ons schiep.
En ziel verloor pigment.
Wij werden vlezen poppen, ademlief
door wet en door emotie.
Thans spreekt het welontwaakt moment
van kinderen der wereld, rasgelijk'!
Mens háál je ruimte!
Wees de ware liefde tot 'n dief!
Uit: OERKRACHT, 1978 | |
[p. 739] | |
Hetzelfde gedicht in de ouwe, simpele vertaling: | |
Aan mijn speelkameradenEensklaps... in mij
ontwaakt diep 'n gevoel,
zo diep als ooit
een mens zich voelt
in liefde die ontluikt!
Doordat het oog der mensheid
niet wou zien, dat
elke huid ons lichaam past
verloor de ziel pigment.
Tot nu toe waren wij:
louter emotie die ons bouwde
tot de vlezen poppen!
Mens!,
haal je adem!
Uit: GEZANGEN, 1982 |
|