Orale verzen 12
Er zijn heel wat verzen over vriendschap in de literatuur van deze wereld. Eén ding is zeker: de kreools-orale literatuur ziet vriendschap als een heel speciale verhouding. Vanuit het ‘binaire’ denken, het denken in de trant van ‘alles heeft een tegenhanger en dus geen niets zonder iets’ is het begrijpelijk dat men de vriendschapsverhouding tegelijk ziet als een erkende vijandschapsrelatie.
In de bestaande verhalen en liederen bedriegen vrienden/vriendinnen elkaar voortdurend. (Denk aan met name de lobi-singi, liedteksten over min of meer intieme relaties, of zelfs een avondvullende performance daarover.) Vrienden vergiftigen elkaar gedurig, zetten ‘iets’ in elkanders glas waarna er eentje sterft, of sturen elkaar de grootste wisi (beheksing, kwade betovering).
Of, vrienden maken elkaars relatie zó sterk dat men nooit en tenimmer kan scheiden. Dat gebeurt ook weer dankzij magie. Magie plus kruiden geven de z.g. kroi, letterlijk bekruiding.
Een kwaadgeestige vrouwenversierder gaat altijd naar dansfeesten met het goeie gezicht van ‘friend amongst friends’. Ondertussen heeft hij een magisch geladen zakdoek waarmee hij de meisjes de neus laat snuiten. Eén keertje maar, en het is raak! De vriend blijkt vijand! Het aldus met de ‘stinkzakdoek’ veroverde meisje wordt seksueel meneer z'n slaafje, om niet te spreken van financieel! Het is binnen deze volkse kontekst dat men het volgende liedje moet lezen.