Orale verzen 26
In dit onderdeel mag Anansi, de Spin uiteraard niet ontbreken. Iedereen weet onderhand dat de kultuur van de New World Negro, de ex-slaven uit de Nieuwe Wereld, met name die van de negers in het Caraïbisch Gebied, vol zit van de Spin-verhalen. Men vertaalt dat al gauw met ‘sprookjes’. Het zijn wel heel andere dan de bekende Europese van Grimm en zo. Geen wereld van kastelen, prinsen en prinsessen, heksen en tovenaars etc. etc.
In het vroege begin was Anansi een god. Dat wil zeggen, in de verhalen zoals we hem nu nog kunnen aantreffen in bijvoorbeeld Ghana. Maar ook in oude Surinaamse vertellingen was Ba Anansi óók een godheid. (Dus hij kwam voor in beide landen en in de vertellingen van beide gebieden is/was hij zowel god als mens).
Nu is hij slechts een slimmerik met z'n opponent Tijger. Er is in de loop der tijd een bepaalde vorm van vervlakking ontstaan met betrekking tot de Spin-verhalen. Zo was in het oorspronkelijke orale verhaal (dus de verhalen als soort) de spin, de haas, de tijger, de slang etc., álle dieren, zowel goed als slecht of slim en dom. Elk dier uit de Anansi-tori was in principe even goed als slecht!
Al deze ‘fabeldieren’ vervullen als personage slechts hun opponerende rol tegenover een ander dier in het verhaal (= dubbelfunktie, spiegelfunktie, symmetrie-werking verlenen, herhaalpersonage zijn, de rol vervullen van motiefverdubbelaar, hoofdpersonage zijn in één der twee hoofdepisoden etc.).
Zo wordt Anansi in de authentieke (= oude) verhalen voortdurend bedrogen, ja, speelt híj́ juist de rol van dommerik! Anansi werd in zijn nieuwe kontekst de reflektie van de neger als underdog van de koloniale maatschappij. Anansi is