Orale verzen 27
De bere is een term die afkomst aanduidt. Er spreekt een sterk gemeenschapsgevoel uit bere. Als er een probleem is waarvan de oplossing buiten het bereik van het individu ligt, dan doet men een beroep op de bere. Deze term wordt dan ook vrij vaak gebruikt onder de bevolking van één plantage (of dorp). De stammoeder (in de tekst hieronder valt zij onder het woord Ana) wordt aangeroepen dan wel genoemd om aan te geven dat er kontakt gemaakt wordt met het hogere bewustzijn dan wel met familiegeesten, via de moederlijke lijn. De eerste en laatste twee regels vormen het eigenlijke (komende) lied, hoewel het vers in zijn geheel gezongen wordt.
Alukugent'o betekent: zie het tegentij eens aan, gewoner gezegd: wat een trubbel!
Eerst dan de vraag: moet de mens in zijn nood het onderspit delven? Aan het eind het antwoord: nee, laten we dan de dingen aanpakken zoals dat nodig is (om ons onderhavige probleem de baas te worden).
Het lied dat hieronder staat toont duidelijk het agrarische karakter van de gemeenschap. De gedachte erachter is dat binnen zo'n gemeenschap (denk aan de Para) men elk jaar een kostgrondje kapt. Een zwaar karwei dat men doorgaans niet alleen voor elkaar krijgt.
Ook hier de zang met aanhef, gevolgd door wederzang, twee partijen dus. Ook hier veelvuldige herhaling van het middelste stuk (refrein) door zang en wederzang.