Het koninkrijk IJmond. Ba Kuku-Ba Buba. Een oraal koningsdrama in vijf bedrijven
(1985)–Edgar Cairo– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 107]
| |
[pagina 108]
| |
- Scène Zes -
Plaats: bostempel (= soort heidense kathedraal)
Tijd: einde morgen, volop dag Aanwezigen: Ba Kuku-Ba Buba, Kamerheer, Wapendrager, Dienaren 1 en 2 (flankeren K.), Tara en Sombro (flankeren W.), Vrouwe Almeida (Ma Meida), twee hofbeesten Aktiviteit: kroning
Deze scène speelt zich vrijwel af zonder woorden. In aanleg doet het gebeuren nogal kristelijk en westers-traditioneel aan, maar gaandeweg krijgt het iets heerlijk heidens. Er zijn talloze mogelijkheden: reidansen, feestelijke muziek die vooral de ritmische bewegingspatronen begeleiden en onderstrepen.
Ba Kuku-Ba Buba krijgt zijn mantel om, daarna zijn kroon, de bananentiara (kan ook gewoon een opgerolde slang zijn, die hem op het hoofd wordt gezet, terwijl een enorme bananenkroonluchter tot boven zijn hoofd uit de lucht neerdaalt). In eerste instantie is degene die hem kroont een paus (Kamerheer in vermomming?); maar deze ontdoet zich van zijn pauselijke kleren en... er blijkt een in Afrikaanse tooi geklede vodu-priester onder te zitten. Er volgt eerbetoon, eerst op vrij klassiek-europese wijze, met buigingen en zo, maar gaandeweg krijgen de bewegingen iets oerritualistisch. Het koningopperhoofd laat nie na zelf een komisch pasje ten beste te geven. Dan volgt de inwijdingsrede.
ma meida
Mensen, zetten jullie jullie oren góed!
Ba Kuku wil jullie iets zeggen.
(tegen Ba Kuku)
Zég dang, Kuku!
ba kuku
O jullie hartsgeliefde onderdanen van plantaasjeland Casa Fortuna!
tara
(stiekum)
Geachtige banananen!
ba kuku
Wij, Oe-wij, Ba Kuku en ik, samen gekoningd en gekroond, Ba Buba! Wij, de koninklijken, zeggen u met het grootste hart van oerwoudland een warmdadig mooi ‘dantjewel’. Wij weten | |
[pagina 109]
| |
dat 't nie alles is fo opperhoofdkoningen zoals wij, om met de macht te worden ingehuid...
sombro
Ingehuid?
ba kuku
...en ingelichaamd tot uw Tufi zeg ik dit
(maakt Tufiteken)
samen met Ba Buba: snodelingen hebben, nog voordat wij één kroon hier op ons hoofd kregen geperst, geprobeerd om verbrande houtskool in onze etenspot te gooien.
dienaren 1 & 2
(verwonderd)
En?!
ba kuku
We weten, in het duister van Duisterland, onze keerkant, onze geestenwereld, leven naast goeie kracht alle soort van kwaaiigheden. Bakru's, Leba's, Yorka's met hun schedelpraatjes. Apuku's ook, die Duistergeesten. En Azema-Zombi's, die een mensenpaar het bloed uit hun lijf kunnen lopen zuigen. A so wi taki, ja, is zó is gezegd, door Ba Kuku, en tevens ook Ba Buba. Is niewaar, Ba Buba?
Vraagt dtis zichzelf af of dat niet waar is, beaamt.
Weldang, ze hebben onze boezembuikgeliefde Ma Bubuktu,
(met zeer veel spijt)
onze slaapmatvrouw, ontvoerd. Ontvoerd, misschien vermoord zelvens! Láát ze, die duistersnodelingen! Láát ze hun Azemanek breken! De goeie krachten zullen ze aftuigen, wie ze ook zijn, die mij en die ander, wij, Ba Kuku-Ba Buba, een gelukkige kroningsdagmorgen bespijten.
tara
Bespijten no?
dienaar 1
Is benijden bedoelt hij...
dienaar 2
...bedoelen zíj...
sombro
...dang is het de takkie-takkie van die Tufi-Tufi's zeker! Ja, is dat praat hij.
dienaar 2
...praten zíj!
ba kuku
Maar... het allerwildzoetste geluk... haha... een peperverse koningin... het geluk buikt hier met ons! En het borst - een beetje minder wel, dan bij Ma Bubuktu
(Ma Meida kwaad)
- eveneens
| |
[pagina 110]
| |
hier met ons.
Ba Kuku geeft haar een koninklijke brasa, omhelzing.
Regeren, me mensen, zegt Ba Buba ook, is balanceren!
(denkt zelf na over z'n uitspraak)
Is nie fo niks zeggen we in Tufi-land, dat die mensen hun kleren naar de wasplaats brengen, om het van dat vuil te genezen. Dat wil zeggen: afscheid nemen van geleefde leven, is nie zo?
(volk beaamt)
Weldang, geachte levers van Casa Fortuna...
tara
Geachtige banananen!
ba kuku
Geachte Fortunanen, aay, aay, Geachte Casanen, tevens Fortunanen...
kamerheer
Ba Tufi, maak het asjeblieft een beetje kort!
De koning is even van zijn apropos, raadpleegt zijn Wapendrager, daarna Kamerheer.
Het volk juicht alvast, maakt het Tufi-teken. Tara en Sombro zonderen zich af, terwijl de twee dienaren zich om de kledij van Ba Kuku bekommeren. Terzijde
sombro
Vlug, wat zullen we nu doen Tara?
tara
Niets! La' we gewoontjes rustig blijven Sombro.
sombro
Aay, aay! En juichen no? Juichen fo Ba Kuku?
tara
Vergeet Ba Buba niet!
sombro
Ik vergeet niemand niet, zelfs niet onze...
Zijn woorden gaan op in het luide gejuich dat Tara veroorzaakt.
tara
Lang leve onze Opperhoofd-koning Ba Kuku!
sombro
Wuuuuu!! Lang leve Ba Buba, de vóórman, nee, vóórkoning!
tara
(overtreffende trap)
onze Bosbaas-vóórkoning!
sombro
(superlatief)
onze Koningbaas-koningman, nee, Koningmankoning!
sombro & tara
Lang leve Ba Kuku-Ba Buba...
dienaren 1 & 2
...Ba Koning-Ba Tufi...
allen
Ba Ko-o-o-o-o-o-o-ning! | |
[pagina 111]
| |
- Scène Zeven -
Plaats: idem scène 6
Tijd: idem scène 6 (overgang tussen scène 6 en 7 met rustige muziek) Aanwezigen: idem scène 6; erbij komen minimaal 4 personen: Graniman, de Drager van het Ereteken der Goden, plus 2 drummers plus rateldrager/podiumveger, plus nummer vijf: de sprenkelaar uit de kalebas [plengofferaar].
