De worstelstrijd der Transvalers
(1882)–Frans Lion Cachet– AuteursrechtvrijI. Het begin van den strijd te Potchefstroom.De Volksraad had besloten dat de proclamatie, waarbij de herstelling der Regeering bekend gemaakt werd, te Potchefstroom zou worden gedrukt. Van dit besluit werd kennis gegeven aan majoor Clarke, den Engelschen Specialen Commissaris te Potchefstroom, in het ‘vertrouwen dat hij van het drukken dezer proclamatie zoomin een casus belli zou maken, als de Regeering gedaan had, toen Shepstone zijne annexatie-proclamatie liet drukken te Pretoria,’ doch met kennisgeving | |
[pagina 532]
| |
dat ‘indien hij zulks wèl deed, de gevolgen voor zijne rekening zouden komen, want dat de proclamatie moest en zou gedrukt worden.’ Een wacht van 400 Boeren, onder bevel van commandant P. Cronjé. werd tegelijk naar Potchefstroom gezonden, om den drukker tegen elke mogelijke verhindering in zijn werk te vrijwaren. Intusschen had de bevelhebber der Engelsche troepen te Potchefstroom, kolonel Winsloe, zijne positie aldaar zooveel mogelijk versterkt, door het opwerpen van aardwerken, aan de Westzijde der stad, en het bezetten van de gevangenis, het Gouvernementskantoor en een sterk winkelgebouw, evenals het Kantoor, aan het plein gelegen. Niet zoozeer, omdat hij voor een oogenblik mocht aannemen, dat de Boeren ooit, voor hun onafhankelijkheid, tegen Britsche soldaten zouden durven vechten, maar slechts, om elke mogelijke vrijheids-demonstratie terstond te kunnen onderdrukken. Eén schot uit de beide Armstrong-negenponders, die, van de batterijen, de weerlooze stad bedreigden, of een paar schoten uit het Kantoor, waarin majoor Clarke zich met een 60 soldaten en vrijwilligers verschanst had, over de hoofden der oproermakers gevuurd, zou, zoo meenden den Engelschen, voldoende zijn om de geheele Boerenmacht ‘huistoe’ te jagen. Veiligheidshalve, werden de deuren en vensters der bezette gebouwen echter terdege, met zandzakken, schotvrij gemaakt, en om, indien noodig, beter op de Boeren te kunnen vuren, werd het platte dak der gevangenis met een borstwering van zandzakken omgeven. Uit de aldus versterkte positiën, konden de Engelschen het groote plein en de hoofdstraten, die naar het fort leidden, gemakkelijk bestrijken, terwijl de kanonnen, op de aardwerken zelve geplaatst, de stad zonder moeite in een puinhoop zouden kunnen verkeeren. Cronjé arriveerde den 15den December met zijne mannen te Potchefstroom, en liet terstond met het drukken der proclamatie een aanvang maken. Daar de drukker eene waarschuwing ontving van Clarke, ‘dat hij met de uiterste gestrengheid der wet zou worden gestraft, als hij zou toelaten dat eenig oproerig of onwettig document zijn pers verlaten zou’, plaatste Cronjé eene sterke wacht bij de drukkerij, tot de proclamatie gedrukt zou zijn. Een honderd man posteerden zich verder bij de woning van Pretorius, terwijl kleinere wachten onderscheidene punten der stad bezetten, om niet overvallen te worden. De dag en de daaropvolgende nacht gingen echter ongestoord voorbij, en reeds begon men zich geluk te wenschen met den goeden afloop der expeditie, toen Donderdag morgen, 16 December, onverwacht eenige schoten gehoord werden, en een jonge Transvaler den commandant berichten kwam, dat de soldaten | |
[pagina 533]
| |
op eenige burgers hadden gevuurd, en dat commandant Robberts den arm was afgeschoten. Onverwijld gaf Cronjé nu bevel om op te trekken naar het marktplein, om van majoor Clarke te vernemen wat dit alles te beteekenen had. Wat was er geschied? In den vroegen morgen waren commandant Robberts en vier of vijf Boeren, wat dichter voorbij het Engelsche kamp gereden, dan Lanyons proclamatie, waarvan zij nauwelijks kennis droegen, gedoogde, en had Winsloe hun een 25 man rijdende infanterie achterop gezonden. Zonder verdere waarschuwing dan een schot in de lucht, hadden de soldaten op Robberts en zijne manschappen gevuurd, en den commandant in