Antiek
Herinneringen en obsessies. Herinneringen van zolang geleden soms, die steeds terugkeren en op den duur obsessies worden!
Wat heeft het te beduiden, dat geval van de dronken horlogemaker en waarom komt het mij steeds weer obsederen? Is dat 't vertellen waard? Ik geloof het niet. En toch doe ik het. Waarom, weet ik niet!
Hij kwam daar in de eenzame dorpsstraat, met de ouderwetse horlogekast op de rug. Het was op een benauwd-hete augustusnamiddag. Alle mensen waren op de akker bezig met de rijke oogst. Er liepen slechts wat bengels door de straat en ook een heel oud mannetje uit het Armenhuis, met zieke oogjes, open mond en kromme benen.
Daar kwam de dronken horlogemaker met de lange, smalle horlogekast op de rug. Zijn gezicht zag vuurrood en hij lachte laf en waggelde. De koperen slinger van de horloge waggelde zot met hem mee en de geschilderde uurplaat met de wijzers was als een mensengezicht, een oude-wijventronie, die er verwoed uitzag, omdat ze zo als een publiek schandaal door een dronkaard op de rug werd rondgesold.
Hij struikelde tegen een steen en viel. De lange, houten kast kraakte hol en de slinger rammelde trillend, met koperen klank. De wijzers versprongen.
Daar lag hij, de dronken horlogemaker! Mooi werk, zo 'n oude klok te repareren! De bengels drongen schaterend om hem heen en het oud mannetje uit 't Armenhuis bleef roerloos op zijn kromme benen staan, steunend op zijn stokje, de mond half open, de oogjes siepelend.
Een van de bengels gaf een schop op de horlogekast. De dronken horlogemaker keerde zich op de grond half om.