Onder grote konsternatie, met zeer Afrikaanse muziek, verschijnt Ba Grani, de Drager van de Eer der Goden. Ba Grani wordt voorafgegaan door een Leba [Wegbereidende Geest] in vodden, die de weg schoonveegt. Daarachter volgt een Apuku [Aardse Vooroudergeest], die al ronddansend met een kalebas een plengoffer brengt en een obja [heilig voorwerp] draagt. Op de derde plaats volgt Ba Grani, de Kumanti-geest [een soort Strijdgod uit het Luchtpantheon], geflankeerd door twee Afrikaans uitgedoste drummers (draagbare drums die met een gordel om het middel zijn bevestigd en die tussen de benen van de dansende drummers wordt gedragen). Let op de volgorde en kombinatie: 1 + 1 + 3, een strenge ordening. Het mag ook zijn: 1 + 1 + 2 + 1 óf 2 + 1 + 2. Er zit een duidelijke hiërarchie in de opkomst. Eventueel twee danser(s)essen erbij.
NB. Dit is een grote scène. Indien er te weinig spelers zijn, kan er ook uit het vorige gezelschap worden geput. De twee hofdieren bijvoorbeeld, worden dan op tijd afgevoerd wegens hun kabaalmakerij (gebrul tijdens Ba Kuku's en andermans woorden). Ook de muzikanten van het hof hoeven bij de vorige scène niet zichtbaar aanwezig te zijn. Tara en Sombro kunnen na scène 6 zich snel gaan omkleden. Ba Grani kan ook gespeeld worden als (een van de) dubbelrol(len) van Ma Bubuktu, die immers niet aanwezig is. Bij al haar (dubbel)rollen moet haar voorkomen steeds veranderen, maar zij moet iets dragen, een telkens herkenbaar voorwerp, bijvoorbeeld een brede, versierde ceintuur, die haar gedaantewisselingen voor de toeschouwer openbaart. Daarmee geeft ze een aparte dimensie aan het stuk: die van het ‘illusoire’, het ‘toverachtige’, de steeds terugkerende magische | |
[pagina 112]
| |
persoon, de vele gezichten van de verbeelding. Dit stemt overeen met de traditionele rol van de ceremoniemeesteres die het dramagebeuren openlijk - nu dus heimelijk - leidt. In diepere zin krijgt zij ook nog de prachtige betekenis van ‘de stille manipulatie van de macht door verholen krachten’. Er is ook een andere manipulatie van de macht, door berekening en opzet. Dit element vinden we terug bij de andere vrouw van de koning, Ma Meida (met degenen die aan haar kant staan).
kamerheer
Ba Kuku, zie: de Drager van het Ereteken der Goden is gekomen! Ba Kromanti!
ma meida
Een stoet van geesten! Is dit toverij?
wapendrager
Nee, koningin. Leba vooraan, de Leba... Lebageest, maakt schoon...
kamerheer
...voor de zegenaar, plengofferaar, een Apuku!
ba kuku
Kromanti! Ba Kumant'ooooooyyy! Ye!
(raakt in trance)
Onder het maken van geluiden uit de Winti-sfeer, het Godenritueel, wordt de koning met amuletten behangen, in de heilige klei-aarde ingesmeerd, na met de heilige bezem van de Leba te zijn schoongeveegd. Hem wordt uit de kalebas te drinken gegeven, hij moet met de hand van de obja eten, een kip (of haan) verscheuren. De witte kip, of 'n zwarte, met spikkels, wordt met de tanden uiteengereten. Al die tijd verkeert men in trance. Koning, koningin, Wapendrager en Kamerheer, iedereen danst in dit Afrikaanse koningsritueel. Aan het slot wordt Ba Kuku het heersersteken van de goden aangeboden: het is het Teken van het Medicijn: een staf met aan het ene uiteinde een Afrikaanse kop en aan het andere uiteinde een mammie-vrucht [soort bosappel die dient als rijksappel uit de Europese tradities].
Met veel tamtam treedt de stoet terug, maar hun ritmische gestamp, de muziek, hun zang en hun sterk hoorbare aanwezigheid op de achtergrond [= de god in ons bestaan] blíjft.
Dan richt de koningopperhoofd zich weer tot het volk, dat in zijn reaktie ook Afrikaanser is geworden. Eerst dus een Europees aandoende viering van het ko-
| |
[pagina 113]
| |
ningschap en daarna een Afrikaanse. Tenslotte volgt een meer ingetogen viering (‘de filosofische’) met aan het eind Ba Kuku's intentieverklaring.
Ba Kuku maant, tussen de drukte door, om stilte. Deze volgt pas na lofuitingen:
allen
Machtige koning!
Ba machtige Tufi!
Ba machtige opperhoofdkoning!
Ba Kuku-Ba Buba, Ba Man van de Macht!
ba kuku
Is nèks, mensen, is nèks.
(als hij ziet dat ze blijven juichen, hoofdschuddend)
Is nèks dan die kroon van verdriet op ons hoofd,
dat geen ander fo ons kan staan dragen.
Dan stopt de koningin de menigte in haar toejuichingen met een breed gebaar. De kamerheer zet onderstaand lied in, in het Sranan (de eerste 2 regels, eerst zonder muziek). Blijft neuriën. De koningin geeft plechtig de vertaling van de komende tekst. Dan volgt het lied in het Sranan.
Taki, di j'e bari donke,
di j'e bari.
Di j'e bari donke-he,
di j'e bari.
Di j'e bari donke,
na bun fu ten j'e kar'-o.*
Di j'e bari donke,
di j'e bari!
A donke, donke,
di j'e bar'oi!
O, je roept dat je niet geeft
om de macht, om de macht.
Je plukt niet de dag
en je geeft niet om geluk.
| |
[pagina 114]
| |
Maar het is het leven
waar je wèl om geeft.
Dus zijn je woorden schijn
en... stèrf je om geluk.
O, je sterft om de zegen
der tijden!
NB. Donke spreekt men uit als dongtje, dus in feite het Engelse don't care. De slot-e klinkt ongeveer als de i van is, ik, vis etc.
De o in dontje (of genasaliseerd: dongtje) klinkt als de o van Othello (ofwel de o van oor, maar dan kort). *Variant van deze regel is: Na bun fu ten j'e suku ba!** **ba duidt hier niet op 'n titel zoals in Ba Buba, maar het is 'n tussenwerpsel (afkorting van baya, bet.: nou; vroeger betekende baya: liefje).
allen zingen mee
Ba Kuku-Ba Buba staat op. Spreidt armen, dankt en maakt gebaar fo stilte.
ba kuku
Dit is wat ons verstand gaat doen fo jullie, onze intensieverklaring, om te eh... balanceren! Taki, lobi fu ten,
a sa doro.
Gi den wan di no wiki ete.
Lobi fu ten,
a sa doro.
Terzijde
Reaktie 1:Wat zegt hij dang?
Liefde fo de armen?
Liefde fo verdrukten?
Ba Kuku is Ba Gek geworden!
| |
[pagina 115]
| |
ba kuku
Gi den wan di ben de
figifutu f' katibo.
Lobi fu ten,
a sa doro.
Terzijde
Reaktie 2:De slaaf vrijmaken?