den arm getroffen. Den paarden den toom gevende, hadden de Boeren daarop, zonder verder ongeval, de pastorie der Ned. Geref. gemeente, aan den ingang van het dorp, bereikt, waar zij den gewonde, die hevig bloedde, de noodige hulp trachtten te verleenenGa naar voetnoot1). De pastorie werd echter spoedig door een bom uit het fort getroffen, waarop men Robberts naar het huis van Dr. Poortman had gebracht, dat vervolgens uit het fort was getroffen. Sedert verkondigde het eene kanonschot na het andere, dat Winsloe besloten scheen de weerlooze stad, vol vrouwen en kinderen, zonder eenige waarschuwing of opeisching, te gaan beschieten. Het geweer door Sheptone geladen was eindelijk losgebrand, en Sir Bartle Frères glimlach, in een kogel omgetooverd, was weer begonnen dood, en verderf te verspreiden. In één woord: het bloedvergieten, dat de onwillige Boeren de bescherming der Engelsche vlag moest leeren waardeeren, had een aanvang genomen. | |
[pagina 534]
| |
Op het plein gekomen werden de Boeren zóó fel uit het versterkte Kantoor bestookt, dat zij zich, met verlies van één doode en één gekwetste, moesten terugtrekken. Zij vatten echter post achter de kerk en op de hoeken der straten, die op het plein uitliepen, van waar zij een geregeld vuur op de Engelschen, in het Kantoor en den winkel, openden. Dezen hadden ‘na het vuren hunner eerste schoten zóó gelachen, om den spoed waarmede de Boeren op den loop waren gegaan, dat zij geen tijd gehad hadden om het getal dooden en gewonden op te nemen.’ Doch hun lachen zou spoedig in weenen veranderd worden. De Boeren, gebruik makende van elk bedekkingspunt, zoowel tegen de kogels uit het Kantoor als tegen de bommen, die uit het fort op hen geworpen werden, en zelve met doodelijke juistheid vurende op de schietgaten in het Kantoor aangebracht, wisten dat gebouw te naderen en er, na een tweedaagschen, hevigen strijd, ten deele bezit van te nemen. Daar Clarke zich niet wilde overgeven, besloot men het rieten dak boven zijn hoofd in brand te steken, en reeds was hiermede een aanvang gemaakt, toen hij eindelijk de witte vlag liet hijschen boven de Engelsche, als teeken dat hij bereid was om te capituleeren. De versterkte winkel zou in de overgave begrepen zijn. Een paar dagen later werd ook de gevangenis, een zeer sterke positie der Engelschen, genomen, en waren de Boeren meester van de stad. Deze eerste overwinning was voor het geheele Volk van onschatbare waarde. Niet alleen hadden de Engelschen het drukken der proclamatie niet kunnen verhinderen, maar Potchefstroom zelf was uit hun macht verlost. De schampere voorspelling, dat de Boeren voor het eerste kanonschot de vlucht zouden nemen, was gelogenstraft, en tusschen de bommen en kogels door, hadden zij de drie posities der Engelschen in de stad vermeesterd. In plaats dat Cronjé door Clarke gevangengenomen was, om als oproermaker opgehangen te worden, had de dappere majoor zich, met de geheele bezetting onder zijn bevel, aan den Boerencommandant moeten overgeven, en was hijzelf krijgsgevangen geworden. Engelsche krijgsmanshanden hadden de witte vlag geheschen boven die Engelsche vlag, welke bijna vier jaren lang, tergend, van het Kantoor gefladderd had, doch nu weer had moeten plaats maken voor de oude Boerenvlag. De gewonde arm van Robberts was gewroken, door de gekwetsten in het Kantoor, en de kogel, die Piet van Vuuren, een van Cronjés mannen, had doen sneuvelen, door den dood van één Engelsch officier en van verscheidene soldaten. Een paar honderd geweren en een goede voorraad ammunitie waren bij de capitulatie over- | |
[pagina 535]
| |
gegeven, zoodat zelfs de kosten van het beschieten der Engelschen ruimschoots vergoed waren. En boven alles, was de hoofdstad van het land, niettegenstaande de bommen, die nog voortdurend uit het Engelsche fort op haar gericht werden, weer in de handen der Boeren. In ieder opzicht was de expeditie van Cronjé uitstekend geslaagd. |
|