Het koninkrijk IJmond. Ba Kuku-Ba Buba. Een oraal koningsdrama in vijf bedrijven
(1985)–Edgar Cairo– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 139]
| |
[pagina 140]
| |
- Scène 12 -
Tijd: middaguur
Plaats: bossage (plek in het oerwoud) Temperatuur: 34 graden Celsius Aktiviteit: het bouwen van een schuilhut (uiteraard van bananebladeren) Aanwezigen: Dienaar 1, Dienaar 2, op de voorgrond: Verteller (Turkse Schout)
verteller
Numia, noemer van de namen
en Forminor, die vorm geeft
aan inhouden, aan werelden,
aan wat er sterft, wat er leeft...
Waar blijven die vervelende spelers
met die geflipte rol van ze dang?
Numiaaaaaa...!!! Forminor......!!!
Ze hebben harde oren om me niet te willen horen!
Kijk: een paleis! 't Is Ba Buba's onderdak.
Een koninkrijk, bebast, onder 'n afdak.
Het koningopperhoofd slaapt als 'n zak straks,
in deze voddenlappentakjesbak.
(inspekteert)
Aay, 't is een koning waard, banaangekroond, aay-aay,
maar dan ontheven van z'n wereldlast. Mhmmm!
Zo valt Ba Buba naaktzaam schóón terug
op zijn Ba Kuku's arme mensenbast, hahaha...
dienaar 1
Weg! Weg met deze leba! Marsweg, jo beestegoed!
dienaar 2
Hij konkelt waarheid, ma' dan onverantwoord.
Want is Ba Kuku zelf heeft gezegd, hij zegt,
hij roept, nee, kommandeert Ba Kuku-achtig:
‘Wij, oewij, wij geven opdracht te vertellen
aan alle oren van Ba Kuku-stad, Casa Fortuna,
| |
[pagina 141]
| |
zó bedoelen wij, dat onze heer & meester is verdwaald.
Ba Kuku kende wel de weg,
ma' Ba Buba, zie je, met zijn koninklijk gezicht,
hij heeft die weg verlore in die buik van 't woud.’
dienaar 1
(spot)
Ba Kuku is door een tijger opgegete... nee, hij is leeggezogen door een vampiergeest, 'n Azema!
dienaar 2
Ma' Ba Buba leeft nog, hahaha...
dienaar 1
(tegen de verbaasde verteller)
Hou je kapa [mond]! Dit is zijn onderduikpaleis.
dienaar 2
(brult als tijger; Verteller af)
dienaar 1
Sooo! Dan dalek komt, nee, komen zij, allebei, onze dobbelkoning. | |
[pagina 142]
| |
- Scène Dertien -
Tijd: late namiddag (zon staat laag: veel schuine schaduw)
Plaats: Casa Fortuna, ‘paleis’ Temperatuur: 26 graden Celsius (aangenaam) Aktiviteit: machtsovername Aanwezigen: Vrouwe Almeida, Kamerheer, muzikanten, Tara en Sombro
ma meida
(komt met een tentboot vol zingende roeiers aangevaren)
...dat ding was net een droom: een verre weg gegaan. Naar Bakru-land, in 't donkerste getijde! Baya!
(stopt, stapt aan wal, loopt onder paraplu naar troon)
Dat ding was me een toestand hoor: gezongen en gedanst en ook... wacht hór... die Schaduwvrouwgeest! Ze gaf me een liefdesappelbeet, ik at en... me jeses! Dat ding werkt! Ik voel hoe ik voel, dat...
(luidop, na het beklimmen van de wiebelende troon)
Volk van Casa Fortuna! Uw opperhoofdkoning is weg. Verkoekoekt! Bos heeft 'em opgegeten, ja no? Weldan, vanaf nu zo, ben IK uw oppermens!
Kamerheer komt naderbij, klimt op de wankele stellage, koningin wiebelt, hervindt evenwicht.
Regeren, zei onze dubbele koningman, is... balanceren. Welnu, IK balancéér!!
(gejuich)
kamerheer
(knielend)
Maar Vrouwe Almeida, als ik iets met me verstand hier in me hoofd mag zeggen: Vrouwe Almeida is geen Tufi toch? En dang, buitendien: Ba Kuku-Ba Buba is alleen maar verdwaald. Eerst heeft hij weggelopen en gescholen. Dan daarna... Hoe dat ding komt, begrijp ik niet. Hmmm?? Misschien zo, heeft een bosgodin hem verleid om in haar boshol te komen blijven.
ma meida
Noem me geen Vrouwe, maar Ma! Ma Meida! Want ik ben opperhoofdkoningin, begrepen?! Zwijg in alle taalgeluiden! Van andere vrouwen wil ik niets meer | |
[pagina 143]
| |
horen. A kaba, ju jere no? A kaba fjafja! [uit ermee!] Eerst een betoverd bosvarken als indiaanse prinses! imiteert indiaanse prinses: Jarakamawei! Dan weer een marrones, een weggelopen zwarte slavin, een magische boskoe, die Ba Kuku's zinnen komt staan beheksen met alle soort afgodische gedoe! imiteert de bosnegerin: Kele, mati kele! Het móet die weggevoerde vrouw van 'em zijn, die met zwarte magie dat alles uit staat te spoken.
(terug op troon)
En al wil ik niets daarvan geloven, nèks, ik WIL dat als Ba Kuku óóit terugkeert, hij ziet hoe ík zijn koninkrijk ga runnen. Balanceren nu!
