| |
| |
| |
Nanzi-Anansi, de tweede uitzending
Dat er een bezem door de stal van de zwarte kultuur moet worden gehaald zal inmiddels goed duidelijk zijn. Wie denkt dat Masra (meneer) Cairo door deze uitspraak aan egotripperij bezig is vergist zich: ik heb in gezelschap, dus mèt anderen, kritische mensen, aan wie ik mijn mening kon toetsen, zitten kijken naar de video-opname (herhaalbaar!) van de twee RVU-uitzendingen. Het spijt me, maar ik moet nu namen noemen.
De twee vertellers waren Gerda Havertong (de beste) en Mike Ho Sam Sooi. (Hoewel de titel Nanzi zulks doet vermoeden hadden de Antillianen geen aandeel.)
Begon de uitzending niet met ‘de kunst van het vertellen’ als tekst in beeld gebracht? Welnu, wie sprankelende oraalkunst verwacht heeft zich vergist. Zelfs in moderne zin, dus geënsceneerde vertellingen, met allerlei (technische) foefjes, was dat er niet bij. Buitendien bleken er - samensteller: Mike Ho Sam Sooi - klinkklare fouten en domheden in het programma te zijn verwerkt.
Het begint zo. Mike vertelt over het ontstaan van de Anansi-tori (meervoud, dus Spin-verhalen) en de figuur van Anansi. Hoe begon het allemaal?
‘1000 jaar na Kristus...’ De metropool Timbuktu viel. De negers vluchtten van de stad naar het bos en zagen het web van een spin dat de aandacht trok.
Moet ik verder gaan? De volkenkundigen schateren! Iedere erudiete persoon vervalt tot treurnis om deze kinderlijke verklaring. Het vertellen van volksverhalen, mythen, vraagt om een béétje intelligentie, want dit KAN niet. Dacht men dat werkelijk zo de Spin-verhalen ontstonden?
Andere klinkklare onwaarheid. Bij het liedje Fayasiton (lett.: hete steen) dat door de vrouwenzanggroep (met enkele mannelijke muziekbegeleiders, goeie groep, prima & eenvoudige zang, alleen wat stijfjes en mikrofoongebonden) Uma Soso - of op z'n Nederlands
| |
| |
Oema Soso - werd gezongen, kwam de verklaring van Mike: fayasiton komt van de hete stenen waarmee slaven op hun rug werden gebrandmerkt. Mijn god mang! Wáár heeft hij deze historische leugen vandaan? Wie heeft hem deze onzin verteld? Ik zeg dit, omdat fayasiton van heel iets anders komt! Bij het brandmerken werden ijzeren stempels in het vuur gedaan. Dat is ook logisch, want in ijzer krijgt men makkelijk reliëf, in steen (die ook nog hanteerbaar in afmeting en temperatuur(!) moet zijn) is het praktisch onmogelijk. Fayasiton komt van hete, gloeiende kolen waarmee mensen bij wijze van straf werden gemarteld. Het lied kan ook andere betekenissen hebben, maar alles behalve die van Mike Ho Sam Sooi. Of is dat zijn nieuwe volksetymologische versie? Zijn eigen eigen volkskunde?
Het gaat er niet om dat iemand fouten maakt. Ik vind Mike een prima vent. Hij heeft ook z'n goeie kwaliteiten, hoor! Maar doordat hij ooit een stuk heeft gespeeld over de historie van Surinamers, Da Tori Fu Ghana, Het Verhaal van Ghana, is hij daardoor blijkbaar ‘Anansi-deskundige’ geworden. Waarlijk, het leed van de negerkultuur is groot! Zoals iemand het uitdrukte: we zijn er niet op uit deskundigheid te demonstreren, het is één grote teki-nynyan (schnabbel), waarbij het erom gaat om op teevee te komen, niks anders!
De kultuur gaat door dit soort dilettantisten naar z'n mallemoer, geloof me!
