A nowtoe foe mi ai/In de nood van het aangezicht

(1980)–Edgar Cairo– rechtenstatus



[pagina 25]
De nood van mijn ogen zoals het niets tepletter valt..., nee, niet!; zoals een noot zich niet zal tonen uit het niets...! mijn oog lijdt in de nood van 't aangezicht. een peperboom, barst uit zijn groei naar voren in het groen! en toch, ik kan de boom niet van zijn ach- tergronden vrij zien staan. op mijn gevoel laat ik mijn hand de groei doorleven naar de boom. dan voel ik hoe het groen in de beproeving van het struikgewas het boom-zijn kan doorstaan. een blad, daaraan de peperboom! ik, met mijn peperkorrelige haar! beide, met eigen merg! vol pijn besef ik, dat ik jou met woorden heb doorstaan! jij, water, verder doorgedrongen dan mijn wortels diep staan, ik, een nimmer uitgedorde negerpeperboom! oog in oog met de negerkorrel-peperboom!