De worstelstrijd der Transvalers
(1882)–Frans Lion Cachet– Auteursrechtvrij
[pagina 430]
| |
Tweede onder-afdeeling: de annexatie van Transvaal door Engeland.‘....... Zoo is het dat ik uit kracht van de macht en het gezag mij verleend door Harer Majesteits Koninklijke Commissie, gedateerd te Balmoral, den vijfden dag van October 1876 en hierbij gepubliceerd, en overeenkomstig de instructiën mij daarbij en op andere wijze opgedragen, hierbij nu proclameer en bekend maak, dat van en na de publicatie hiervan het grondgebied, tot nu toe bekend als de Zuid- Afrikaansche Republiek ... zal zijn en zal worden beschouwd te zijn Britsch grondgebied, en ik roep hierbij op en eisch van de inwoners van de Transvaal, van elke soort en rang, en al de onderdanen van Hare Majesteit in Zuid-Afrika, om kennis te nemen van deze mijne proclamatie en zich dien overeenkomstig te gedragen.’
Met deze proclamatie, gegeven onder zijn ‘hand en zegel, te Pretoria in de Zuid-Afrikaansche Republiek’, maakte sir Theophilus Shepstone, op den 12 April 1877, voor zoover Engeland betrof, aan het politiek bestaan dier Republiek een einde. Niet aan het hoofd van een overwinnend leger, waarvoor de overwinnaars van Moselekatse en Dingaan gevlucht waren; - niet in afwezigheid van den President der Republiek, in boeien geklonken misschien, of gevallen in een eerlijken strijd, voor de onafhankelijkheid des lands; - niet op de bede van het Volk, dat, hulpeloos of eigen Regeering moede, het Britsche bestuur had ingeroepen: - maar slechts van een 25 man rijdende politie omringd, in tegenwoordigheid van den Staatspresident, en in strijd met den wil van het Volk, liet Shepstone, op het marktplein te Pretoria, de vlag der Republiek neêrhalen en de Engelsche vlag in top hijschen. Het was een coup d'état, in de geschiedenis van Zuid-Afrika, in de geschiedenis der Engelsche annexatiën in Indië en Nieuw-Zeeland zelfs, zonder weêrga. Te zijner rechtvaardiging voor deze ongehoorde handeling, beriep Shepstone zich op de volgende gronden: ‘De zelfregeering der Boeren’, zoo beweerde hij, ‘was ten eenemale mislukt en aan de verwachtingen, die er van de vestiging der Republiek gekoesterd waren, hadden de Boeren niet voldaan. Het Zandrivier-tractaat was door | |
[pagina 431]
| |
hen gebroken, vooral met betrekking tot de inboorlingen. Dezen zouden Transvaal, reeds lang te voren hebben overstroomd, had de Engelsche Regeering (in den persoon van Shepstone) hen niet in toom gehouden, doch de oorlog nu gevoerd en verloren (tegen Sekukuni), kon ieder oogenblik oorzaak worden, dat de Zulu's en Basuto's, Batlapins en Knopneuzen, die in of rondom de Republiek woonden, het land zouden overweldigen. Hierdoor zou het prestige der blanken tegenover de Kaffers zóódanig lijden, dat iedere Kafferstam zich tegen de blanken zou kunnen keeren, en geheel Zuid-Afrika der verwoesting prijs gegeven worden. Ook was de Republiek bankroet in geld, in reputatie, in regeering, ja min of meer, in alles, en de ‘bestendiging van den bestaanden toestand’, gesteld dat de Republiek zich nog staande zou kunnen houden, wat ontkend werd, zou den vrede van geheel Zuid-Afrika in gevaar brengen. Summa summarum: het was allereerst en allermeest in het belang der Boeren zelven; - het was in het belang der inboorlingen; - het was in het belang van geheel Zuid-Afrika, dat hij, Sheptone, er toe overging - schoorvoetend, want Engeland annexeert nooit gaarne of uit eigenbelang - om Transvaal aan de Britsche Kroon te hechten en de Transvalers tot Britsche onderdanen te maken. Vergiste hij zich niet, dan werd dit door de Boeren zelven - eenige woelgeesten uitgezonderd - ook vurig begeerd. Daarnaar nog onderzoek te doen zou tot niets leiden en daarom: - ‘Zoo is het, dat het grondgebied, tot nu toe bekend als de Zuid-Afrikaansche Republiek, zal zijn en zal worden beschouwd te zijn, Britsch grondgebied .... en eisch ik van de inwoners van Transvaal, van deze mijne proclamatie kennis te nemen, en zich dienovereenkomstig te gedragen: Leve de Koningin!’
Alleen den ‘Worstelstrijd’ der Transvalers om een vrij, onafhankelijk volksbestaan, en niet de ‘Geschiedenis der Zuid-Afrikaansche Republiek’ beschrijvende, ligt het buiten ons bestek om een volledig overzicht te geven van de gebeurtenissen in Transvaal, gedurende de jaren 1860 tot 1877, - van het sluiten der Lijdenburgsche Conventie tot op de annexatie door Engeland. Toch is het, tot recht verstand dier annexatie, en der behoorlijke waardeering der gronden, waarop die door Engeland is gerechtvaardigd, en door de Boeren is tegengestaan, onmisbaar noodig om, hoe beknopt ook, de gebeurtenissen aan te | |
[pagina 432]
| |
stippen, die haar zijn voorafgegaan of hebben voorbereid. Daartoe moet een enkele blik geslagen worden op den toestand der Republiek, van 1860 tot 1877 en nota worden genomen van de beschuldigingen, die tegen de Transvalers ingebracht en als zoo vele gronden aangevoerd zijn om de annexatie te rechtvaardigen. De geschiedenis der annexatie zelve, zullen wij vervolgens kortelijk nagaan. |
|