A nowtoe foe mi ai/In de nood van het aangezicht(1980)–Edgar Cairo– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 21] [p. 21] Kind van een nieuw getij wat zijn rivieren zonder oevers, oevers zonder jou, mij een belofte, onvervuld gebleven? vandaar dat jij en ik verscheiden zijn. onder de nacht van lege spraak, gevat in woorden, wacht ons reeds vol waarheid uit dit leven, voor de aftocht, in de scheiding, een korjaal. laat ons niet gaan!, nee, laat ons zijn gebonden in elkanders hart: jij mij 'n stroom, ik jou 'n bedding! hoe dan zo'n tocht, zonder het wassen in ons beiden! kind van een nieuw getij! het is op deze wijze dat de tijd heen drijft, op naar de kust!, waar in de keer van het getij, leven en liefde, vloed in aanwas zijn. Vorige Volgende