halen, liederen, odo's etc., al die teksten plus hun funkties hebben kunnen onthouden?
Er is, zo zijn mijn bevindingen, wel degelijk een regelsysteem voor het scheppen, herscheppen en het tegelijk voordragen van onze orale teksten, en dat alles altijd binnen het traditionele gebeuren.
Stel: er is een godsdienstig ritueel, een medicijnman schept een tekst, hij gebruikt scheppingsregels (produktieprincipe(s)) en houdt zich ook aan omgangsregels (performanceprincipe(s)) binnen die situatie (ritueel) voor wat die tekst betreft.
Het principe, het esthetische uitgangspunt voor tekstbouw en -voordracht is dat elk ding bestaat uit minimaal twee gelijke, dan wel gelijkwaardige en altijd op één of andere wijze (zichtbaar of niet zichtbaar) aan elkaar gekoppelde elementen, of liever gezegd: kernen.
Een ‘twee-systeem’ dus, binair. Een stelsel van kontrasten, zoals eerder gesteld. Maar zelfs dat is nog niet voldoende, aangezien er wel overal op de wereld kontrasten en tweeledige dingen voorkomen.
Men moet ook laten zien hoe zo'n systeem werkt. Bovendien moet men zeggen wat er zo typerend aan is, juist voor deze kreools-orale literatuur.
Eén ding alvast, om te onthouden: we weten gewoonlijk niet hoe je zo'n tekst maakt of hoe die in je hoofd ontstaat. Althans, we weten dat je als orale mens normaliter niet bewust te werk gaat. En al weten we het fijne er niet van, we weten verdomd goed wanneer iemand een tekst maakt die ‘niet goed’ is, al denken we nooit aan zoiets als een regelsysteem.
Ontwikkeld taal- en tekstgevoel bij de sprekers van díe taal dus, kenmerkend voor díe specifieke traditie.