gehoord!
Het komt vanuit de zee; daaraan valt niet te twijfelen! Een zeeslag is aan de gang, of een bombardement heeft plaats, door oorlogsschepen, op de Vlaamse kust!
In een oogwenk ben ik klaar. Geen boord, geen das, dat hoeft niet. Zomaar, in nachthemd en in vage kleren, met ongeregen laarzen, hollend naar beneden en in stormvaart, op de fiets, de hoge duinweg op!
Daar zie ik het, plotseling!...
Ver over de stille, grijze, nevelige zee, die schijnt te slapen, een heel vage lijn, van lage, donkerschimmige scheepsrompen. Het ziet er zo onschuldig uit, het kon net zo goed een flotilje van kalme vissersschuitjes zijn, die hun dagtaak beginnen. Er is, op zulk een grote afstand, geen de minste beweging, noch bedrijvigheid waar te nemen; geen rookzuiltje stijgt aan de einder op en ik begin te denken, dat ik mij vergist heb, als eensklaps een korte, snelle, gele vlam uit al dat grijze en grauwe helder opschiet.
Het geeft je een schok van emotie! Daar straks was het nog vaagheid, twijfel; nu voelt men ineens de wrede, prangende werkelijkheid. Machtig en mysterieus doet het aan. 't Is als een geweldig natuur-element, dat plotseling in actie komt. 't Is of de grote, sterke zee zelf bliksemt en dondert vanuit de grijze, logge diepten van haar nevelige golven.
Daar gaat het, aanhoudend: een dikke, gele vuurstraal, die als een weerlicht uit het grijze van de mist ontvlamt en een hele poos daarna het zwaar gedonder, dat de huizen doet dreunen. Duidelijk voelt men de tocht en de luchttrilling van elke slag. 't Is telkens als eën korte, bruuske windvlaag, die u door de miststille ochtend in 't aangezicht slaat.
De vijand antwoordt, van op de Vlaamse kust; Van zijn kanonnen merkt men niets: alleen heel eventjes de korte vlam, die veel blanker is dan 't vuur van de oorlogsschepen. Dat houdt zo aan, heel lang, met machtig ritme, in 't zachte, stille komen van een heerlijk-schone zomerdag. De zon rijst in het oosten uit de wegrafelende nevels op, heel groot en dof-oranje nog; de leeuwerikjes stijgen jubelend-trilwiekend uit de duinhelm naar de hemel, en op het veld komen de