- Oele,... zei ik zacht, - 'k hè doar hueren zeggen dat Donder in lijke ligt. Zoe 'k hem nie nog ne kier meugen zien! - O, ba joa 'g meniere; antwoordde zij vriendelijk, - kom gij moar binnen.
- Wa heet hij toch g'had! vroeg ik met gedempte stem, terwijl ik haar volgde.
- O, hij was al zue lange ziek, meniere; 't es 'n geluk veur hem dat hij uit 't lijjen es.
Ik boog onder het lage deurtje, kwam in een keukentje met lage balken, waar ik mij haast niet recht kon houden, volgde haar op de tenen in het kamertje daarnaast.
Daar lag hij, in het lage, gore, brede bed... Zijn ogen waren dicht en zijn handen gevouwen. Zijn kop was als van bewerkt ivoor en deed denken aan een martelaar of heilige. Zijn uitgemergeld lichaam, vroeger zo fors, vormde ternauwernood een lange, smalle hoogte in het lage ledikant. Naast hem, op een tafeltje, stond een klein kruisbeeldje, met wijwatervat en palmtakje.
Een vreemde emotie greep mij aan. Was dát de wijdgeduchte kerel, die zoveel jaren lang de ganse streek deed beven! Die fijne, uitgeteerde handen, met de doorschijnend wasgele vingerstokjes, waren dát de geweldige knuisten, die ijzer kromden, of die vrouwen dwongen met geweld, wanneer ze niet vrijwillig of gelaten toestemden!... Die lippen, die voor altijd gesloten, dunne lippen, ternauwernood een streepje nog, waren dat dezelfde lippen, die wreed zongen van Napoleon op Sint-Helena, of obsceen en gemeen van de Horlogestiel en de Konijnejacht?
Ik keek en mijmerde, ontroerd en vol herinneringen. Hoeveel honderden of duizenden kippen en konijnen had hij helpen stelen of gestolen? Hoeveel hazen en patrijzen gestroopt, gesleept of geschoten? Hoeveel vijvers van kastelen leeggevist en hoeveel rijke boeren geterroriseerd, bij nachte, vermomd en het gezicht roetzwart gemaakt, om niet herkend te worden? Hij zette hun 't mes op de keel en eiste hun verborgen geld; en zij gaven het hem smekend en bevend voor hun leven. Dan kon hij soms weken lang drinken en brassen. Zo was hij geweest; dat had hij gedaan; en daar lag hij nu, roerloos als een mummie.