Ik moest trouwens lachen. Waarom? Het verhaal van Tijger die Ma Akuba, de vrouw van onze Anansi, de Spin, probeert te versieren, dat ‘volkssprookje’ is oorspronkelijk een puur produkt van... Masra Cairo's schrijftafel! Ooit heb ik 't aan iemand verteld. Nu komt 't op teevee. Dat mijn naam (en ook die naam van iemand anders, die trouwens alles te goeder trouw en vooral op 'n eigen, frisse manier te boek heeft gesteld) niet werd genoemd is mij een zorg. Haar hadden ze als maker achteraf gezien tóch moeten noemen.
| |
| |
Maar wat gebeurt er? Enige subtiliteiten uit het verhaal van mij zijn niet zo mooi verwerkt. Kijk. Dat ding is zo: Tijger schept op tegen Ba Anansi dat hij diens vrouw zal versieren. Ba Anansi met het aangeboren machismo van de Srananman pikt dat natuurlijk niet. (Wie zou dat trouwens?) Dus zet hij een val op en verkleedt zich als Ma Akuba, zijn vrouw. 's Ochtends, op zondagmorgen vroeg, dus vóór de opkomst van de zon, gaat Tijger wachten. Want hij weet: Ma Akuba gaat op zondagmorgen vroeg naar de kerk.
Behalve dat de natuurlijke omstandigheden een eminente rol spelen in dit verhaal van ‘de bedrieger bedrogen’ (want dat is de onderliggende struktuur) is er ook iets anders.
In mijn oorspronkelijke verhaal gaat Ma Akuba naar de vroegmis. Dat men het verhaal veranderd heeft is op zich geen bezwaar, maar dat Tijger z'n nagels gaat staan veilen (moderne mode!) onder een lantaarnpaal, 's avonds, wanneer Ma Akuba naar de kerk gaat...
Dubbele fout: de avondmis begint om zeven uur! Om halfzeven kan het nog net niet donker genoeg zijn en Anansi (de verklede) zou dus niet in het late daglicht van huis gaan! En de snoodaard Tijger zou niet onder een lantaarnpaal gaan staan, omdat hij nu eenmaal iets kwaads in de zin heeft. Dramawetten, mensen, dramatische beginselen!!! Iemand die iets duisters in de zin heeft opereert liefst vanuit het duister! Tenzij er een noodzaak is om het tegendeel te doen. Zoals het feit dat Tijger gezien wil worden. Vanuit een heel andere opzet is dat misschien prima. De aanhef van het verhaal, met de opschepperij van ik geloof Hond, Aap en Tijger, is daarentegen een originele en prachtige vondst van de nieuwe schepper(-ster). Dat is trouwens iemand met fantasie, met smeuïgheidsklasse.
Wat ik dus fout vond aan het nieuwe verhaal kan komen door een andere achtergrond. Niet iets om over te vallen uiteindelijk. In wezen blijft deze persoon ondanks mijn gekritiseer acceptabel.
In het verhaal, prachtig verteld door Gerda, met alle erin zittende sensualiteit, wordt buitendien - in die andere versie, niet de mijne - gezegd dat Ma Akuba met acht schoentjes loopt. Leuk bedacht.
| |
| |
Maar is Ma Akuba een Spin? Nee toch? In al die ware volksverhalen is haar precieze uiterlijk nooit eksakt aangeduid. Of, dan wordt ze gezien als... mens. Maar geen spin. Een verkrachting en vulgarisering van eeuwen zwarte vertelkunst.
Mensen, het hóeft niet bij het oude te blijven. Maar áls je iets doet, doe het góed.
Het programma aangekondigd in termen van: eeuwenoude volksvertellingen...
Laat die verhalen dan ook eeuwige volkswijsheid uitstralen, geen platvloersheid! Léés de dikke boeken, bestudeer ze! Léér dat Anansi niet altijd slim is, maar slim en dom tegelijk!
