Lelu! Lelu! Het lied der vervreemding
(1984)–Edgar Cairo– Auteursrechtelijk beschermd[p. 735] | |
Lobitori IILet'mindri dede nanga ati wan agri
set' libi, taki suma brok' en buba
sa mu dede fini dipi gwe wan pisi.
Dat'meki mi anga ju e brok' a buba
f' dede kon na un skin kon tap' waran
f' a mena di ben de pe wi bigin fu go.
Ay-o! Wi sa de e fir'fir' wan brasa opo
sondro fu las' anu nain a makandra.
Ma ten sa kon tak' ala las' nain wi.
Fu: JOWE, 1978 | |
[p. 736] | |
Uit liefde IJij en ik, heel klein gepoogd,
liefde te winnen. Met 't verste oog
daarna te zien achter de zon
hoe doden wisten te herrijzen.
Zoals de drenkeling het water proeft
ónder het levenspeil en bovenshoofds,
zo zochten wij vergeefs de smaak
te vangen der ademzee, uit bodemnood.
Zie hoe verdampt de liefde is
uit wateren van wederzijdse leegten.
Zie hoe verwaterd ons gevoel
dat drift afdrijft tot niets...
Uit: OERKRACHT, 1978 | |
Uit liefde IIPal tussen de dood en 't hart geldt
het verbond dat wie z'n huid doorbreekt
zal nederdalen in een allerdoodse diepte.
Vandaar dat jij en ik de omtrekken
des doods ontkleden, onze huid bestendigen
voor warmte binnen, liefkozend begin.
Oh! Om zo'n omhelzing aan te tasten,
zonder de handen aan elkaar te doen vergaan!
Er zal voor ons tijd zijn, zonder leefledigheid.
Uit: OERKRACHT, 1978 |
|