roze, de gele, met felrood pannendak en groene luikjes en wij houden weldra stil op 't pleintje vóór de kerk, waar enkele deftiger woningen staan en enige herbergen, die van ouds bekende namen dragen: In den Groenen Boomgaard, In den Dubbelen Arend, In het Huis van Commercie, In de Hope van Vrede, In den Leeuw van Vlaanderen.
Te weinig mensen waarderen de gemoedelijke poëzie en de gezellige intimiteit van de stoomtram. Die moest in eer hersteld worden; en de trein, het lelijke, praktische monster, vernederd.
Zo zat ik dus, voor mijn genoegen, op de stoomtram en reed ermee, genietend en bewonderend, door 't hart van Vlaanderen. De geuren van de lente kwamen door de open raampjes naar mij toegewaaid; en waar het ding bij kleine haltes stilhield, hoorde ik de vogels zingen over 't groene veld, onder de blauwe, zonnetintelende hemel. Zo kwamen wij bij een onaanzienlijk maar schilderachtig gehucht van slechts enkele tientallen boerderijtjes en huisjes, waar het stoomtrammetje achter omreed. Aan de voorkant lag vermoedelijk een steenweg; maar zo, langs achter bekeken, was het dingetje van niemendal waarschijnlijk veel aardiger: het was één en al verrukking van bouwvallige krotjes met fris-bloeiende fruitbomen: hier een roze perzik, dáár een kersenboompje, glinsterwit als een jong bruidje; ginds verder, bij een vermolmde, houten pomp, een reuze-pereboom zó overvloedig beladen met neerhangende, witte bloesems, dat het wel leek of men hem voor de grap in watten had gehuld. Ik helde plotseling met een ruk uit het raampje om te bewonderen en, op datzelfde ogenblik, als in een weerlicht, gebeurde het: een wielrijder, die uit een steegje kwam en dwars over 't spoof wou steken, op het moment zelf, dat de stoomtram er langs reed!
Een ondeelbaar ogenblik, een weerlicht! Maar in dat korte weerlicht, terwijl de stoomtram rakelings langs reed, zag ik alles: het krijtwit gezicht van de man, zijn van doodsangst puilende ogen, zijn mond, die open stond als om te gillen en geen enkele klank uitte; het voorwiel van zijn fiets, die zacht opzij geschoven werd; en 't stuur, dat uit zijn beide sid-