Gerechtigheid fo arbeider?
Hij is gek! Hij maalt!
ba kuku
Gi den wan di no feni
den reti ete.
Lobi fu ten,
a sa doro.
Terzijde
Reaktie 3:Hij is zo tof als...
'n tros bananen!
Ba Kuku is revo geworden!
ba kuku
Gi den wan di e ke
nanga soro a den ati.
Lobi fu ten,
a sa doro.
Gi den wan di e pina,
gi den wan di e soktu,
lobi fu den ala,
a sa doro!
NB. Bovenstaande tekst (links) wordt als een soort ritmisch gedicht met drumbegeleiding door Ba Kuku voorgedragen. De reakties volgen bij tussenpauzes.
Applaus!
| |
[pagina 116]
| |
Letterlijke vertaling van Ba Kuku's intentieverklaring:
De liefde der tijden/ zal komen./ Voor hen die nog niet zijn opgestaan./ De liefde der tijden/ zal (over hen) komen.// Voor hen die de voetveeg waren/ van de slavernij./ De liefde der tijden/ moge over hen komen. // Voor hen die nog niet/ de gerechtigheid vonden./ De liefde der tijden/ zal over hen komen.// Voor degenen die zuchten/ met hun wond op 't hart./ De liefde der tijden/zal over hen komen.// Voor hen wier bestaan het lijden is/ en voor hen die het kermen belijden (als uiting van de pijn in hun wezen),/ zal er de liefde van de tijden zijn./ O, de liefde zal over hen komen!// | |
[pagina 117]
| |
- Scène Acht -
Tijd: 's morgens, vlak na de kroning
Plaats: idem aan de vorige scène; er zijn slechts twee doeken aan beide zijden van de wankeltroon opgetrokken om Ba Kuku tegen de felle zon te beschermen. Aanwezigen: Ba Kuku; de Kamerheer komt erbij, brengt dik boek waarin de koning iets schrijft.
ba kuku
Wel, lees fo me dang, wat deze Tufi-hand van onze Ba Kuku heeft opgekalefaterd.
kamerheer
Eerste grondwet-wet: alle arbeiders, dat wil zeggen: bananeboomplanters, trossekappers, sjouwers, zwoegdienaren, maar ook aanstaande kanaalgravers, allemaal zo, zijn ze hier om hun bast te laten zweten.
ba kuku
(vult aan)
Mooi! Onze arbeiderskolonie, zogezegd. Maar noem Ba Buba geen arbeiderskoloniaal!
(vermanend)
So!
kamerheer
(komt verder dichtbij, troon wankelt)
Ma' koning...
ba kuku
Wel, regeren, mi boi, regeren is: balanceren. Ga verder!
kamerheer
Tweede grondwet-wet: alle eigendom van Casa Fortuna, is eigendom van niemand anders dan eh...
Op dat moment komt Vrouwe Almeida aanrennen. Na veel gewiebel staat ze, gebogen naast de koning (zij links, Kamerheer rechts).
almeida
...behalve ik, me koning Kuku! Alles hier is van de plantaasjehebbers met die geldaandelen van ze. Behalve ik met me vlees en me bloed! Want ik ben van jouw je gloeiendnieuwe liefdesvrouw.
(gelach)
Je wéét toch, me lieve Ba Kuku?
(plaagt)
Ba Buba weet 't trouwens ook.
ba kuku
(voor zich uit)
Aay, deze dag met zon z'n schijn! Chm! Chmchm-chm! Chmmmm!!! Eerst waren we nie goed genoeg om op te spuwen. Eerst waren we maar tufdadig 'n aanzienloze boeren- | |
[pagina 118]
| |
toefje! Dan nú..., nu wij kóning zijn geworden... afèn! Kom, lekker peperboutje! La' we jou een toffe tweelip-zoen geven!
Innige omhelzing volgt; het paar wil elkaar niet loslaten; troon wiebelt. Kamerheer poogt einde te maken aan smakkende zoenpartij.
kamerheer
è-èm! è-èmmm!!! [= ahum!] Derde grondwet-wet is die afwaterwet van deze grootplantaasje. We gaan een ontwikkelingsbeleid gaan voeren. Ija!
ba kuku
(z'n bruid aanstarend)
Op persóónlijk en eh... sociaal gebied. Maar onze uitgangspunt is: de rechtvaardigheid. In Tufi-land zeggen ze: twee potten kunnen wèl één maaltijd tegelijk staan koken, ma' andersom-omgekeerd níet. Dus la' we samenwerken.
(gejuich)
Van hedenmiddag af al, wordt kanaal gegraven.
(protest)
Ba Kuku èn Ba Buba hebben zo gezegd. Als het volk blijft protesteren tegen het werken op deze kroningsdag. Okee dang: Ba Kuku bevéélt jullie om te gaan werken; ma' Ba Buba zegt: nemen jullie die feestdag van vandaag góed vrij. Iedereen staat perpleks: wat nu? wat nu? wat nu? Het wordt nóg leuker.
ba kuku
Kamerheer!
kamerheer
(gehaast, gedienstig)
Ija?
ba kuku
Ba Kuku wil dat u een geldbericht stuurt naar de Algemene Republiek, een spoedbericht met renhaast! Hierzo!
(geeft briefje)
kamerheer
(ijlt heen)
Uit de weg! Spoedbericht! Spoedbericht!
ba kuku
Blijf staan! Want Ba Buba heeft gehoord van Wapendrager dat er gevaar is.
(vraagt Wapendrager)
Is nie zo?
(W. beaamt)
Dus niemand moet hier z'n voet weghalen. Maar Ba Kuku wil z'n spoedbericht!
(K. rent verder, stopt weer en keert terug, gaat weer, keert enz.)
Ga! Nee, Ba Buba wil niet! Ba Kuku zegt ja! Nee! Ja! Nee...
Kamerheer zijgt vermoeid neer, waarmee de schizofrene situatie van macht en onmacht in het Kukujaanse rijk is gedemonstreerd. Ook willekeur van de macht.
ma meida
Maar wat wil Ba Kuku-Ba Buba dan wèl? | |
[pagina 119]
| |
ba kuku
Nèks! Nèks als welvaart en vrede.
Men grijpt zich wanhopig naar het hoofd.
Op dat moment klinken er tromslagen. Een indiaanse prinses [Ma Bubuktu in vermomming] doet dansend haar opwachting bij de koning. Zij verschijnt, begeleid door een grote-tromslager en twee eveneens dansende personen (m/v) die haar aangezicht onthullen vanachter een soort gevlochten doek die hangt aan twee, elkaar kruisende, spiesen. Indiaans gezang klinkt.
Indiaanse prinses brengt haar tekst, terwijl de rest doorzingt en danst, op een typisch indiaanse wijze. Het Nederlands klinkt hier dus bizonder indiaans, maar dat betreft niet alleen de stemkleur (melancholiek, ietwat afgeknepen stem); ook de intonatie is anders. Zeuren klinkt in wezen als een verzameling medeklinkers: srn. De zangtechniek heeft bij bedoelde indianen iets van ‘zingen met een kopstem’.
indianen in koor
Jarakamawei! Jarakamawei!...
indiaanse prinses
Koningman, opperhoofd, ja, ik wil niet zeuren.
