De worstelstrijd der Transvalers
(1882)–Frans Lion Cachet– Auteursrechtvrij
[pagina 521]
| |
overwegen of er niet nog ééne poging kon worden beproefd, om de vernietiging der annexatie te verkrijgen, langs vreedzamen weg. ‘Het was ook weer uit het geval met Pretorius en Bok gebleken, dat het Engelsche Gouvernement in Transvaal, niettegenstaande al zijne bedreigingen, tot geen dadelijkheden durfde over te gaan. Hieruit kon afgeleid worden, dat de Regeering in Engeland, ziende hoe vast het Volk besloten was zijn onafhankelijkheid te handhaven, ten slotte zou toegeven om de annexatie te vernietigen. In dit gevoelen werd men versterkt door de stemmen, die steeds krachtiger van de liberale partij in het Engelsche parlement tegen de annexatie opgingen, en niet het minst door de mannelijke taal van Gladstone, in zijne toespraken aan de kiezers van Mid-Lothian.’ Vooral op Gladstone, straks eerste minister, in plaats van Disraeli, werd de hoop gevestigd. Hierbij kwam, dat het Kaapsche Parlement thans zou hebben te beslissen over het confederatieplan, waarop de Engelsche Regeering haar zin gevestigd had. ‘Wilde dat Parlement nu, de vernietiging der annexatie tot voorwaarde stellen der voorgestelde confederatie, dan zou,’ zoo redeneerde men, ‘de Engelsche Regeering de annexatie wel opofferen aan de confederatie, en zou, langs dien weg, de Transvaal nog weer vrij kunnen worden, zonder bloedvergieten.’ Door zulke overwegingen geleid besloot het Volkscomité de heeren Kruger en Joubert naar de Kaapstad af te vaardigen, als eene deputatie, om, persoonlijk, met zekere leden van het Parlement te spreken, en op openbare bijeenkomsten, in de voornaamste plaatsen nabij de Kaapstad, er op aan te dringen, dat men, in het belang van geheel Zuid-Afrika, zou weigeren in de confederatieplannen der Regeering te treden, zoolang de annexatie van Transvaal niet was vernietigd. Voorts ook, om duidelijk te maken, dat Transvaal wel tot de confederatie wilde toetreden, doch alleen als vrije Staat. Kruger en Joubert vertrokken daarop naar de Kaapstad en kweten zich zoo goed van hun last, dat elk waar Afrikaner in de Kaapkolonie zich aan hun zijde schaarde, en het confederatie-voorstel, bij meerderheid van stemmen, door het Kaapsche parlement verworpen werd. Het moge waar zijn, dat de oppositie in dat parlement gretig van de gelegenheid, die de Transvaal-quaestie aanbood, gebruik maakte om Sir Bartle Frère te laten vallen, zonder nochtans ten volle met de Boeren te sympathiseeren, doch zeker is het, dat de tegenwoordigheid van Kruger en Joubert in de Kaapkolonie, toen het confederatie-voorstel behandeld werd, den doorslag gegeven heeft, om het voorstel te verwerpen. Het gevolg hiervan was, dat Sir Bartle Frère teruggeroepen werd | |
[pagina 522]
| |
naar Engeland. Met zeldzame gaven toegerust, heeft hij ongetwijfeld voor zijne lastgevers in Zuid-Afrika gedaan, wat hij kon, doch zijne pogingen, om een vrij Volk onder een vreemd juk te brengen, en Engelands oppergezag te vestigen van Walvisch-baai tot aan den Limpopo, hebben schipbreuk geleden, op de kalme onverzettelijkheid van het Hollandsch-Afrikaansche karakter. Diplomaat als hij was, en gesteund als hij werd door een van Engelands krachtigste ministeries, moest hij toch ten laatste, met zijn eigen wapens geslagen, het veld laten aan een man als Paul Kruger, en dat, zonder zelfs den dank te hebben ingeoogst van den meester, dien hij zoo getrouw heeft gediend.
Schoon nu de deputatie naar de Kaapstad in zoo verre in haar zending geslaagd was, dat het confederatieplan door het parlement was verworpen, ter wille van Transvaal, kon toch de vernietiging der annexatie ook langs dien weg niet verkregen worden. Zelfs van Gladstone, op wien men de hoogste verwachtingen had gebouwd, wien men uit de Kaapkolonie talrijk geteekende adressen had gezonden en tot wien de deputatie zich per missive gewend had (10 Mei 1880), om van de Koningin recht voor Transvaal te verkrijgen, was geen hulp te verwachten, en ontving de deputatie den 8sten Juni tot antwoord, gelijk reeds per telegraaf aan Sir Garnet Wolseley gemeld was, ‘dat hij de Koningin niet kon adviseeren om haar oppergezag over de Transvaal op te geven.’ Zoo mocht dan de eene Gouverneur den anderen opvolgen; een liberaal ministerie in de plaats treden van een conservatief; Gladstone plaats nemen in het gestoelte van Disraeli; - mochten Kapenaars en Vrijstaters zich vereenigen in smeekbeden aan de Koningin, ten behoeve der Transvalers, of protesteeren tegen de onwettige handelingen harer dienaren tegenover Transvaal; mochten de Boeren memoreeren, deputeeren, proclameeren of congregeeren, - in Engeland had men maar één antwoord en bleef men bij het vast besluit: ‘de annexatie mag, kan en ZAL nooit worden vernietigd.’ En hiermede moesten, Kruger en Joubert ook ditmaal, tot het Volk in Transvaal terugkeeren. De laatste poging tot een vreedzame oplossing der annexatie-quaestie was mislukt, en er bleef nu niets over dan, desnoods met het geweer in de hand, de Regeering der Republiek in hare functiën te herstellen. |
|