markt liggen als probleemmensen. En als klisjeefiguur. En als objekt om er bijvoorbeeld over te schrijven zodat men zelfs als blanke z'n baantje behoudt.
De konklusie is derhalve duidelijk: van Holland heeft zwarte kultuur niets te verwachten, tenzij er kommercieel (zie Afrikaanse kunst) enige winst uit valt te behalen. Want dan komen we in een ander stramien terecht, namelijk het bewust zoeken van het ‘echte, pure en zuivere’ teneinde het uit te buiten. Een kommerciële wet, meneer!
Voor de zwarten, de negers in Nederland, houdt het begrip zwarte kultuur iets anders in, iets heel dubbelzinnigs. Het is aan de ene kant een soort droomkultuur, iets waar je trots op kunt zijn (zelfs wanneer je die innerlijk niet bezit), iets waarmee je kunt schermen dankzij het feit dat de ander er praktisch geen zier van afweet.
Naar de neger toe is zwarte kultuur meer dan vaak een soort verlangenskwestie: men heeft een zwarte huid, is meestal blank opgevoed én heeft ook nog de zwarte kultuur leren verguizen. Vooral de eerste generatie migranten heeft daarvan te lijden. (En daar vinden we dus het merendeel de huidige generatie kunstenaars/kunstenmakers onder.) De zelfhaat van de negers is trouwens hoofdthema in mijn toneelstuk De Doodsboodschapsvogel.
Nu rijst de grote vraag: zoeken de negers die blank zijn opgevoed dan niet ‘hun’ zwarte kultuur op? Het antwoord is teleurstellend. Oppervlakkig gezien luidt het: ja.
Immers, het is niet moeilijk om met goedkoopte wat negerdinges aan te leren en dan te doen alsof je het hele skala van negerachtigheden beheerst. De schijn triomfeert dus!
Tweede grote vraag: is het redelijk om van zwarten te eisen dat zij zwarte kultuur (kulturen!) door en door beheersen?
Hier is het eerste antwoord: nee!
Maar wanneer het erom geaat dat zichzelf respekterende kunstenaars een representatieve rol vervullen hebben we allang niet meer met wat individueel gedoe te maken. Zwart hoort kultureel gezien dan door en door zwart te zijn. En zelfs al ligt ons overdrachtssysteem (zo dat ooit in