Koning, mijn pjaaiman, ja, ik in verdriet, ja.
Wát medicijn voor Rode Raaf? Voor mij ja.
Jarakamawei! Jarakamawei! Jara-kama-wei...
Koningman, opperhoofd, ik man verloren.
Zonder man afscheid, ik snel weggebracht.
Koningman, opperhoofd, weggebracht in nacht.
Jarakamawei... jarakamawei...
Ik van hem houden, zelfs met troon hem als graf.
Bij deze biedt zij Ba Kuku een mutete aan, een korf. Wanneer hij deze opendoet en een passievrucht ziet, begrijpt hij het: 't is zijn oude geliefde die hem heeft bezocht. Hij realiseert zich dat telaat, want zij is inmiddels bliksemsnel verdwenen.
ba kuku
Maar... dat was... dat was... was dat niet Ba Kuku's vrouw? Die ontvoerde?
(Ba Kuku breekt de vrucht open, wil ervan eten)
ma meida
Nono! Dat was z'n ex-vrouw, ontvoerd, vermoord en begraven!
(verhindert het eten van de vrucht)
ba kuku
...en van liefde tot wederopstanding gekomen no? Wel, | |
[pagina 120]
| |
als het niet die vrouw was van Ba Kuku, dan was het die van onze Tufi: Ba Buba.
(dit met nadruk tegen Ma Meida)
ma meida
Laat me met nonsenserij! Je echte vrouw staat hier naast je ribbekast; als een gemalin, zeg ik je, als een gemalin!
(ontrukt B. de vrucht, ruikt eraan alsof het iets smerigs betreft, gooit vrucht weg)
kamerheer
Maar wat deed zij dan als indiaanse prinses? Dit kan toch geen droom zijn, Ba Kuku?
ba kuku
(peinsend)
Ja... eh, nono, nee! Ba Kuku gelooft, hij is koninklijk overspannen. Sins zij vóórman geworden zijn en jullie koning... ach, wat zeggen we dang? Regeren is ook balanceren tussen helderheid en duister z'n gedrochtigheden.
(denkt na)
Ma'... àls dat ding zo ís, dan... dan heeft Ba Kuku een prinsès verloren! Schat die hij had! Míjn god, hij'ft nooit zo'n ding beseft.
(nuchter)
Of 't moet zijn: illusie, je betovert mensen hierzo!
(verwonderd)
e-e?! prinsès!
| |
[pagina 121]
| |
- Scène Negen -
Plaats: bananenplantage, achterland (= bij de rijen bomen in het oerwoud)
Tijd: middaguur Temperatuur: 37 graden Celsius Aktiviteit: inspektie Aanwezigen: Ba Kuku plus gevolg, waaronder Kamerheer en Wapendrager
N.B. Ook in de aankleding, bijv. van de Dienaren, komt het tweekulturige karakter van dit stuk tot uiting: een livreitje van boven, een schaamlapje met staartveren en liaan om het middelste gedrapeerd van onderen, plus hoofdtooi zoals bij de ‘natuurvolkeren’; handschoenen aan. Het lijkt haast wel kultuurschizofreen (wel móói!).’
Ba Kuku gezeten in een hangmat (kleurrijk) of een draagkorf die gehesen en gedragen wordt door ‘inheemsen’ in Afrikaanse oerwouden-tenue; ze hebben bemodderde voeten; gaan over een bospaadje. Op de achtergrond sluipen twee zwarte panters (of gele tijgers, jaguars dus) mee; ze schuifelen van bananeboom tot bananeboom; het zijn Tara en Sombro.
ba kuku
Stilhouden! Ba Kuku zegt: stilhouden! Un tapu!
(dragers stoppen)
wapendrager
Hebben jullie gehoord? Ba Tufi wil hier blijven toeven.
kamerheer
Gehoord met al onse mensenoor! Un jere kaba.
Ba Kuku kijkt lachend naar buiten en vermaakt zich over het effekt van zijn kommando's. Tara & Sombro sluipen naderbij.
ba kuku
Dat water slaapt al dagenlang hier. Wat zegt Ba Kuku? Wékenlang ligt deze hele buurt hier als een swamp. Bwèh! Ma' we gaan werken nu.
(kijkt op kaart en kontroleert)
La' we zien: daarzo...
(wijst richting T. & S., ze duiken)
eindigt dat tropenwoud... met z'n verschrikkelijke gediertes, whhhuh!!
| |
[pagina 122]
| |
kamerheer
Un kaba jere: al gehoord!
ba kuku
Dan aan die andere kant daarzo, leidt die weg ons naar een stukje bergland. Hierzo is swamp, dáárzo is savanne. Daarzo is witzand, hierzo is modder. Dat water wil wegrennen, ma' 't kan niet, want ons stukje grond ligt plat.
wapendrager
Plat zegt Ba Kuku?
ba kuku
Ija no? Plat. Want 't is platteland hierzo. En behalve dat, 't is laagbodemland ook.
(kijkt kaart)
Dus Ba Buba en die ander, we gaan zorgen dat onse kanaal... whèhhhh!
(schrikt zich een ongeluk wanneer hij merkt dat die T. & S. over z'n schouders meeloeren; ze vluchten)
kamerheer
Heer Tufi, wat was dát fo ding, heer Tufi?
ba kuku
(tegen de Wapendrager die achter het tweetal aanging en terugkomt)
Heb je ze al aan stukken gehakt? Zeg vlugvlug, heb je ze al gerampeneerd?
(leeft dan pas zijn schrikreaksie uit)
Míjn god! Ze willen ons vermoorden! Waaaaiiii!! Hellep! Wilde tijgers! Rooie tijgers! Zwarte tijgers! Ze gaan Ba Kuku opeten! Míjn god, we zijn dinee geworden! Woooiii!!
Hij schudt, hij beeft.
wapendrager
Kalmeer! Kalmeer! Ba Kuku hoeft nie bang te zijn! Kijk hoe Ba Kuku sidderlichaamt!
kamerheer
(stelt zich beschermend op)
Ba Buba hoeft ook al geen angst te hebben. Is nie fo dát waren ze hier, die tijgerbeesten met hun verscheurgezichten.
ba kuku
Hoezo bedoel je ‘nie fo dát’? Zie je niet dat ze ons bíjna hebben opgegeten? Die tanden waren al in onse nek geplant!
(met grote ogen)
Slagtanden! Waaaiii!
wapendrager
Ons koning-opperhoofd heeft gelijk. Als ze gewild hadden, hadden ze Tufi-biefstuk kunnen eten. Ma' dan, wát heeft ze hier nabijgeslopen? La' me zien. Misschien dat ik het weet.
(denkt na)
Nee, nee! Dát ga ik 'em nie zeggen.