De twee als brulaap of tijger verklede knechten komen binnen, dartelen en dansen (akrobatiek). Muziek, die af en toe de neiging heeft om vals te klinken.
ma meida
(voor zich uit)
...er gaan dorpen komen rondom mijn plantagestaat en koninginnerijk.
(inspekteert)
Dit bladgroenkale werknest, 't gaat 'n bosregio worden, van de welvaart. Welvaart, zeg ik je! Schepen vol met alle soort goederen zullen passeren en kanaliseren: af en aan, af en aan, weg van - en naar - de Grote Mensenstad.
(mompelmompelt)
De Grote Mensenstad daar, aan het Achterwater. En de zijbuikdorpen, met al hun weefwerkplaatsen, ze zullen dalek willen bloeien. Vissers... mandvlechters met hun polderrietdinges... aardvruchtplanters... ze zullen zien hoe liefde werkt, liefde, van deze opperkoningin.
kamerheer
Maar Ma Meida, we moeten aan het werk. Luister hier. U praat, u praat. La' we praktijkdinges gaan doen. BaTufi had z'n zwakke kant, ma' hij wilde ons vooruit komen helpen, uit die modder waar we ploeterden. En u bent Tufi-vrouw, geen Tufi, wel Ba Kuku's oppervrouw. Dus eh...
ma meida
Wie ik? Goddank ben ik geen Tufires! En jullie, jullie met jullie bokhoofdige eisen! Juist het feit dat ik mansgelijk aan jullie ben betekent: diezelfde aantrekkingskracht hebben. Hetzelfde kunnen! Werken, werken, werken!
(allen in aktie: parodie op 't werken)
Kijk me dang: ik ben geen Tufi-vrouw, maar dit
(grijpt hand van
| |
[pagina 144]
| |
Kamerheer, duwt deze over haar borsten),
dit is een koninklijke schat van de natuur: een schatkamer ben ik, van boven en van onder.
(gejuich)
Een gulle, warmgraagdampende bron van de lust uit de schitterprachtpralende zon in het lijf!
kamerheer
(trekt onder hilariteit z'n hand terug)
Broeinest van ondeugd! Ik zal waken over Ba Kuku's erfenis!
Koningin lacht hem uit, duwt hem van voetstuk.
Dit is een mannenkolonie, nietwaar mensen? Met werkers... wèrkers... zwoegers... zwóegers! Geen vróuw gaat dit bederven, laat staan jij, Lady Coconut.
ma meida
Lady Coconut?
kamerheer
Vergeef me no?, deze vrijpostige uitspraak. Maar u hebt erom gevraagd dat uw geheime bijnaam in het openbaar hier wordt geschreeuwd.
(luidop)
Lady Coconut! Lady Coconut!
(bijval)
mameida
Wat een schandaligheid! Pak 'em vast!
(Tara en Sombro in aktie)
Bind 'em aan vijftig trossen! En gooi 'em, als een kanaalsteen in het water dat ze graven! Lianen zullen hem verstikken! Pirhanja gaat 'em tot het bot kaalvreten - nee, wachte, wacht!
T. en S. laten het touw waarmee ze K. inderhaast vastbinden even los.
Ik weet 'n beter ding voor 'em: hij gaat bedíende blijven, hou 'em in de gaten.
T. en S. slepen de gebonden K. tot bij Ma Meida, maken hem weer los.
Hij gaat mij dienen, dienen, dienen tot in de duisterste schedelhoeken van de dood!
(tegen K.)
Je ogen zullen puilen uit hun kassen! Je strot zal toegeknepen zijn van woede, woede en onmacht, omdat het je niet lukken zal de macht te grijpen, macht, macht!
T. en S. geven de uiteinden van het touw aan Ma Meida.
Ba Kuku's schitterpralende macht, die geboeid zit nu,
(ze trekt K. naderbij)
aan mijn handen, beide, en waarmee ik kan zwaaien, zwepen, als een ijzeren ketting vol wreedadige tucht!
(ze gooit de uiteinden op de grond; K. is vrij, maar met geboeide handen)
En je mannelijkheid zal zich verwringen en verwrakelen tot de afgestorven vrucht van slaafsheid, eeuwig, eeuwig, hahaha, eeuwiger zelfs dan de dood uit duisternis en doem!
(als K. zich de handen vrijmaakt)
Doemstervensbare duisternis vol rotting en bederf!
| |
[pagina 145]
| |
kamerheer
(prevelt ongelovig voor zich uit terwijl hij zijn pijnlijke polsen betast)
't Lot van de werker, van de knecht, de arme, de beknelde loonschraper... zijn kracht te wijden, blíjven wijden,
(knielt)
in eeuwige toewijding no?, aan de machtigen, de machtigen... geldschieters, rijken, uitmelkers, bloedzuigers...
(springt op, strekt handen in de richting van haar borsten)
't lustkwellende, tartende hoerendom van de macht...
(luidop vol afkeer)
o, de koninklijke mácht!
ma meida
Vanaf nu, neem jullie oren, luister góedgoed, vanaf nu verandert alles hier!
(wenkt; er komt een bidstoel; ze knielt erop)
Plantage Casa Fortuna,
ze ontvouwt haar handen, loopt naar de andere kant van de bidstoel; kommandeert de fictief biddende plantage)
jij heet voortaan naar mijn geboorteplaats Plantage Isamundo! Begrepen?
