pleit het
in haar voordeel, dat zij genoeg van hem heeft. Om de gulle waarheid te zeggen,
- wanneer Ruardi beweert dat de hollandsche vrouwen niet mooi of niet teeder
zijn, geloof ik dat hij doet als de vos in de fabel, en hij de druiven, die hem
te hoog hangen, zuur noemt. Hij zou wel anders spreken, verbeeld ik mij, indien
Lidewyde van hem gediend was! Maar zij heeft groot gelijk dat zij dien
gesublimeerden commis-voyageur, - want meer dan een commis-voyageur onder het
masker van een wijsgeer is hij toch eigenlijk niet, - van zich afhoudt.’
André zou meer fierheid en meer bekwaamheid ten toon gespreid hebben, indien hij
onder een voegzamen vorm een gedeelte van deze denkbeelden voorgedragen had in
Ruardi's bijzijn, en elk moet het afkeuren dat zijne gemaakte minachting voor
den docter ten slotte hare meest geconcentreerde uitdrukking vond in eene
insolentie. Doch de Kortenaers der 19de eeuw zijn minder
dapper en hebben minder tegenwoordigheid van geest dan hun stamvader, en wanneer
de bron hunner argumenten uitgeput is, of niet vloeijen wil, vergenoegen zij
zich somwijlen met beleedigende bijnamen. De omstandigheid dat Ruardi een
bovenhuis bewoonde was dan ook noch de eenige, noch de voornaamste reden dat
André's gevatheid eerst aan het licht kwam, toen hij 'sdokters trap