Ik spreek dan niet eens meer over de nergens op slaande balletdans van Gabri Christa (een Antilliaanse?), die geen enkel verband houdt met de vertellingen. Het is treurig, treurig, treurig! Wat nu?
Ooit wilde ik, samen met anderen, weer eens initiatief ontplooien. Al dat geklaag van Surinaamse artiesten! We zouden ondermeer goede kritieken verzorgen. We vormden een groep, geheten Alliantie voor Sranan Artiesten. Plaats van bijeenkomst: Welsuria. Sommigen kunnen er nog van getuigen: er zou een heleboel gebeuren, onder andere zou er een prijs uitgereikt worden, de Masra-prijs, dus in dit geval de Meesterschapsprijs (een andere bet. van het woord masra dan gewoon ‘meneer’).
Eén van de heren die blijkbaar op het maken van naam uit was, wilde zonodig koste wat kost de nog niet eens ingestelde prijs naar Ronald Snijders doen gaan. Meneer had, na onze kerngroepsvergadering (een soort vóórvergaderingetje) en ons telefonisch kontakt, z'n ‘juryrapport’ klaar! Zulks op de oprichtingsvergadering... Ik akkoord, vanwege het feit dat Ro die prijs waard was en is. Dus daar gaat het niet om, hem treft absoluut geen blaam, híj was niet op die vergadering. Maar wat krijg je? Na dat geklaag van onze artiesten in de Melkweg, we gaan dus iets oprichten. Al op de oprichtingsvergadering wil die bewuste heer van wie ik ekspres de naam niet noem, de prijs (wiens idee dat was zullen we maar raden) toege- | |
| |
kend zien. Voor een l.p. die híj alleen gehoord had en die geen der ‘jury-leden’ kende. Dat ding was nog nieteens uitgebracht... Kan men zich deze publiciteitsgeilheid en dit misbruik van andermans goeie wil voorstellen?
De eerste zorg was natuurlijk: hoe ziet zo'n Masra-prijs eruit? Hoe frekwent zal die moeten worden uitgereikt? Is het iets van een oorkonde met een geldbedrag? Of laten we een grote kunstenaar als Armand Baag bijvoorbeeld een Masra-schilderij maken, of een beeldje (houtsnijwerk)? Als er geld aan te pas komt, hoeveel? Waar moet dat geld vandaan komen?
Niets van dat soort dingen was nog algemeen besproken, laat staan vastgelegd, of de bewuste heer, die zich uitgeeft onder zo'n typisch misleidende term waar alleen Nederland in kan trappen (‘federation of music’), had allang & breed de prijs toegekend. Voor iets dus, wat wij als ‘jury’ nog nieteens hadden gezien of gehoord!
Het trieste is dat daarmee niet alleen die bewuste persoon zichzelf in diskrediet heeft gebracht, maar ook anderen. Als die prijs nou één of andere continuïteit had gekend, dan had ik het allemaal nog voor mezelf gehouden. Maar met veel tamtam dat ding één keer uitgereikt en dan...?
En dat niet alleen. Ruim een jaar nadat die prijs in de publiciteit was gegooid, verscheen in de NRC (Rotterdam) een recensie van een debutant-recensent, een zekere Van der Heijden. Het is al erg genoeg dat men het jongste broekje afstuurt op iemand z'n levenswerk. Zulks overkomt de beste blank-hollandse auteurs natuurlijk niet: niemand háált het in zijn hoofd om bijvoorbeeld Mulish z'n levenswerk door een debutant te laten recenseren; bij ons, minderheden, kan dat uiteraard natuurlijk wel. Maar 't ging om iets anders. In Lelu! Lelu! (dat was het besproken boek) sprak ik zelfspottend van ‘Masra Cairo’. Niet alleen kennen we het woord masra in de betekenis van deze of die ‘vent’. We zeggen ook gewoon: meneer. Masra Cairo, meneer Cairo, zo spreken vele (oudere) Surinamers mij aan. Masra was ook de slavenmeester. Maar goed, Masra als
| |
| |
meester, de meesterkunstenaar, getuige die prijs.