(als vanaf kansel tegen kerk)
Jullie sebrefata's!
(tegen bidstoel)
En de eerste wet die door mijzelf hier, wordt afgekondigd, uit koninklijk gebit gesproken, is de wet van de evenredige ongelijkheid.
(tegen kerk)
Wèg met Ba Buba's domhoofdige gelijkpraterij!
(tegen bidstoel)
Want de evenredige ongelijkheid maakt iedereen in zijn soort gelijk. Dat wil zeggen, dat iedereen die tot het gespuis behoort, tot het gespuis zal worden gerekend. De ongeschoolde arbeider verdient geen enkele andere status, en dus ook geen enkele andere bejegening, dan die welke hem toekomt!
(tegen kerk)
Schopdiekers, kruiwagenaren, loopjongens, sjouwers en modderbaggeraars, liertrekkers, allemaal zonder uitzondering, verdienen dus geen verlof, krijgen hun dagloon voor zover mogelijk betaald, mogen niet om opslag bedelen en worden van het werk met de voet geschopt indien het hun ploegbaas niet bevalt!
(schopt bidstoel om)
Begrepen? Sooo... dan gaan we verder:
(vanaf troon)
Ploegbazen zijn bazen. Hen dient onverbiddelijk te worden gehoorzaamd! Daarvoor hebben ze de werkkracht tot knecht! Deze heeft op zijn beurt zijn werktuig, trekpaard desnoods, die hem absoluut zal gehoorzamen. Maar precies zoals dat paard heeft hij geen recht op eigen wil of wens. Niemand trapt één poot buiten het werkkamp! Mannen zullen bij elkaar slapen, teneinde goddeloze
ontucht met de
| |
[pagina 146]
| |
natuur van de vrouw als wezen ten allen tijde te voorkomen.
(T. en S. richten bidstoel weer op)
Gehoord?!
Ze werpt een fooi ten teken van beloning, T. en S. dragen bidstoel weg na het oprapen van hun ‘zilverlingen Ze staat.
Alleen de leiders, ingenieurs en het hooggeplaatste volk, zal vrij zijn te gaan en te staan waar dat het de wens heeft zich het lichaam te begeven.
Ze gaat zitten.
In míjn rijk zal er tucht en orde zijn. En ik zal wezen voor u, voor u, Casa Isamundo, een parel van glanzende trots.
Neemt plechtig de heersers staf over van de Kamerheer. De Afrikaanse kop aan het ene einde breekt ze af, gooit die op de grond en geeft het ding een trap, zodat het wegrolt. De appel aan het andere uiteinde breekt ze ook af; maar ze bewondert deze. Met de kale staf in de ene hand en de rijksappel in de andere, zegt ze:
Voorwaarts nu, werkers, drijf je ribbekast de kant van het zwoegen uit! | |
[pagina 147]
| |
- Scène Veertien -
Tijd: schemering, voorafent (zoemen muskietenzwerm, krekels & paddenkoor) Plaats: Ba Buba's boshutje (schuilplaats, afdakje); 't heeft geregend en van boven af druipt een bosananas (halfparasiet) telkens, dus om de zoveel sekonden, één vette waterdruppel op Ba Buba's hoofd, hetgeen hem tot wanhoop drijft.
Aktiviteit: het koninklijke wachten, Ba Buba wast z'n voeten in 'n bekken, na eerst een stel luidruchtig acrobaterende brulapen aan de trapeze te hebben verjaagd. Aanwezigen: Ba Buba, Dienaar 1, Dienaar 2
ba buba
Ba Kuku was dáár [= Casa Fortuna] baas en koningmankoning, no?
(slaat muskiet op z'n nek dood)
Ellendige muskiet! Vampierenbeest jo! Aay, hierzo zit nu Ba Buba, Heer van de Mensenbast. Weg beest!
(plukt bloedzuiger weg van z'n boddy)
... eh, nee, -huid! En niet alleen van mensen, nono baya! Deze edele kwast met z'n mensenbast is nu dus bilgezeten in het koninklijke hok, hahaha. Hok no? Of kribberij, dit afdakje zonder één zielsgemakje! Ik geloof
(citeert, terwijl waterdruppel in het bekken plonst)
...de eenzaamheid is vorst van alle vorsten;
koning van mensenbast, dit lichaam is uw troon.
De geest aan u is uw onzichtb'ren kroon.
Zo lest het licht in 't leven hare dorsten.
(herkent zich in het bekkenwater: spiegelgezicht dat groot achter hem wordt geprojekteerd)
Van wie is deze toverachtige nonsenserij dang?
(pakt het bekken vast aan beide uiteinden, brengt het water met schudden in beroering)
Ba Kuku, heb je dan nooit geweten noch beseft, wat dat ding is, koning te heten? Hebben ze je als Tufi-kind de billen verschoond en je met bananemeel gevoerd, om te groeien, óp te groeien, en dan verstand te voelen in je, helder als een ziensblik?
(laat water eerst tot rust komen; vertroebelt spiegelgezicht)
Om dan tot het duistere inzicht te komen raken, dat koningschap betekent: zielsalleen zijn, een vorst van het tweevingerige niets!
(wast met handen z'n gezicht terwijl hij ongemerkt Tufi-
| |
[pagina 148]
| |
teken maakt)
Niets dan een bast vol gedachten?
(tekent met de vinger z'n gezicht in het water)
Koning te zijn van een rijk vol illusies. Tussen boomstammen, lianen, struiken, de woekering van een gemeenschap.
