Faladan bånja/dans naar de verten
Banja is een oud feest, een soort oud ritueel, een dansfeest, dat al sinds de slaventijd bestaat.
Banja, als toneelvorm, schijnt z'n oorsprong te vinden in baljaar, (Spaans: bailar). Banja, met nadruk op de laatste a, is echter een typisch ouwe ‘afgodische’ negerdans. Wat men ook van het woord vindt, een feit is, dat in slaventijden, er jaarlijks een soort feest was. Dan kwamen de rantsoenen los fo de slaven. Ze dansten en... de ochtend daarna bleken hele plantaasjes aan vluchtelingen in de bossen te verdwijnen. Behalve natuurlijk de getrouwen en weifelaars die letterlijk of figuurlijk in slaap vielen bij dit afscheidsfeest.
Faladan Banja kan men ook vertalen als: Dans van de verten af, Dans uit de verten. Ook hier weer de duidelijke band tussen hedendaagse dichter (ik-figuur) en een punt uit het slavenverleden.
Het ‘schreeuwen’ (zie slot vorige gedicht) is een typisch kreools (negroïde) verschijnsel. Zo komt het begrip bar'poeroe voor. Bar'poeroe geeft aan, dat men gevoelde pijn moet laten horen, en wel luidop. Dus zoiets als: schreeuw je zorgen voor de wereld. Bar'wroko betekent alarm slaan, luidop bekend maken.
Wroko bari betekent er is werk, aan de slag! Wan sani bari na en ede: iets schreeuwde aan zijn hoofd = hij gilde door een of andere vorm van bezieling.