Het land van Rembrand
(1882-1884)–Cd. Busken Huet– AuteursrechtvrijStudiën over de Noordnederlandsche beschaving in de zeventiende eeuw
[pagina 197]
| |
II [De scolastiek in de schilderkunst]Geestig en naar waarheid heeft men van de scolastiek gezegd dat zij bij hare geboorte rimpels in het voorhoofd droeg, en die teekenen van ouderdom allengs verdwenen zijn, naarmate zij, vreemd genoeg, toenam in leeftijdGa naar voetnoot1.In eene eeuw zonder historische, zonder feiten- en zonder teksten-kennis, toen het natuurlijk geweest zou zijn de bespiegeling voorshands uit te stellen en zich tot het verzamelen van gegevens te bepalen, is men over ‘het wezen der dingen’ gaan redeneren, over ‘het heelal’, over het ‘zijn’, over ‘de waarde van het menschelijk kenvermogen’. Op hetzelfde oogenblik dat men aan den leiband der kerkleer liep, wierp men, als geniale schoolknapen plegen te doen, de afgetrokkenste vraagstukken der logica op. Men schermde met het gezag van een grieksch wijsgeer der oudheid, doch kende zijne geschriften aanvankelijk slechts uit de tweede of derde hand. Met omkeering der orde welke eene wetenschappelijke methode zou voorgeschreven hebben, begon men met het einde, en plaatste het hoofd van een grijsaard op den romp van een zuigelingGa naar voetnoot2. Van Dante echter kunnen wij leeren, en van de italiaansche fresco-schilders onmiddellijk na hem, dat deze schijnbare haarkloverijen eenmaal levenskwestien | |
[pagina 198]
| |
geweest zijn, en zij, met niet minder regt dan in onzen tijd de wijsgeerige beweging van Kant tot Schopenhauer, de gemoederen vervuld hebbenGa naar voetnoot1. In het Louvre-muzeum te Parijs, afdeeling oude italiaansche kunst, bevindt zich eene betrekkelijk jonge schilderij van middelbaren omvang en middelmatige schoonheidGa naar voetnoot2, voorstellend den triomf of de apotheose van Thomas van Aquino. Lichtstralen uit den hemel schieten neder op het hoofd van den middeneeuwschen theoloog. Andere stralen, voortkomend uit een op Thomas' knieën opengeslagen boek (een deel zijner eigen werken) verlichten de schedels der leden van een godgeleerd koncilie, gehouden in 1265. Aan Thomas' voeten ligt een verslagen vijand uitgestrekt, door baard en kleederdragt den vreemdeling verradend: de spaansch-arabische wijsgeer Averroës (Ibn Roschd, 1120-1198), wiens naam in de midden-eeuwen, door eene zonderlinge begripsverwarring, het toppunt der ketterij heeft aangeduid. Wanneer men de oneerbiedige penteekeningen beziet, waarmede Holbein in de eerste jaren der 16de eeuw een exemplaar van Erasmus' Lof der dwaasheid versierdeGa naar voetnoot3; die lachwekkende karikaturen van midden- | |
[pagina 199]
| |
eeuwsche universiteits-professoren, weggedoken in ongenaakbare katheders, uit onmogelijke handboeken een stelsel van logische hiëroglyfen onderwijzend; dan vraagt men: kan er een tijd geweest zijn toen ditzelfde onderwijs de kunst bezielde, en meesters van den eersten rang naar het penseel deed grijpen? Het paneel van het Louvre-muzeum, toegeschreven aan een leerling van Fra Angelico, vormt zoo weinig eene op zichzelf staande kuriositeit, dat de maker slechts eene verkleinde herhaling heeft geleverd van een beroemd en meer dan honderd jaren ouder fresco, nog voorhanden in de H. Katharina-kerk te Pisa. Andere fresco's, in het pisasche Campo Santo, nog andere in de florentijnsche Maria Novella-kerk, allen uit de eerste helft der 14de eeuw (1335-1340), voltooijen het betoogGa naar voetnoot1. Het middeneeuwsch denken is een wedstrijd van hartstogtelijk beminde wijsgeerige stelsels geweest, waaruit eene met den naam van Thomas van Aquino gestempelde kerkleer zegevierend te voorschijn is getreden. Hetgeen men destijds voor waarheid hield is met de pen in de vuist veroverd op de stoutste ontkenningen. Als op een ander Kapitool zijn de overwinnaars in dien kamp der geesten, door hunne volgelingen met lauweren gekroond niet alleen, maar met heiligekransen versierd. |
|