En wat doet het jongste krantenbroekje dat niks, maar dan ook niks, van ons afweet? Hij zinspeelt overduidelijk op het feit dat Masra Cairo dus zou betekenen dat Edgar Cairo eigenlijk zo graag de Masra-prijs zou willen hebben (maar die uiteraard niet krijgt). Wel asjeblieft, meneer! En dat terwijl Cairo zelf ten grondslag ligt aan diezelfde prijs! Is dat de eer die ik achteraf voor mijn ‘lieve leuke en gekaapte medewerking’ krijg?
Ik zal de vuile was voor wat sommige anderen betreft nu wel echt binnenhouden. Het gaat mij niet om wraak, wel om gerechtigheid! En om te laten zien wáár sommigen voor vechten, vooral hóe!
Goed, de Masra-prijs dus van Amsterdam naar Rotterdam toe gekaapt, alwaar die zou worden uitgereikt. Gróót festival uitgeroepen door diezelfde kapers, twee ja. Want de één was die eenmansfederatie. Hij zit nu in de Bakadjari-Band. Die ander was mijn heraut. Notabene had ik voor de bewuste kunstenaarsvergadering mijn tegenzin om met zulk tuig aan een tafel te zitten overwonnen. De wolf had zich naar de voegen van het schaap geschikt, onder het oog van de loerende jager, zal ik maar zeggen.
En toen op de bewuste feestavond een zeer bekende Surinaamse zangeres vroeg:
‘Maar iedereen is uitgenodigd, waarom hebben jullie Cairo niet gevraagd? gaf mijn Salieri een antwoord dat u zelf mag invullen: het blijft allemaal even smakelijk. Om te zien hoe door dergelijke louchefiguren de nodige geniepigheden worden uitgehaald. Erger: deze mensen, die niet het talent bezitten van de geest om de grote dichters van Suriname te mogen heten, maar die het absoluut pretenderen te zijn, missen eveneens het talent een hart te hebben dat getuigt van adellijkheid.
En wat erger is: deze zelfde mensen kruipen nu rond in organisaties die podiumaktiviteiten voor Surinamers moeten organiseren. Ik ben benieuwd hoe dat gaat aflopen! Want de een (in Rotterdam) organiseert Bakadjari-festivals, als uitloper van mijn ideeën, maar
| |
| |
goed: het organiseren van iets is in principe vrij. En de ander, mijn Salieri, zit in Amsterdam het STIPT te bevolken. Al die keren dat ik daar geweest ben en het affiche van het Masra-festival zag hangen! Het is 'n wonder dat ik uitgerekend bij STIPT me mond heb weten te houden, want anders was er 'n bom gebarsten!
Als men mij dan vraagt: wat is het nut van dit hele verhaal? Dan zeg ik:
a) na de t.v.-kritiek poogde ik uit te leggen dat kritiek op zichzelf noodzaak is;
b) dat er weer eens zo'n falend initiatief geweest is met de klaagdag in de Melkweg (ten dele geslaagd) met daarna de oprichting van de Alliantie voor Surinaamse artiesten (niet geslaagd vanwege kaping en het doodbloeden van het totale initiatief);
c) dat ik dus wel degelijk vol goede wil samen met andere oprechten medewerking verleende aan allerlei aktiviteiten die vooral organisatorisch gezien de minderhedenkunstenaars (de zwarte) moesten helpen redden; ik heb dus heus wel achting voor wie 't verdient;
d) maar dat er figuren in het wereldje rondlopen die dodelijk zijn voor de kunst op zich: hun karákter is niet goed, mi boi! Juist dat soort mensen werkt zich op sleutelposten, hetgeen z'n funeste uitwerking niet zal missen. Mijn bezwaren zijn dus niet emotioneel, maar puur en zuiver funktioneel: er lopen mensen rond in de z.g. minderhedenkultuur- & toneelwereld die van nature zuiver destruktief bezig zijn, die precies vallen onder de term ‘something rotten in the state’, die hun positie niet te danken hebben aan het leveren van een waar kunstprodukt maar aan het ellebogenwerk of het gescheld over diskriminatie zodra men ze terugwijst of... aan het feit dat men ze niet voldoende kent. Waar eerzucht kwaliteit en konstruktiviteit overschaduwt zullen de gevolgen dan ook niet uitblijven. Maar één ding weet ik inmiddels: niet de zwarte kultuur (al heeft die ook gebreken) maar de uitdragers ervan, althans sommige, vormen een stal. Een stal die nodig zwaar moet worden uitgebezemd.