(staat op, verlaat wasplaats)
Casa. Fortuna, nee, Casa Delmundo, Casa... Casa Macabra: in een flonkeringsmoment van de illusie geschapen, werkers, troskappers, schopgravers, sjouwers, allen, allen die met hun zweet voorbij de barakken, de rijen bomen in de aanplanting, de afwatering verzorgen.
(plukt bladeren)
Werkmieren zijn ze, werkmieren op een blad, een blad dat drijft in het moeras, het moeras dat de zee zal verzwelgen.
(keert naar wasbekken, loert erin)
En nóg, nóg vechten ze, om de macht op dat ene blaadje, terwijl het drijft en drijft...
(laat bladeren in wasbekken vallen, ploep!, druppel)
kale ontnuchtering!
(spat het water met de bladeren weg)
Twee dienaren komen aanrennen.
dienaar 1
Ba Buba! Ba Buba! Voor de zoveelste keer! Ik kom? Ik doe verslag!
dienaar 2
Casa Fortuna... dreigt Casa Rampalia te worden!
(pats!, Ba Buba slaat muskiet dood)
dienaar 1
Uw liefdesvrouw, Ba Buba, Vrouwe Almeida, Koningin en Opperhoofdsvro uw, ze heeft... ze heeft...
(Ba Buba plukt bladeren uit 't water, laat ze vallen)
dienaar 2
...allang de macht overgenomen. Nieuwdadige wetten! Nieuwwaardige dekreten! Ze is uw plannen aan het uitvoeren. Ma' dan hóe!
(Ba Buba hangt nu met gezicht in 't bekken)
dienaar 1
Uit Ba Kuku-liefde, heeft ze gezegd. Werkers werken, zwoegers zwoegen!
dienaar 2
Het Tufi-kanaal wordt wreedadig gegraven. En al die tijd is u hierzo?
dienaar 1
Er is een grote strijd gaande, o Heer der Huid, Ba Buba, met het water.
(Ba Buba licht het hoofd eventjes proestend op)
Er wordt gegraven en gegraven, dagen, nachtenlang. Een strijd van wils-
| |
[pagina 149]
| |
kracht tegen waterkracht. Van menselijke natuur tegen de wilde, ongetemde kracht van de kolkende riviermond die grote blokken steen opslorpt.
(Ba Buba richt zich op, gaat in het bekken staan, peddelt zich wég)
Aay mijn god! Ze dieken, ze kruien, ze treinen: wagonladingen vol met modder. De aangetrokken arbeidskrachten zweten en zwoegen hun boddie kapot! Een modderwerker heb ik van verdriet en ellende z'n gezicht zien pletten in die klei! Gestikt! Gestikt!
(handdoek over Ba Buba 's gezicht)
dienaar 2
Ik heb mannen gezien die verdronken waren, in grote putten, toen ze uitgleden. Een moddertrein sloeg om, verpletterde de duwers. Míjn god, me hoofd hier kan 't bijna nie geloven: grote blokken steen door dat troebele water in een stormnacht zo, gerold, gerold zeg ik Ba Buba, óver die duikers. Ze waren plat als een worm die je trapt met je achtervoet in die modder.
(Ba Buba verplettert bloedzuiger; begint zich aan te kleden)
Sommigen hebben hun arm verloren, anderen hun komplete mensenhoofd. Nee, is geen grap! Eentje, die een lier teveel liet aantaaien, werd toen die lier kapotsprong niet alleen de lucht ingezweept; hij scheurde aan stukken; zijn vlees konden ze overal oprapen. Z'n hoofd, met schouderkarbonadestuk en al, kwam aangevlogen en viel precies op die dranktafel van ploegbaas. Die werd kwaad? Kwaad no m'moer! Hij brulde, nam z'n voet en schopte dat ‘vieze ding’ weg, waarna het door zijn waakhonden werd meegesleurd naar 't achterbos. Míjn god, verschrikkelijk, verschrikkelijk!
(Ba Buba: Tan?! [wat vertel je me nou?] klinkt zeer melodieus; trekt kledingstuk weer uit, gooit 't in 't water)
dienaar 1
Dan toen die anderen wilden stoppen om hem te gaan lopen begraven, kregen ze direkt direkt ontslag! Wie? Andermans ledemaat gaan oprapen? Je bent gek bij je hoofd no? Dat was werkweigerstaking, werd geroepen. Als ze wilden, konden ze direkt weer in dienst worden genomen. Maar nu met tien procent aan lager loon. Aji!
(Ba Buba trekt het natte kledingstuk, vol bladeren, weer aan; haalt uit een kruikje of flesje wat spul, pakt een kalebas; er worden ingrediënten voor een
| |
[pagina 150]
| |
kruidenbad in gedaan)
dienaar 2
En aangezien ze dat terrein nie mogen verlaten, maakten ze opstand. Tan? Wat dacht Ba Buba? Wapendrager kwam. Wapendrager kommandeert een heleboel mensen met karabijn. Wapendrager die je ziet? Hij schiet een hoop van ze kapot. En niemand mag ze oprapen, want ze zijn schande, zegt hij. Dus komen honden, aasgieren, alle soorten vreters van bedorven vlees. Als ploegbaas en Wapendrager niemeer tegen die stank zo, kunnen, laten ze al die dooie boddies gooien in dat kanaal in aanbouw. In grote put die anderen hebben staan graven.