(ineens)
Ooo, ik wéét: Ba Kuku's plannen! 't Zijn spionnen!
| |
[pagina 123]
| |
ba kuku
San???! Kanaalspion! Kanaalspion!
kamerheer
Ze hebben afgeluisterd en geloerd.
bakuku
(tegen Wapendrager)
Kanaalspion? Ze hadden jóu moeten verscheuren!
(tegen Kamerheer)
En jóu ook, ellendige sebrefata!
(voor zich uit)
Zie je hoe dinges van de macht werken? Sins we niemeer gewoon arbeider zijn... sins we zijn baas geworden, vóórman, vóórkoning en koningman. Sins we ons gehersende hoofd zijn gaan gebruiken. Kanaal ontworpen no?
(treurt)
Ba Kuku, wat heb je gedaan zo dang, dat duisterkracht zich tegen je is begonnen te komen te keren dang? Ba Buba, ben je niet gewoon een allemenshuid? Om zo gevaar te lopen
(schrikt)
wegens intellektigheid? En die macht die je hersengeest je geeft?
(doet alsof hij volk toespreekt)
Geachtige bewoners van Casa Fortuna! Wij zijn uw Tufi-koning wegens brein aan hersen.
(verbitterd)
Wel, alle Tufi-goden! Wáárom, wáárom hebben ze ons nie gekozen, Ba Buba en ik, eenvoudigweg omdat we Tufi zijn? Zijn twee vingers maar aan één hand niet reeds genoeg apart om op te vallen? Een bizondere bizonderheid? Zélfde hersenhoofd hebben we als zij. Ma' dan: zíj gebruiken 't niet. Of nie genoeg. Arme bewoners van Casa Fortuna!
| |
[pagina 124]
| |
- Scène Tien -
Plaats: Bakru-land, het land der kwelgeesten (territorium van ons geweten en onze angsten), moeras
Tijd: tijdeloosheid heerst in sombere, droefgeestige duistere sfeer Aktiviteit: bezoek aan het moeraswezen oftewel de Watramama Aanwezigen: Vrouwe Almeida met twee van Koning Tufi geleende beschermgeesten; Schaduwvrouw (= Ma Bubuktu in vermomming); verteller in de vorm van een Bakru (= geest met zeer groot hoofd, half in het hout gepantserd, kwelgeest)
Meida komt op als in droomtoestand, begeleid door twee Tufi-geesten die haar met hun gebaren ondersteunen terwijl ze met wijdgespreide armen, handen slap hangend, aan komt zweven.
bakru
(naargeestig)
Welkom! Welkom in Bakru-land!
Welkom Vrouwe Almeida!
Hier heerst de angstdrift, woeee,
uit een slecht geweten,
woeee, terwijl uzelve
in uw zinnen slaapt en slaapt en
oooohhh, slaapt. Ontstegen is
uw geest aan 't lichaam, chchchmmm,
op weg hierheen gedreven.
Uw drift vergt een doodse daad,
gesteld door allen die onzekerheid
beleven. Welkom in onze Bakru-staat!
Welkom, Lady Coconut! O... hahachacha...!
Terwijl twee Bakru's zich vol naargeestige pret vermaken, elkaar fysiek naar het leven staan met klappen uitdelen, hun halfhouten lijf stuktimmeren, oortrekken, pootje lichten en wat dies meer zij, schuifelt de Watramama naar voren. Het is een oud moeraswezen, gekomen uit de diepste moerassen van ons
| |
[pagina 125]
| |
gemoed. In zwartreligieuze zin is zij 'n zogeheten Winti, namelijk 'n Watramama-geest. Dat is zoiets als ‘de Watermin’, een ‘Watermoeder’. Zij is de Moedergeest van het moeras. Het is de grondgeest Aisa, maar dan nu niet op het land, wel op 't water. Noem haar maar zoiets als ‘de Oervrouwenbuikgeest’. Zij bezit vooral één ding: de wijsheid. Terwijl Vrouwe Almeida als in trance komt aandansen, komt van de andere zijde (links) de Moerasvrouw aanschuifelen. Haar haren kamt ze met 'n gouden kam. Zij draaien zes keer om elkaar heen, eerst driemaal links en dan driemaal rechts. Vrouwe Almeida blijft in het midden staan. De Watramama bekijkt haar stil en zingt.
watramama
Somen' langa mi ben wani kon,
mi agida! Ay,
somen' langa mi ben wani kon.
Na dungru hori mi-oy!
Na pasi kori miwan miwan, ho!
Kaba na de mi de,
krafuma bro wan tutu-o, ho.
Somen' langa mi ben wani kon.
bakru
't Verlangen kwelde mij
de tempel van uw geestdom
te betreden. Ik kwam,
vertrokken van 't Woudenver.
Maar 't Duister sperde mij
de Weg der Wegen,
misleidde mij, kluisterde
mij aan 't Schaduwleven.
Toen hoorde ik de kreet
der kreten: 't hoorngeschal
van 't volle leven:
| |
[pagina 126]
| |
der godenjacht in wouden,
wijd en wereld-ver.
Vervulde Droom, ik ben uw Heden!
Tijdens de herhaling(en) van het lied vertaalt een Bakru. N.B. Het Woudenver staat hier voor: de roots, Afrika, het mensen-Oer.
Dan komt het kommentaar van de Tufi-geesten.
tufi-geest 1
Een godenlied, een geestenlied!
tufi-geest 2
Uit oerbuikzwarte mythen, 't geestendom! Huhuy!
tufi-geest 1
Een Vodu-lied, vol van verlangen naar 't bezit van waarheid...
tufi-geest 2
...openlegging van 't diepste uit 'n mensenziel. Huhuy! Huhuhy!
bakru
(zeer spottend, treiterzaam)
Het is een odo, een toespeling,
(tegen Ma Meida)
Huuuuuuu! Lady Coconut! Maak je geweten wakker, huh!!
(ze ontwaakt, stamelt)
ma meida
Wat... waar ben ik? Wat... wat heb ik gedaan? Waarvoor... nee, ik heb niets te vrezen, niets, niets! Schaduwvrouw, Watramama! Wáárom ben ik hier? Waarom al deze Bakru's, om me heen?
(tegen Tufi-geesten)
Tan?! Wie zijn jullie?
tufi-geesten
Geleend, Ma Meida, geleend. Je hebt ons geleend uit de geest van de slapende koningman. Jijzelf...
ma meida
Stop! Mi no wan' jere nèks! [ik wil er niets van weten]
Ze bedekt haar beide oren, probeert te ontvluchten. De Schaduwvrouw verspert haar de weg en zingt alweer een odo-lied, een toespeling, lied met indirekte verwijzing (dubbele laag) naar Ma Meida's gemoedstoestand. Maar niet voordat zij eerst haar gouden kam aan de ineens begerige Ma Meida aanreikt. Wanneer deze wil toegrijpen trekt de Watramama haar hand terug en werpt de kam voor de toegraaiende Bakru 's.
moerasvrouw
Ju sabi ma ju du-o!
| |
[pagina 127]
| |
Ju sabi ma ju du.
Sabi ma j' d'o-ho!
Sabi ma j' d'e...
Na wan sani kor' ju.
