Lelu! Lelu! Het lied der vervreemding(1984)–Edgar Cairo– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 722] Buwégi Te nai ai f' na orkan kon breni lek' a dede san no libi denki bifo a sa boro bropresi kon légi na mama f' i grontontonwatra tron soso soso lalaprakseri... Lobi lobi, we lun na a tata f' di gronwinti! Na frafra wunjuwoinsi di sa tan aka, f'e wakti sidon na moferi fu skin soso weni lo psa dapeso... Fu wiki n' ai agen, e spai en égi dede: a poko poko feti d'e sarka ar'bro pur' a ebi, f'e wegi wan winti kon bar' wi bonjo! [p. 723] De vluchtige windhoos mens Wanneer het oog van de orkaan verblind is als de dood die geen gedachte achterliet voordat het leven door het zenith drong en de zetel des verstands het bekken vormde waarin het grondwater van alle breinen ligt opgezogen in de zuivere idee... Lief! Lief! Wij zijn de windhoos mens! En ruimte is de stam van geest aan onze bodems! O, vluchtige windhoos, niet aflatend en toch in de werveling vergaand! Er zijn de roerselen van enkel lichamen die ons beweging heten en die voortschrijdend hun luchten mede doen vergaan... Om na het uitrazen de ware ogen weer te openen die ons de eigen dood aanstaren! O, de wankele strijd die de adem- trek sart om de last die wij aanvaarden in 't bezielde zijn! Tot op het bot doortrokken van de geest, de levende, levende wij! [p. 724] F'e kor' en makti sondro fu lasi ju ati... No seki, wans' o doi, sondro prakseri wai pasi gi jú! Fu: NOWTU, 1980 [p. 725] Om zo bestaanskracht te bedwingen, zonder dat het hart erbij inschiet! Verroer je niet, hoe dun ook, zonder dat de gedachte der geboorten reeds jou het pad naar de mens heeft bevrijd! Uit: AANGEZICHT, 1980 Vorige Volgende