Lelu! Lelu! Het lied der vervreemding(1984)–Edgar Cairo– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 182] Lelu! Lelu! Het lied van de vreemdeling Altijd sneller dan te voet op het begane pad u te ontmoeten. Hetgeen ik ook gedurig doe. Lelu! Lelu! Nu dan het hart verslijt zonder de smeersels van de eeuwige begroeting, raken de wegen weg en vinden wij - elkaar verloren - gans niet meer de warmte van de omhelzing die het doet. Lelu! Lelu! En vragen wij 't gevoel hoe te gedijen tussen degene die gij zijt en ik mezelf. Wij die elkaar als schaduwen bevroeden. Lelu! Lelu! Lelu! Lelu! [p. 183] Zijn wij de eerstelingen van de ware stoet? Zijn wij de enkeling die liefde volgt, maar op de voet! En zijn wij met de wil die niet gedoogt dat tijden van de harten luiden hoe elk d'ander, wij elkaar ontschoten? Wij in de eenzaamheid en deelzaam zijnde in de scheiding van de vreemdeling? Lelu! Lelu! mama, Lelu! Lelu! Ach, kon ik u met heel mijn zijn begroeten! Gij die mijn waarheid van de aanwezigheid des doods ontdoet: o vreemdeling om wie het lied des levens klinkt uit vredeswil! Uw stilte is de verste scheiding tussen mensen. Er is geen noot die mij 't verdriet bezingt. Uit: VERVREEMDING, 1981 Vorige Volgende