Lelu! Lelu! Het lied der vervreemding(1984)–Edgar Cairo– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 652] Revo powema 3 Odo Bigisma ben abi wan sani e taki: ‘We kompe, na moi gwent' por' moi!’ • Tide! Tide m' no firi f' tak bun f' sma, no f' prijse odi blaste sortu bigiman dati d'e belaser! No wan enkri dagu no ab' f' or' krak, tak mjo brokobroko en lagi politikitori, mek'wan skotu f' moimoi e trowe switismeri tap' a tingi f' den! Pref' dati m'e brak, kotse a por'bere-doti di den trus' gi mi f' swari mek densref' ati drai! [p. 653] Revo-verzen 3 Dit keer een vertaling in het Surinaams-Nederlands. Motto Wel me vriend, hóór no: hebben onze ouwe mensen niet altijd geroepen: ‘Is mooi, bederft 't fo mooi’? De schoonheid verminkt haar eigen gezicht. Maar wijt uw kwade lot niet aan uwzelf! • Vandaag Vandaag heb ik geen zin in zalvende verklaring afleggen, over geen enkele Bigi Dagu, Hogepiet dati, van dit land! Nee, baya! Geen enkele Grote Bons gaat z'n verwachting moeten hebben fo me, dat ik met bedekte smoel die lage polletieke tori van 'em ga lopen staan verbloemen! Die onbeschoft vrijpostige uitbuitenaren met die stinkedaden van ze! Ajdjakasa! In plaats van dát, ga ik me mónd opemake fo ze! Ik spuw! Die hele stinkespijs & -drank wat zíj́ me hebbe lere vrete [p. 654] Fa i si mi loli gowt'manmofo, e lon baba a mi séneki, pe mi nak a sopi ebi dja f' mi! Pikin! Un no tnap' waki fa m'e lolo bere drai baka drai bere lek te den kis' fodu! Go lon-djompo, pré kibri, ef' djompofutu! Kros' no de a skin, ma s'so-koro no e brok' ai! Un go a ségotro go fanga sriba! Un sab' fa un mu loku djaki f' kan fen' den uku, kon bor' peprewatra. Suma no wroko, a no njan! Dát na un ‘fersékering!’ Fu: OROSKOPU, 1969 [p. 655] kots ik, laat zíj́ van misselijkheid kraperen! Ija baya! Dan kijk me, hoe ik hier sta te reppen: slijm druipt z'n water langs me lip. Me smoelwerk is kapot zonder vitamien. Dat slijmwater loopt tot langs me nek, terwijl dat ik lig te draaien als een bezopen Leba met 'n voddenarij! Kinderen daarzo! Hey-jo! Vrijpostig! Zak je oog op grote mensen! Kijk me niet net of ik Bubu ben, jo! Durf nie te zien hoe ik als een bezetene lig te rollen (buik draait op rug!) precies hoe mensen een Winti krijgen en met een Fodu-geest hun bezetenheid wegdansen! Ga hinkeldepinkel spelen, jullie! Of speel ‘schuiltje’ met die anderen! Jullie zijn allemaal toch evengrote wilderbeesten! Jullie bille draagt geen broek, want jullie vader kan geen klere kope. Dan wát dan?! En?! Nèks temake met geen niemand, hór! Een blote mars aan je achtergat heeft nog nooit geen enkel oog gebroken! So!! [p. 656] Hang je bakadjari over die rand van die stinkgoot! Je weet: je vangt djaki door met je onder- achterwerk een klontje poep te lozen. Dan komt die vis eten, dan hengel je z'n mars voor 'em! Vang die strontvis, kom met 't, kook 't en vreet peperwater! Want wie nie met z'n klauwfieter werkt gaat nie vreten, hòr mi boi! Is dát is onze verzekering! Uit: HOROSKOOP, 1969 Vorige Volgende