(Ba Buba verwonderd, onthutst, reageert met het zeer melodieuze:
San?! [wat vertel je me daar?]; de Heer der Huid ontkleedt zich nu totaal, gaat in het bekken staan: Afrikaans reinigingsritueel volgt; D. 1 helpt als medicijnman)
dienaar 1
Als deze protest roepen krijgen ze ook geen enkele cent en zijn ontslagen! Hun voorman wordt geboeid, gemarteld en kapotgeschoten. Vanwege een komplot, zegt Wapendrager. Een komplot tegen Casa Isamundo, hoe ze 't nu noemen. Een komplot tegen onze eige eige koningin die nu geen skepter zwaait maar zweep.
Ondertussen helpt Dienaar 2 als medicijnman met toverformules.
babuba
Zweep? Zweep? Het striemen van de slavernijen!
(trekt strepen als littekens op z'n lichaam)
dienaar 1
Ba Buba! Ik smeek Ba Buba: ga terug! Ga direkt direkt terug, te-rug!
Ba Buba staat nu op; drummuziek; er volgt een immuniteitsritueel waarbij Ba Buba 'n houwer [machete] gebruikt, die hij uit het bekken met het kruidenwater opdiept. Ba Buba danst een Kromanti-dans, Gebri [raakt dus door een Gebrigeest bevlogen]. Hij kapt uiteindelijk zichzelf en toont daarmee: ik ben gewassen en dus ritueel gereinigd; bovendien ben ik nu dankzij de godskracht immuun; ik ben klaar voor de terugkeer.
| |
[pagina 151]
| |
- Scène Vijftien -
Tijd: doodsnacht (bleke maan rijst over landschap vol doemduister)
Plaats: dodenrijk (schimmenstad) Aktiviteit: beraad (sterke licht/schaduw-werking, omfloerste trommen, dodenmuziek, maar ook het militante tegenover het vredige) Aanwezigen (opkomenden): Dienaren 1 en 2 o.l.v. de Kamerheer; Tara en Sombro o.l.v. de Wapendrager, staan links, de drie anderen rechts. Op de achtergrond de stille beelden/schaduwen van Ba Kuku (rechts) en Vrouwe Almeida (links), in het midden de kroon hangend boven de troon. De twee partijen spreken soms in koor en voeren ‘reidansen’ uit of marcheren. Als laatste verschijnt de Moerasvrouw.
NB. Indien de troon zelf aan vier draden ‘lianen’ hangt is deze beweegbaar (zwevend) en dus mobiel. Het geheel kan ook een draaibare konstruktie zijn, bijv. een ronde pyramide met treden.
kamerheer
Wat is het recht der levenden?
dienaren
Het levensrecht? Het levensrecht?
wapendrager
Er is geen recht, er is slechts wet.
tara & sombro
De wet van dood en leven.
kamerheer
En van de liefde, liefde die de twee verbindt, verenigt.
dienaren
De liefdeswet! De liefdeswet!
wapendrager
De liefde van de macht. De liefde van het wapen.
kamerheer
De liefde van het levensrecht.
dienaren, tara & sombro
Maar dat is schijn, dat is de schijn van elke dag. Maar dat is mensenschijn.
kamerheer
Zonder die schijn is er geen bestaan. | |
[pagina 152]
| |
dienaren
Geen schijnbestaan, geen echt bestaan.
wapendrager
Ook geen bestaan zonder het recht.
tara & sombro
Het recht van meederen en sterken.
tara
Sterken en sterkeren...
sombro
...en onderworpen geesten...
tara
...zonder recht...
wapendrager
...nee, 't recht op overheersing...
tara & sombro
...door de sterksten wel te verstaan.
muziek; allen in koor
Libiwan, na ju tori mi de bar'o, libiwan. Dedewan, we na ju leti mi prakseri-ba, dedewan.
(cirkelgang van dit gezang)
kamerheer
Het gezang om de doden, om leven, om recht.
wapendrager
Wie spreekt van recht? De wapenen beslissen!
tara & sombro
Wapenrecht!
kamerheer
Er is moord en dood en plundering!
dienaren
Er is schending van het mensenrecht.
dienaar 1
De zwoegers zwoegen.
dienaar 2
Werkers werken.
kamerheer
Er is vooruitgang, maar geen recht.
dienaren
(luidop jammerend)
Wai-oy! Wai-oy!
wapendrager
Zij krijgen toch hun loon?
tara & sombro
Zij krijgen toch hun welvaartsloon?
tara
Er is loon naar werk.
sombro
Er is werkmansloon.
wapendrager
Plantages bloeien, steden rijzen.
sombro
(luidop, blij)
Werk naar loon! | |
[pagina 153]
| |
tara & sombro
(kijken elkaar aan, spottend)
Werk naar loon!
dienaren
Geen loon naar werk en geen recht.
tara & sombro
Maar werk, werk, en geen loon...
dienaar 1
Precies!
dienaar 2
...van de Algemene Maatschappij.
wapendrager
Beter is dát, dan dít: geen loon, geen werk en geen recht.
kamerheer
Precies: geen enkel recht.
dienaren
Wai-oy! Wai-oy!
kamerheer
En daarom zijn wij hier. Want het gif van de liefdeloosheid beheerst de koningin diep in het bloed.
dienaren
Het stroomt, het bruist, het onrecht, met de wandaden van hare majesteit.
dienaar 1
Niet om haar vrouw- of vrouwelijk zijn...
dienaar 2
...maar om haar zielsterreur.
wapendrager
Hoor daar! Hoor daar!
tara
Zij heerst vanuit de liefde...
sombro
Vanuit de ijzeren sterkenwet...
tara
Vanuit de kracht der skepters...
wapendrager
...waarvan de onderdaan gedijt
kamerheer
...en sterft in het onrecht.
dienaren
Wai-oy...!!!
muziek; allen in koor
Libiwan, na ju koloku mi de bar'o, libiwan. Dedewan, we dan ju lasi leti kaba-ho, dedewan.
