Lelu! Lelu! Het lied der vervreemding(1984)–Edgar Cairo– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 454] • Kolibri Ju kon lepi, mi gudu, leki wan anu bakuba. Bakabusi pramis' ju a gowtu f' wan son; mofojari wan stéf' sibibusi! Kba ju speri grandisi fu wi ala di rutu! A dondo kere nekro, mi adjuwe! A wan jubru-prakseri f' kolibri ben meki ju fré nain a tringi fu kra èn djodjo! Na wan siri ben lepi nain ju nomo ai mek' mi waki na bromki f' ju fesi. Winti fu wi totro san nemre ben wai! Fu: LELU!, 1983 [p. 455] Negerschapsverzen 9 Aan de zwarte jeugd • Kolibri Gerijpt, o m'n liefje, prijk jij, o m'n liefje, als een tros vol bananen in 't goud van de zon. Stormende moessons over de wouden der lente! De dagen van jeugd gaan voorbij in 'n tel! En jij verbijstert vanuit 't bloeiend bloemschoon tot vrucht van de liefde gerijpt, in de vleugelslag der kortzame mensenstonde! Hoe heerlijk toch om vanuit al dit negerschapsgevoel het geboren geluk in een mens zoals jij te betrappen, jij een negerkind in volle pracht! In volle zwarte negerpracht! [p. 456] Dát is mijn juwelen gedachte: de tong van kolibri bevruchtte een bloem. Bloem die tot bloei ontloken het zaad van de ziel in jouw hart heeft ontstoken. Je voorouders vormen die tong in het zwart. De buik van die bloem werd jij, kind in het zwart. De geest van kolibri heet: neger. Uit: VERVREEMDING, 1983 Vorige Volgende