| |
| |
Het zal wel mijn gekwetste eergevoel zijn, misschien wel de innerlijke roep om wraak om deze schoftenstreek van zulke mensen met hun laagwaterkarakter. Maar ook om te voorkomen dat men vanwege de niet-genoemde namen de verkeerde dichters erop aankijkt èn vanwege het simpele feit dat voor sommige mensen met een olifantenhuid de subtiliteit niet werkt, zal ik tóch hun namen noemen. Het zijn Paul Middellijn en Julian With. Wie denkt dat Cairo zomaar antipathie heeft tegen zulke mensen vergist zich. Ze hebben boevenstreken! Vooral die laatste, die notabene helemaal thuiskwam bij de drummer waar ik mee samenwerk (men weet wie) om die wèl te vragen; en dan met de eis: je komt, maar dan zonder Cairo! Laagheid ten top!
Onnodig te zeggen dat ze zullen ontkennen dat Cairo aan de wieg lag van de prijs. Ik heb ooit over dit geval een heel artikeltje geschreven, gegriefd als ik mij voelde. Maar uit respekt voor Ronald Snijders heb ik dus mijn tori niet naar de krant gestuurd. Trouwens, van onze bijeenkomst in Welsuria (A'dam) zijn er foto's gemaakt en gepubliceerd. Geen ontkenning mogelijk dus van het feit dat we als groep met nog meer anderen daar samen waren.
De prijs is uitgereikt met veel tamtam, als promotie van een l.p., want daar komt het op neer. Dat was in 1983. (Masra-festival te Rotterdam)
1984? Geen prijsuitreiking uiteraard! Het was de heren prijsboeven niet om kontinuïteit te doen! 1985? Weer geen Masra-prijstoekenning. En zulks, terwijl er anderen zijn die de prijs dubbel en dwars waard zijn.
Terwijl Shrinivasi's nieuwe, grote bundel uit is. Een uitstekende gelegenheid om deze bekende Surinaamse dichter, deze ‘Masra’, te eren.
De twee prijsboeven hebben het dus voor anderen bedorven! Daar ligt nou juist het punt van hun rottigheid! Ze zijn enkel voor hun eigen zaakje bezig en maken andermans mogelijkheden kapot.
Om het voor simpele mensen nogeens duidelijk te maken: Cairo is niet tegen bosnegers, indianen, stadsnegers of wie dan ook. Cairo is vóór iedereen, ongeacht sexe, ras, of kleur. Maar dan moet men als persoon geen frottigheid uithalen. En dan helemaal duidelijk gezegd: ik hou dus óók van bosnegers, ik draag als neger hun bloed in mij. Wi na brada nanga sisa, ma kaba te wan fu unu du ogri, dan un musu taki. Nanga tra sani mi de respeki iniwan! Ik respekteer dus in wezen iedereen.
Voor Holland mag dit allemaal raar of overdreven klinken, ik gebruik deze woorden om in te gaan tegen stemmingmakerij van ‘sommigen’ die zeggen: als je tegen één bepaalde figuur bent, en die is toevallig bosneger (met respekt gesproken!), dan ben je DUS aan het diskrimineren, want je bent DUS tegen ALLE bosnegers.
Ik hoop hiermee voorgoed een misverstand uit de wereld te hebben geholpen.
|
|