(cirkelgang van dit gezang)
kamerheer
Het gezang van dit leven bekijft ons het recht... | |
[pagina 154]
| |
wapendrager
(schiet naar voren)
om naar gelang de afkomst, stand of rang te spreken van gestorven recht! Verworven recht behoort de levenden, maar dan slechts 't recht te sterven, in de hoedanigheid van onderdanen van de dood in stervensnacht en duister!
Met een paar ferme slagen (drum, pauk) verschijnt de Watramama (Moerasvrouw), rijzend op de achtergrond, vóór de troon. Gaat, wiegt de troon, reikt naar de hoogop hangende kroon; voert dan een reinigingsritueel uit en bekleedt de troon met uit bladeren gevlochten matten, zodat deze er niet meer uitziet als kultuurgebonden, maar als een soort nest in de natuur.
watramama
Wat hoor ik? Spreekt
de leegte om mij heen uit doden?
Nee, doden spreken niet, noch reden zij.
Het zijn de bomen, bomen, bos.
Het zijn de schaduwen van de plantage.
Er heerst verdriet, er is geen ware werklust.
Een harde hand graaft een kanaal
voor welvaart, wel-vaart, tussen stad
en achterland. Progressie om de daad.
(danst ritualistisch om troon heen)
Wuif bomen, vol van trossen!
Baar aarde, baar! Natuur verschoont ver-
ledentijden en hun kwade dag.
De achterlaters tonen aan hun erflieden
slechts een gedroomd gelaat, waarbij
de liefdeloosheid die eens was
verbleekt tot nachten zonder maan
en de glans van 't resultaat
verbijstert en verbloesemt.
Wentel nu aan, o dageraad!
(zon op)
allen
(zoals in scène 3)
Mamanten, ho..., mamanten
| |
[pagina 155]
| |
Morgen, de morgen...
De morgen vol luister...
De morgen vol licht...
O, de koninklijke morgen...
Er wordt bij de voorafgaande tekst een krans gelegd op de troon, terwijl de bananentiara als een enorme kroonluchter omlaag komt. De kranslegging kan ook politiek worden vertaald: in de krans de symbolen van het kapitalisme/kommunisme/fascisme/racisme...
watramama
Er is een koninkrijk vol waakzaamheid ons in het hart gesticht.
allen
(vol schone zang)
Ho..., mamanten... | |
[pagina 156]
| |
- Scène Zestien -
Plaats: Almeida's hof [= Ba Kuku's paleis]
Tijd: ochtendvroegte Temperatuur: 21 graden Celsius (koel) Aktiviteit: Koningin Almeida regeert; dekor van rijpe trossen die aan een lopende bandkonstruktie (fabrieksidee) hangend voorbijtrekken Aanwezigen: Vrouwe Almeida, Tara, Kamerheer
ma meida
Aandelen groeien in hun waarden. De Algemene Maatschappij van dat Kanaal maakt winst. Aay, aay, bloeiende toverachtigheid lijkt dat ding: papier wordt goud! Aaybaya, aay! Plantaasje Isamundo, je hebt stand met aanzien! Geen aanzien zonder stand, me schat! De Achterstad levert ons winst: schepen vol met karrevrachten; geen doden meer, natuurlijk, ma' goederen! De Achterstad, 't lééft, door óns!
(streelt zichzelf over de buik)
Vruchtbare werkelijkheid, na so ju tan? Is zó is welvaartsleven: 't schept en schept... en die rijkigheid d'rvan? 't Schept zichzelf tot een Amsterdam, of 'n Kanaalstad, of hoe ze 't ook noemen. Isamundo, jij bent rijk - ma' dan nie zonder mij. Nie zonder mij met mijne strenge hand!
(applaus)
Nie zonder mij, Ma Meida!
tara
(komt aanrennen)
Koningin Ma Meida, Oppervrouw en Koningin! Ik heb een kwaad bericht voor u: takru-tori! takru-tori! Bij dat kanaal in aangraving wordt er gestaakt, gestáákt!
(lopende band stil)
ma meida
Wat? Hang hem daar op!
(wijst naar de inmiddels weer lopende band)
Een staking? In míjn rijk? Het broeit! Het broeit allang! Ik wíst het: kwaaie krachten proberen de boel te ondermijnen. Er rijpt een vrucht van bitterheid, maar dan in míj, niet onder de door mij begunstigden.
(gaat, neemt trossen van de haken, smijt ze neer en vertrapt ze, terwijl ze tekeergaat tegen het volk)
Geef ik jullie geen werk voor jullie klauwfieters? En?! Laat ik jullie niet het brood eten dat op míjn akkers is geoogst in de vorm van rijkarige tarwe? Of desnoods banane-
| |
[pagina 157]
| |
meel? Vreten jullie niet van het geld dat onder míjn bewind in Casa Isamundo werd gestoken? Hoe barbaarsig ondankbaar zijn jullie niet! Al dat gedrochtelijke tuig dat van overal her hier naartoe is komen aanslepen, om te profiteren van de welvaartsplannen! Die polderjongens? Bedelaars zijn ze van nature! Moordenaars van karakter! En lager, lager dan de vloedlijn, is hun hongergierige inborst! Hun dierlijkheid verrot mijn staat! Modderlijke figuren zijn ze, in de meest letterlijke zin: putgravers, liertrekkers, kruiers van het ontuchtelijk bestaan dat mijn groothartige gezag niet wil erkennen. Ik ga ze onmiddellijk ontslaan. Wat zeg ik?
