Het land van Rembrand
(1882-1884)–Cd. Busken Huet– AuteursrechtvrijStudiën over de Noordnederlandsche beschaving in de zeventiende eeuw
XI [Byzantijnsche berigten. Nicétas]Voor de geletterde, verwijfde, onstrijdhaftige ‘Romeinen van het Oosten’, gelijk de grieksche christenen zichzelven noemden, - lieden met vele en groote ondeugden, maar geen gulzigaards, - waren de grove spijzen en de vraatzucht der kruisvaarders voorwerpen van verwondering. Nicétas van Konstantinopel, die, wanneer het geldt de lafhartigheid zijner landgenooten, hunne hebzucht, hunne trouweloosheid of hunne wreedheid te berispen, hen niet spaart; die bovenal de onversaagdheid en de hoogere militaire bekwaamheden der kruisvaarders bewondert; ziet niettemin in dezen slechts barbaren. Het | |
[pagina 76]
| |
bevreemdt hem niet het meest dat zij na het plunderen der schoone stad aan den Bosporus geheele dagen aan tafel zitten, maar dat er zoovelen onder hen gevonden worden die de levantijnsche lekkernijen schijnen te versmaden. ‘Naar het gebruik van hun land aten dezen niets dan gekookt rundvleesch, gezouten spek met knoflook, en gewreven boonen, overgoten met eene sterkgekruide saus.’Ga naar voetnoot1 Aan hun uitwendig voorkomen ontbreekt in zijne schatting de achtbaarheid; zelfs bij de geestelijken. Het ergert hem dat de patriarch van Venetie in de straten van Konstantinopel zich vertoont gelijk hij doet: ‘in een gewaad zoo sluitend, dat het hem aan het lijf geplakt scheen; te naauwernood met een weinig ruimte aan de polsen en over de borst; de kin zoo zorgvuldig geschoren, dat hij een baardelooze knaap geleek.’Ga naar voetnoot2 Wanneer de Ouden, filosofeert of fantaseert Nicétas, een beslissenden veldslag gewonnen hadden, dan waren zij de onstandvastigheid van het ondermaansche indachtig, en vermeden den haat tusschen volk en volk te bestendigen. Zij vervaardigden geen andere trofeën dan van hout, opdat de tijd ze des te sneller zou doen vergaan. ‘Maar de barbaren, van welke God zich als een werktuig bediend heeft om onze misdaden te straffen, hebben tot vereeuwiging hunner zegepralen duurzamer trofeën uitgedacht: in puin verkeerde steden en te gronde gerigte provinciën.’Ga naar voetnoot3 | |
[pagina 77]
| |
Nicétas beschouwt de eeuw der kruistogten als eene eeuw van soldaten-heerschappij, en ziet in de graven en baronnen van het Westen bovenal militairen; bovenal ‘lieden die de dapperheid tot eene afzonderlijke deugd verheven hebben, en niet verdragen kunnen dat anderen hun die betwisten’; lieden ‘zonder kennis aan de Bevalligheden of de Muzen, onbeschaafd, lomp, alleen voortgedreven door hartstogten.’Ga naar voetnoot1 Met walging woont hij te Konstantinopel hunne vastenavond-kluchten bij, wanneer zij, gekostumeerde en zinnebeeldige optogten houdend, de hoofden hunner paarden met grieksche spotkapsels versieren, en zelven, in grieksche spotgewaden gestoken, flesschen inkt ten toon dragen, inktkokers, rollen perkament, parodien van den volksaard der Byzantijnen, in wie zij hunnerzijds slechts letterblokkers en pennelikkers zien. Zelfs wanneer zij schertsen voor een keer, vindt hij, dan verloochenen de kruisvaarders hunne ruwheid niet.Ga naar voetnoot2 Aan hunne vroomheid gelooft hij niet; en hoe zou hij? Met eigen oogen heeft hij aanschouwd welke heiligschennis, door deze zich noemende keurbende der christenheid, in zijne dierbare Sint Sofiakerk gepleegd is. De gewijde beelden hebben zij stukgeslagen, de relieken der martelaren in de goot geworpen, de altaar-kelken van hunne juweelen beroofd, de offerschalen als bierkroezen gebezigd, het lot geworpen over den mantel, Jezus Christus van de schouderen gescheurd. Op paarden en muildieren hebben zij in het voorportaal der kerk de gestolen goud- en zilverwerken getast; | |
[pagina 78]
| |
toen de gladheid van den marmeren vloer de dieren deed storten, met degenstooten dezen tot opstaan gepord; door hun bloed en hunne uitwerpselen het heiligdom verontreinigd. De nonnen in de kloosters zijn door hen niet ontzien. Zij hebben gedoogd dat van den kansel van Sint Sofia eene straatmeid ontuchtige liederen zong, en zij een dans uitvoerde in de kerk!Ga naar voetnoot1 |
|