Na wan sani du-o.
Kba bun no ben kor' ju.
Ke, mansani de-o, oy.
Ju sabi ma ju du-o!
tufi-geesten
Gedane zaken nemen geen keer.
O zie terug: er was een daad
die 't kwaad inhield,
door u gepleegd.
Maar welk kwaad?
En hoe te doen?
't Geweten raakt de steen
niet kwijt,
indien de tijd niet rust.
Dit lied is in het Sranan hartstikke dubbelzinnig. Het gezongene geldt niet alleen als kommentaar op Ma Meida's dubbele wandaad (namelijk het uitschakelen van haar tegenstandster plus het afdalen in de onderwereld om de almacht te veroveren); de Watramama bezingt haar eigen dubbelzinnigheid: namelijk als goede godin die iets slechts moet doen (een zinspeling op de afloop van deze scène) én als wezensgestalte van Ma Meida die haar liefde voor Ba Kuku verloochende via een truc. Tegen het einde van het stuk blijkt welke truc het was. Er is hier dus sprake van een viervoudige schuldvraag bij twee dubbelwezens. Trouwens, alle figuren uit dit stuk zijn op een of andere wijze dubbelzinnig, voor zover het hele stuk het zelf niet is. Het bewust-zijn en het onderbewustzijn lopen hier parallel, nee, spreken met één stem tegelijk.
| |
[pagina 128]
| |
Letterlijke vertaling lied van de Watramama:
Je wist watje deed en toch deed je het (= je wist dat wat je deed met goed was en daarom ben je schuldig)/ Iets bekoorde jou en iets hield jou voor de gek (= je raakte in bekoring van de liefde, de macht, bekoren betekent hier tevens: in de ban zijn van)/ Maar wat jou bekoorde was niet (alleen) het goede./ En wat je deed was niet (alleen) het goede./ Konklusie: moge hier het geweten spreken! (deze konklusie blijft impliciet, dus onuitgesproken)//
Algemene konklusie: beide vrouwen (godinnen) zijn dus niet óf goed óf slecht, maar én goed én slecht, waarbij allebei de eigenschappen in iedere vrouw apart tegelijk aanwezig zijn.
bakru's
Gedane zaken zijn misdane zaken!
(akelig gelach)
Steen op je hart Ma Meida! Steen op je geweten, ahahahahaha.... woenjjjj kwoenjjj kwoenjjj!
ma meida
Stop, jullie bloedkwellende geestebeesten! Ik heb niks gedaan, niks! Ik ben alleen gekomen, die hele weg hier naartoe... om... om...
(geraakt weer in trance, zingt haar lied)
De twee Tufi-geesten brengen evt. simultaan de vertaling ervan in (Gregoriaans gezongen) Sranan-Tongo.
ma meida
O schone dag vol van verdriet
dat mij het hart ontschoten is.
Aan duister's zijde schaar ik mij,
mijn ogen vol tranen
die het zicht verbleken.
Vrouw en moeraswezen, moeder, natuur,
min van de wijsheden! Tot u, tot u, o,
richt ik mij op de schreden van de angst.
Tufi gemaal? Ik gemalin!
Tufi de koning? O, ik koningin!
Tufi de machtige, hij de oerwoudkoning,
maar eenzaam, eenzaam is hij in der minne.
Aan de bron van een hart
lest de koning zijn dorst,
| |
[pagina 129]
| |
maar de kreek waar het water in vloeit
gaat gestaag aan mijn invloed voorbij.
Zijn hartstocht praalt, als orchidee.
Maar zijn woud is gesloten voor mij.
(zegt)
Want sinds Ma Bubuktu verdwenen is
waant hij dat zij prinses is,
indiaanse bosgodin. Die Tufi-waan
daar in zijn hart, die wil ik breken.
Moerasvrouw, o, ik smeek u om 'n daad:
geef mij 'n magisch wonderkruidenmiddel
om zijn wil te breken. Duistere nachtswezen,
geef mij de sleutel van de macht.
tufi-geesten
O mi kon begi ju-o.
O mi kon begi ju fu tru.
Taigi mi-o, uma fu Maisa.
Taigi mi-o,
uma fu mama Maisa, goron-oi.
Fa mi kan kroi na kownu.
Fa mi kan kis' en makti-ho.
Fa mi kan tron, na misi
di e tai en ati ori.
Gi mi wan obja, aay,
gi mi wan kroi.
Mi wani lobi hem te dede.
Gi mi wan obja,
gi mi wan kroi.
Dungr'o, gi mi wan kroi.
Mi taki: dungr'o,
gi mi wan kroi-ooo...
| |
[pagina 130]
| |
Letterlijke vertaling lied Tufi-geesten:
O, ik ben je komen vragen./ O, ik ben het je komen smeken en oprecht:// Vertel mij, vrouw die moeder is van nature. / O, vertel mij/ vrouw die 't wezen is van de moederschap, o grondwezen van onze natuur.// Hoe kan ik macht over de koning krijgen?/ Hoe krijg ik de koning in mijn ban?// Hoe kan ik de meesteres/ worden van zijn hart?// Geef mij een magisch middel, o,/ schenk mij een wondermiddel dat hem aan mij bindt.// Ik wil hem liefhebben tot in de dood./ Schenk mij een middel dat mij macht geeft over zijn vermogens,/ geef mij een wonderkruidenmiddel./ O duistere nachtsmacht, geef mij het middel van de macht./ O duisterheid der duisterheden,/ schenk mij over de machtige de macht. //
Bij deze breekt er een hels tumult los in Bakru-land. De Moerasvrouw tiert:
watramama
Wat? Jij een wondermiddel?
Een wondermiddel uit de wonderkruiden?
bakru
Een kroi! Een kroi!
Om macht te hebben over 's konings macht?
Is dat jouw liefde? Hem tot slaaf te maken?
bakru
Slavernijliefde! Woenjjj kwoenjjj kwoenjjj!
Slaaf van jouw hart? Je schaduwgeesten zingen het:
jij zoekt verdoemenis om jóuw geluk!
Je hart is een waterval... maar van venijn!
bakru
(bijtend)
Tufi-gemalin! Ba Kuku's edelvrouw! Lady Coconut!
watramama
Wat wil je nog meer? Angst en jaloezie vullen je, om de schijn, hahaha, om de schijn van een indiaanse prinses! Jóuw honger, nee, je machtsdorst is zó verschrikkelijk groot, dat je hier gekomen bent, de dood passerend, om niet alleen zijn wérkelijkheid - Casa Fortuna, macht! - maar ook de schijn van alles waar hij in de geest om geeft, je liefde te tonen.
bakru
Liefde? Liefde no? Liefde die niets is dan haat! Wèhèhèhèhèèèè! Kwoenjjj!
ma meida
Nee, Watramama. Je begrijpt dat ding niet! Grote geesten, Bakru, Leba, Kromanti, Yorká!
bakru
Ija! Ik ben hier al! | |
[pagina 131]
| |
ma meida
Ik kwam hier slechts om het behoud van eigen ziel, eigen geluk, ge-luk, liefdesgeluk! Ik kan niet aanzien dat hij groot verdriet heeft. Want zijn hart is in de ban van een ander...
bakru
Een ander! Een ander! Een ander! E-chè-chè-chè!
watramama
(nadenkend)
... de ban... haha... de ban!
bakru
Kroi! kroi! kroi!
watramama
Wacht - ik ga je helpen!