(loopt naar voren met een banaan, werpt deze op de grond en vertrapt de vrucht)
Ik Vrouwe Ma Meida, Koningin van Casa Isamundo: ik ga ze breken, hun weerstanden verpletteren, ze wegvagen, als het slijk van het grootste barbaarkanaal! Hier!
kamerheer
Maar Vrouwe Ma Meida... denk toch een weinig om het recht. Ze hebben al dagenlang geen eten.
(gaat, pakt vertrapte banaan op)
Slapen in vochtige schuren vol muskieten, luizen, wantsen. Honderden bij makaar, als trossen op een vrachtpont geladen. Ieder z'n stinken, wordt andermans stank. Rottende wonden, kwijnende harten... Dat alles zonder recht op goed bestaan.
(geeft met afgrijzen de banaan aan Tara)
ma meida
(keert terug naar de troon, maar bestijgt trede voor trede en loopt per tree over de gehele lengte, zodat zij duidelijk alle hiërarchische ruimte beslaat en ieder haar uit de weg moet en dus zichtbaar van z'n statusplekje wordt verjaagd)
Zwijg! Jij, bent erger dan de dood: je bent de beerput van het onverstand!
(spuugt op de grond)
Knecht van 't gezag! Dacht jij, dat ik niet weet, dat jij tot barstens toe verrekt in de begeerten naar wat ík bezit? Een smerige aasgier ben jij, die hunkert naar de dood van de gekroonde aller dieren! Om de vleesresten, de botten! Het versleten en vergane juk dat lijf heet, zul jij ooit bezitten, óóit. Ma' luister hier: dat wat de ware macht vormt, de kroon, de parels van de edelheid en bovenal, de edelste steen die de zuiverheid van het heersende gemoed vormt, zul je nooit bezitten, nooit, nooit, nooit!
| |
[pagina 158]
| |
(ze randt hem aan)
Nooit en te nimmer, nooit! nooit! nooit!
(ze laat zich vallen in zwijm; Kamerheer houdt toeschietenden op afstand; ze komt bij, kijkt smachtend naar hem op, terwijl ze aan zijn voeten ligt)
Nooit... nooit... nooit...! Want míjn macht is de macht van een illusie... van een afwezige, nee, twee. Twee die elkaar liefhebben, ik de derde, met de kroon van verdriet om 't verloren domein: in het hart van Ba Buba, de liefde.
Snikkend wordt ze omhooggehesen.
| |
[pagina 159]
| |
- Scène Zeventien -Plaats: Ba Buba's bospaleisje (nu overwoekerd door lianen enz.; Ba Buba heeft er een mini-kopietje van z'n grote troon)
Tijd: late ochtend Temperatuur: 28 graden Celsius Aktiviteit: parodie op Ba Buba + betoog met besluitname Aanwezigen: Dienaar 1, Dienaar 2, (later) Ba Buba Ba Buba is afwezig (op bostwalet).
De dienaren hebben wat uit een flesje rum zitten drinken, worden oneerbiedig, parodiëren hun meester.
dienaar 2
Ba Kuku-ku-ku-ku kuku-kuku-ku... kukúk! kuk!
dienaar 1
(verbetert)
Ba Buba-bu-bu bubu-bu-bu-bu-bu bub! ahahahaha!
dienaar 1, 2
Ba Kuku-Ba Buba, Ba Buba-Ba Kuku, Ba Kúúú..., Ba Búúúúúúú...
(lol)
Al die tijd staat Ba Buba heimelijk na zijn terugkeer vol pret toe te kijken.
dienaar 2
Weet je iets? Ik ga je wijzen hoe Ba Buba loopt. Kijk, zó!
(demonstreert)
dienaar 1
Is niewáár mang! Hij loopt zó, zijn koninklijke bil schudt zó, z'n ribbekast gaat die kant op, zo: zó, en z'n hoofd lijkt net op 'n waaierpalm en die waait deze kant uit: zó.
(gelach)
dienaar 2
Dan ben je z'n smoel vergeten, wanneer hij kommando uitdeelt. Die tuffe Tufi! Hij draait z'n ogen zó, net een wasbeer in de maneschijn! Dan steekt die neus van 'em zó uit: als 'n omgewaaide bananeboom! Z'n oor is als droge palmtak! Z'n lip is als 'n kokosbast! En dan z'n hele godsfiguur, mi boi, hij waggelt als een Tufi-toestand!
(lol)
ba buba
(ineens)
Is nie zó mang! Je doet 't nie goed genoeg!
Gaat,
| |
[pagina 160]
| |
parodieert zichzelf en heeft de grootste lol, vooral wanneer hij eerst gaat zitten en daarna opstaat en loopt, met de mini-troon die aan zijn kont blijft vastzitten. Dienaren kijken beschaamd.
Lachen jullie dang! Lách! Is kommando!
