De worstelstrijd der Transvalers
(1882)–Frans Lion Cachet– Auteursrechtvrij
[pagina 531]
| |
De heldenstrijd voor recht en onafhankelijkheid.‘Als ik let op Engelands macht’, had P. Joubert op Kleinfontein gezegd, ‘dan schijnt het mij zoo onmogelijk dáártegen te strijden, als met de hand aan den hemel te reiken, doch..... ik let op Hooger Macht.’ In het vertrouwen op die Macht, hadden de Boeren het nu gewaagd, de Regeering des lands in hare rechten te herstellen. Men hoopte, dat de Engelsche Regeering eindelijk zou zwichten, voor den zedelijken moed door het Volk geopenbaard, en zich terug zou trekken uit het land, waar haar vlag niet begeerd werd, zonder het tot bloedvergieten te laten komen. Doch, met de geschiedenis van Engelands annexatiën in de hand, was het te voorzien, dat men zich tot een bloedigen kamp moest aangorden. De keuze, die Engeland aan zoo vele andere volkeren gesteld had, tusschen de zegeningen van zijn vlag of de uitwerkselen van zijn geschut, zou gewisselijk ook den Transvalers gesteld worden, en daar deze reeds besloten hadden, zich nooit onder de Engelsche vlag te laten regeeren, moesten zij zich gereed maken, om de Engelsche kogels te ontmoeten. En hiertoe maakten de Boeren zich gereed, - zonder eenig bravado, maar vast besloten om liever te sterven dan zich te onderwerpen. Den strijd, dien zij niet zochten, wilden zij ook niet ontwijken. Wat van hunne zijde kon gedaan worden om bloedvergieten te vermijden, was geschied, en zou geschieden, tot het uiterste toe. Het eerste schot mocht niet vallen van hun kant. Doch de vlag, die nu weer geheschen was, zou men beschermen ten koste desnoods van het leven. In dien schijnbaar hopeloozen kamp voor recht en onafhankelijkheid stelden de Boeren, bewust en onbewust, tegenover Engelands macht, de almacht Gods. |
|