Haalt uit haar borsten [tussen haar borsten vandaan] een mami-vrucht. Deze heeft de vorm van een borst, peervormig dus, en is geel (goudgeel).
watramama
Hier! Dit is een liefdesvrucht. Kom, bijt! Nee, ik bedrieg niet: bijt!
bakru's
Bijt dang! Bijt! Bijt!
watramama
Mooi zo...
Dan ga terug nu, vlugvlug, naar je lichaam,
voordat het koud wordt, koud en stijf,
daar aan de zijde van je man. Want als ze zien
dat je bent doodgeweest... ga, me kind, ga... ga!
(Vrouwe Almeida af)
moerasvrouw
Hahahahaha...! Ze heeft van die mammievrucht gegeten! Ahahahahaha! Ze weet nieteens wie haar 't gegeven heeft! A mi! A mi! A mi! is IK! Ahahahahaha! Een liefdesvrucht gaf ik, vol met vergif! Het gaat haar van binnen laten rotten. Liefde no? Liefde? Nee, macht! Ahahahahahaaa...
Bakru's schateren.
| |
[pagina 132]
| |
- Scène Elf -Tijd: middaguur
Plaats: bananenplantage, achterop in de velden Temperatuur: 36 graden Celsius Aktiviteit: middagpauze (vangt aan) Aanwezigen: Numia en Forminor, tussen de opgestapelde zakken vol trossen
NB. Een aparte act vormt het steeds, en vooral op onverwachte momenten, weghalen van bloedzuigers en het doodslaan van muskieten op 't lijf. Kortom: voortdurende konfrontatie met de wildernis.
numia
Een lange dag.
(veegt zich het zweet van het voorhoofd met zakdoek)
forminor
Een langelange werkdag.
numia
Elke dag zweet is geen malligheid.
forminor
Is geen malligheid die je daar staat te zeggen.
numia
A so: zo staat ons leven. Zon schijnt z'n licht. En elke dag weer, heeft z'n nieuwe, gavekijkemansglans. Ma' fo ons blijft 't werk 't zelfde, mi boi.
forminor
(zucht)
mhm!
(haalt evenals Numia z'n knapzak tevoorschijn)
numia
Het zweet des aanschijns kent geen enkele verandering...
forminor
Deze man! Begin niet weer met je zwaarmoedige tori's! Al die verhalen van je maken mensen moe. Moe, moe, moe, moe! En ze geven geen enkel vooruitzicht.
numia
Behalve dat er iets met ons wèl kan veranderen. Vroeger veegde ik me blote kalebas af met een oud stuk schaamlapje. Nu draag ik hoed en gebruik ik zakdoek.
forminor
Aay, aay! Ba Kuku's plannen bijvoorbeeld. Ze gaan ons veranderen, no? Hij heeft al aktie aangekondigd: z'n Algemene Maatschappij geeft geld. Grote centen voor grote daden. Honderd | |
[pagina 133]
| |
man ekstra gehuurd. Voor z'n afwaterkanaal.
numia
Voor hún afwaterkanaal. Schopdiekers, touwtrekkers, gemalers...
forminor
Zelfs indianen als duikers. Want d'r moet niet alleen gegraven worden, d'r moeten dammen komen in dit swampenland. Dammen, stutvoeten; met boomstammen een soort van havenhoofd, daar, aan de monding van de opperkreek. Met al z'n mondwerk noemt Ba Kuku-Ba Buba dat ding een sluiswerk.
numia
Sluiswerk no? Is sluipwerk bedoelt hij! Want sluipenderwijs wordt dit oerwoud ontgonnen. Eerst een kleine faktorij, dan nu een plantaasje, grootplantaasje. Dan dalek ga je zien: Ba Kuku's waterkanaal gaat welvaart brengen. Waar praktisch niemand woonachtig was, gaat een hele arbeiderskolonie komen blijven, later, veel later nog, meer en meer mensen.
(ontmoedigd)
Meer en meer mensen, van overal. De zuigkracht van ontwikkeling.
(met grote gebaren)
Tufi-kanaal gegraven, bosland ontwikkeld, goederenvervoer, handel en wandel, eh... fabriek na fabriek!
forminor
Heb je iets tegen je eigen vooruitgang?
numia
Nono! Maar wíe, zeg me no, wíe gaat van dat alles profiteren? Die Algemene Maatschappij die geld geeft fo kanaal? Andere plantaasjes? Die ploegbazen die zij gehuurd hebben om over ons te komen lopen regeren?
(intiem)
Zeg me, Forminor, zeg me: hebben we 't nie slecht al, slecht genoeg? Slapen op de grond op ouwe, rafelige matten, ook als dat ding regent en regent? Die lekkende barak van ons? Wij als ratten in een nest? Opkoper die ons fortnight-geld van elke twee weken achterhoudt, omdat we hem fo drank en eten èn verblijfskosten moeten betalen?
forminor
Die uitzuiger!
numia
Is bloedzuiger bedoel je! Bloedzuiger en muskiet! Muskiet en dubbele bloedzuiger! We werken, we werken, we zweten, we werken! Ma' niemand van ons gaat vooruit op loon. Ze willen 't zelfs | |
[pagina 134]
| |
gaan verlagen. Om anderen, kanaalgravers, te gaan staan betalen. Zeg me, wat vreten we wanneer die dag hier opengaat?
forminor
...bakkeljouw... zoutvlees, meestal stinkend, een paar gevangen zwampvisjes, een verdwaalde kaaiman en een paar landkrabben. Koeiestaarten en varkenspootsoep.
numia
(lacht verbitterd)
Aha! Ahahahaha! We vreten, we vreten, ma' we vreten niets! Als je één banaan hier durft aan te raken, vermoorden ze je. Ontslag op staande poten, dát krijg je! Je hebt geen leven en geen recht! Ik steek deze m'mapima hel in brand!
forminor
Nono! Nono! Nee, niet doen! Kalmeer! Kalmeer! Als je dit vernietigt, heb je ook het leven van je vrouw en kinderen ver weg vernietigd. Herinner je Ba Kuku's woorden: lobi fu den ala, a sa doro?
numia
Liefde! Fo wie? Gerechtigheid? Fo wie, fo wie? Fo de machtigen! Fo de geldhebbers! Fo de hoofdbazen en onderhoofden! Fo de aasgieren die 't voorzien op al ons bloed dat in ons rent! Fo voorman, voorkoning! Fo allen, die vanwege geld of afkomst, intellektum, bestemd zijn al, om ons te runnen: de opper-opper-opperbazen, allemaal stekend als een trotse toren in de hoogte! Dan wij, wij voetstenen en dragers van die toren, wat hebben wij? Wat krijgen wij, anders dan het verduren van de allerzwaarste pinarie? En?! Ik wraak!!