Ze lachen zuur, vallen op hun knieën, ontdoen met vereende krachten de koningsbil van de klemmende troon.
dienaar 1
Koning, me koning! Is niet zo bedoelen we 't!
dienaar 2
Míjn god! Wat hebben we gedaan? We hebben...
ba buba
...Ba Buba gezien en gewezen, precies hoe hij ís. En menselijkheid hoeft niemand níemand te vergeven. Staan jullie op! Voet is gemaakt om lijf te sjouwen. Sta op, un hopo!! Fo die twee minuut dat ik de natuur als weecee ben gaan zitten gebruiken...
(gaat op de mini-troon staan, zwaait met banaan als skepter, nee, als dirigeerstafje)
dienaar 2
Ba Buba! We zijn komen vragen of Ba Buba snel terug wil komen. Want Ba Buba weet niet: het gaat slecht met Casa Fortuna... eh, Casa Isamundo! Plan fo kanaal, 't maakt zijn vordering, snelsnel. Ma' ziet Ba Buba: de rechten? Die schapenrechten die ze aan die mensen geven - zelfs schaap heeft meer recht om vrij z'n wei te lopen grazen, dan arbeider recht heeft om vrij te staan en te gaan lopen.
(Ba Buba tikt hem even met de banaan, ten teken dat hij met z'n gedrag en/of verhaal uit de maal loopt)
dienaar 1
Levende mensen daar, Ba Buba, hebben eigenlijk dooienrecht! Ija! En nu dat dat ding daar slecht gaat met geld, zeggen ze: is die schuld van die buitenstanders, Ba Buba!
(het koningopperhoofd geeft ook deze een bananentik)
ba buba
Buitenstanders? Hoezo buitenstanders? Je bedoelt toch niet mensen zoals Ba Kuku en Ba Buba, die buiten de plantaasje staan in een koninklijk hutje?
Begint weer te dirigeren. Hier kan Dienaar 2 z'n lach niet meer inhouden, begint weer koninklijk te spotten.
dienaar 2
Ba Kuku-ku-ku-ku! Kuku-kukuuuuuuu.....
dienaar 1
Stop dat ding, man! Ba Buba is geen Ba Kuku meer, sins hij die plantaasje heeft verlore aan die regerende Ma Meida, | |
[pagina 161]
| |
koningin.
(als vies woord)
Koningin! Opperhoofdès!
(Ba Buba's reaksie: troon afstoten)
dienaar 2
Koningin en... binnenstandster!
ba buba
(gooit banaan weg)
Aha! Me hersen in me hoofd begrijpt dat ding al: een binnenstander is zoiets als een inboorling, no? En een buitenstander is van buiten gekomen, áánboorling.
dienaar 1
Koninklijk juist, Ba Buba! En buitendien, hij is nie alleen komen werken, hij is komen wonen ook!
ba buba
Wáárom dat onderscheid zo dang? Sinds we onze voet hebben weggetrokke daarzo...
dienaar 1
(begint zich te gedragen als putjesschepper, dus schopdieker, kruier, sjouwer)
Ba Buba bedoelt: sinds Ba Kuku die macht heeft verloren! Sinsdien, is zoveel veranderd, dat ik je nie kan zeggen!
dienaar 2
Laat dat soort konkeltori's! Je maakt Ba Buba's balanceerderij nog wankeler! We hadden het over buitenstanders!
dienaar 1
A... ja! Die buitenstanders, no? Die komenwerkers & die komenwoners! Wel, ze krijgen die schuld van wat foutgaat met Casa Isamundo's kromme ronde centen. Welnu, mensen die zulke dinges uitkraaien beseffen niet dat ze maar één lot hebben: datzelfde!
ba buba
(werpt een onzichtbare tros van z'n schouder)
Hoe?
dienaar 2
Eén en datzelfde lot, Ba Buba! Allemaal moeten ze zweten. Allemaal moeten ze zweten en vreten, van én voor die opbouw van Casa Fortuna...
ba buba
...eh, Casa Isamundo! Maar kom, het is genoeg geweest hier!
(herneemt vorstelijke houding)
Ga! Ga-zeg ze! Verkondig ze, met Tufi-blijheid, dat niet allenig Ba Buba terug gaat komen, maar dat hij Ba Kuku ook terug gaat brengen op ze! Zeg ze: we komen allebei!
(spot met z'n trots, tovert lege bananeschil tevoorschijn)
Ba Tufi-Ba Koning-Ba Kuku-Ba....Bubaaaa!!
Dienaren blij, beginnen te loven en te dansen.
| |
[pagina 162]
| |
dienaren
Hij koooooomt! Hij koooooomt! Volk, Ba Buba keert terug! Met zijn Ba Kuku! En met zijn Tufi!
(zingen en dansen)
Tufi-Tufi! Tufi-karimba!
(herhalen deze regels ritmisch)
We zijn blij no m'moer! We zijn blij no k'ka!
(zang)
Tufi-Tufi! Tufi-karimba! (einde zang) Whu-hu-ha! Ba-Ba-Kuku-karimba! Tufiiiiiiiiii!!
ba buba
(bezweert)
Nono! Nono! Nee! Het moet geheim blijven! Groot als een bosgeheim, ik swéér fo je!
Gaat, pakt de houwer (dus het grote kapmes) van de rituele immuniteitsdans bij het wasbekken en strijkt met hand over de scherpe kant van de houwer. Waarmee hij aangeeft: ik ben klaar voor én mijn terugkeer én het op orde stellen van zaken.
|
|