Bloem-hof, verciert met geestelijcke lof-sangen
(1659)–Albertus Buitendyck– AuteursrechtvrijOp de voorgaende Wijze: Ofte, Ons Speel-jacht nu al reede leydt.1. WEst-enders,
Enchuysers, volght na u Patroon;
't Hemelrijck boven al wilt minnen,
Van sonden houdt u zielen schoon,
U lusten dwinght, en quade sinnen.
2. Hoovaerdigheyt haet, ende schout,
Helpt ende bystaet uwen Armen;
't Roomsch geloof beleeft, ende houdt,
d' Heer over u, dan sal ontfarmen.
| |
[pagina 300]
| |
3. West-enders,
Enchuysers, viert altijdt sijn Feest,
En wilt geensins dan oyt arbeyden;
Godts plaets besoeckt met Lijf en Geest,
Hier van en laet u noyt verleyden.
4. Heylige Gommaer! Waerde Vrint,
Door u gebedt, wilt ons verwerven,
Dat ons Godt bequaem ons vindt,
Om sijn glory te mogen erven.
5. Wy smeecken u Heer met ootmoedt:
Gunt ons in 't eynde van ons leven, Te hooren uwen woorde soet,
Gommers Hemels vreught, sal 'k u geven.
|
|