(gooit met mes en vork en bord eten, maakt amok).
Op dat moment komt Ba Kuku eraan, in gezelschap van zijn Kamerheer.
bakuku
Schrijf op! We zien straten, pleinen, huizen, grachten. En zonnezegen voor dit grote rijk. We zien ontwikkeling, rijkdom, rijk-dom. En we zien vreugde, een geweldige leefzegen fo al die mensen die hier gaan komen wonen in Ba Kuku-land.
(kijkt op)
Tan? [Nee maar!] Horen we daar geen klagers klagen? Mensen, 't is nog geen begrafenis! Moeten jullie nie werken? Licht je mars op en ga kappen!
numia
(verschrikt)
Vriend Kuku... eh... baas... eh... vóórbaas... em-eh... Koning Ba Kuku-Ba Buba, onze Voormankoning. Ik | |
[pagina 135]
| |
stond me vriend hier iets te zeggen. We hadden 't over... eh...
forminor
Werk! Over ónze arbeid! En over de omstandigheden...
bakuku
(alsof hij niks hoort)
...scheppen en kruiwagens bestellen. Hout kappen voor 't maken van een bostrein, om modder weg te brengen, hele wagens vol. Matriaal! Matriaal! En zwoegers, die desnoods met kudden bosvarkens als werkpaarden het gedroomde plan in dit opperhoofdshoofd gaan uitvoeren. Tan? Neem je oor en luister dang! Ssssrrrttt! Tji-tji-tji-tji-tjowtjowtjow! Hoor hoe kleinvogeltje daar fluit. Dalek zo, gaat 't zien hoe mensenhanden hier ontginnen: want ruwnatuur z'n plantaasje, 't gaat koninkrijk worden, Ba Kuku swéért fo je. En deze arbeidsmigranten, zij worden de gelukkigste bewoners van Ba Buba-land. Besteedt nu pas aandacht aan ze. Soooooo! Wat hebben jullie voor leuks aan me te konkelen?
forminor
Niets!
numia
Niets, koning Tufi, niets.
(schudt hoofd)
Aay Ba Kuku! Vroeger was je een werkezel zoals wij. Maar macht! Macht en een hoofd dat plan kan uitbroeden, ze hebben je gemaakt tot niets, niets dan een tros bananen dat van buiten glanzend is, maar dat niemeer kan rijpen, want 't kent geen zon. A kon kruwa: vervreemd van de boom waaraan 't groeit; vervreemd van eigen bloesem.
Op het moment dat Ba Kuku razend wil uitvallen naar die twee, komt er plotsklaps een beeldschone bosnegerin tevoorschijn. Zij heeft het aanzien van een Afrikaanse prinses. Onder begeleiding van twee muzikanten danst zij en zingt de koning haar verhaal. Met ‘bosnegerin’ wordt hier gewoon een vrouw uit de slaventijd bedoeld, een ouwerwetse plantaasjenegeres dus.
bosnegerin
Taki, kele mati, kele!
Mtaki, kele mati, kele!
Dundu nekro, ja j'o?
Na ju den kali samani-ho.
| |
[pagina 136]
| |
Dundu nekro, na j'o-oi?
Na ju den kali saman'oy.
Huhuhuyhuy-huy-huy!
Huhuhuy ba, huhuhuy!
A didibowbobow.
A didi-didi bowbowbowbow.
Simultaan brengen drummer en leidsman hun tekst.
drummer(s) & leidsman
Hij is goed, maar ook slecht.
Hij is slim en ook dom.
Uit het oerwoudbuikgroen
spreekt de oerstem hem aan
om de oermens in hem
die de oerliefde kent, o,
in het hart van de
zuiverste tijden.
Tufi, tweevingerige vorst,
verscheurd in vreugde,
tegelijk in 't diepste lijden.
Lied bosnegerin die met dit lied liefst acht personages vertegenwoordigt: a) Aisa, de Aardgodin, b) Watramama, de Watergodin, c) Ma Bubuktu in de funktie van ware koningin der zuiverheid, d) Ma Bubuktu als schaduwkandidaat voor de troon, e) Ma Bubuktu als illusie-draagster [vgl. schijnen wezen], f) Ma Bubuktu als vrouw en g) Ma Bubuktu als mens (schepsel) en dus h) het evenbeeld van de koning, de koning zelf.
Letterlijke vertaling lied (bos)negerin:
Ween en schreeuw de oerkreet uit! (ook: het is om ervan te huilen)/Schreeuw de oerschreeuw! Ween het uit!/ O neger (in) uit het oerwoud, (d.i. oermens, naakte mens, natuurmens, etc.) ben jij het?/ Ben jij degene die men ‘menswezen’ deed heten?//
N.B. Dit lied is, zoals al die andere black songs dubbelzinnig. Het gaat over de negerin die hier de stem van het oerwoud [het oerleven, de zuivere en onge-
| |
[pagina 137]
| |
kunstelde mens, de natuurlijke mens die niet door de macht of beschaving is gekorrumpeerd] vertolkt. Tegelijk heft de zangeres het niet alleen over zichzelf als de stem van Aisa, de Oermoeder, die komt spreken. Zij heeft het tegelijk over Ba Kuku, de ander daar met z'n troon. Aan hem de opdracht of de vraag om zijn zuivere Zelf te tonen. Daarmee spoort ze hem aan om een keuze te doen. Blijft hij op de troon, dan zal het met hem fout blijven gaan, aangezien de troon ‘bevlekt, aangetast’ is door Ma Meida 's snode daad én door het feit dat Ba Kuku van zijn arbeidersverleden is vervreemd. Een dubbele korruptie dus, die dan ook door een dubbele daad ongedaan moet worden gemaakt. Ba Kuku begrijpt deze hint bewust en onbewust: hij schreeuwt zo meteen vanuit zijn diepste binnenste (‘bubaaaa...!’, dat is: huid!) en kiest voor de vlucht naar een boshut. Hetgeen afzondering, afstand van de troon betekent. Tegelijk is dit een soort retraite, een zuiveringsperiode. Geen wonder dat hij zich in de komende scènes zal wassen (rituele reiniging) én immuniseren (magische dans met het kapmes). Hij keert dus eerst terug naar de zuivere natuur, het zuivere Zelf en de zuivere kern van zijn koningschap. Waarmee z'n triomf vaststaat.
Dan opeens, ze verdwijnt weer. Ba Kuku spert de ogen als in trance. Hij springt naar voren en wrijft zijn handen over zijn hele lijf, terwijl hij schokt.
ba kuku
Wooooooiii! Waaaiii!!! Fa lobi lib' wi so, nain a grontapu disi? Verlaten zijn wij, door de liefde die de basis was van onze macht. Onze? Hahahaha! Ba Kuku? Ba Kuku is meer dan gelukkig met zijn machtigheden! Maar Ba Buba, aay, Heer van onze huid! Ba Buba vergaat van het eenzaamst verdriet. Bubaaaaaaaaa............!!!
(Ba Kuku vlucht)
|
|