Anansi en de schoonmaakbezem...
Er is heel veel wat misgaat in het allochtonentheater, met name bij ons Surinamers. Neem nou die minderhedenpot met ons aandeel daarin. We kunnen toneel maken, niewaar? Iedereen dient dus met speed en spoed zijn projekten in, wel twintig tegelijk. Dat betekent dat er een groot deel moet worden afgewezen.
Waarom in godsnaam de aanvragen niet zélf beperkt tot een tweetal grote en 'n twee, drie, kleine projekten? En dan met name in die grote projekten komen tot een bundeling van alle mogelijke beschikbare deskundigheid: beste spelers, beste stuk, beste regie enz.? Aldus met zo weinig mogelijk stukken het best mogelijke resultaat halen?
In plaats daarvan: versnippering, versnippering, oneindig veel hele en halve konkurrensie! Heel veel middelmaat, nooit iets van absolute topkwaliteit. Ik zal het niet verder hebben over allerlei negatieve trekjes van ‘het wereldje’. Maar wel zeg ik: neem je oog en kijk: ieder wil de grote ster zijn, de grote god uithangen. Men moet eens op de diverse gebieden (toneelschrijvers, akteurs, regisseurs) behoorlijk gefundeerde vergelijkingen maken. En dan zelf de konklusies trekken. Dit laatste vooral weer met deskundigheid. Want een oordeel maken is één, eksakt weten waar je 't over hebt is punt twee!
Ik denk, nee wéét, dat de subsidiegevers vaak nieteens weten waar ze mee bezig zijn. Als maar het gezicht gered wordt met: kijk, we doen wat voor ze. Te scherp vind ik het niet gezegd. Misschien wel iets te veroordelend. Vandaar dat ik hierbij opmerk dat men in z'n voorwaarden scheppende beleid wel vol goede bedoelingen mag zijn, daaraan geen twijfel. Maar men kent het veld nu eenmaal niet goed genoeg. Geld geven kan dan een manier zijn om je zonder al te veel problemen en de daaruit voortvloeiende konsekwensies te redden. Uiteraard dragen de toneelmakers een eigen verantwoordelijkheid. Maar daar ligt het punt juist: welke verantwoordelijkheid? Zorgen dat je aan de bak komt en blijft? Niet genoeg! Leuke stukken maken? Dat mag, maar dat alleen is niet genoeg. Proberen kunst te