Inleiding
Nu eindelijk deze ‘Naamlijst’ de wereld in gaat, zij het de bewerker vergund, een enkel woord vooraf te geven.
Reeds in 1939 persklaar, werd met afdrukken begonnen. De oorlog bracht stagnatie, en in 1944 gingen bij het bombardement van Arnhem copie en reeds afgedrukte vellen verloren. Zo moest het gehele werk opnieuw naar de, gelukkig nog in zijn bezit zijnde aantekeningen en gegevens gereed gemaakt worden.
En nu iets over het werk zelf.
De jaartallen 1600 en 1815 heeft de bewerker niet willekeurig gekozen. Het eerste sluit niet slechts de zestiende eeuw, een overgangsperiode, af, doch is tevens het begin van onze feitelijke onafhankelijkheid. (Slag bij Nieuwpoort.) Het tweede, waarmee het Koninkrijk der Nederlanden zijn aanvang neemt, beëindigt niet alleen een tijdperk van overgang, maar is ook het begin van een nieuwe tijd, die scherp van de oude gescheiden is. (De oude ‘volksboeken’ werden voor het laatst ongeveer 1819 herdrukt.)
Voor de rover- en verschrikkingsromans heeft de bewerker een uitzondering gemaakt, en deze nog een aantal jaren na 1815 opgenomen. Vooreerst, omdat dit genre nog in volle bloei was, ten tweede daar anders Clara Reeve, Anna Radcliffe en William Beckford (als ook een der zeer weinige navolgers van deze laatste) buiten dit werk zouden vallen.
Werken van reeds opgenomen schrijvers, na 1815 verschenen, zijn natuurlijk vermeld, evenals de herdrukken in de 19e en 20e eeuw, voor zover bekend.
Onder werken, als men hier vindt, komen soms ‘grensgevallen’ voor, die aanleiding geven tot de moeilijkheid: Zal men ze al of niet opnemen. Persoonlijk inzicht moet dan beslissen, en enige willekeur is dus niet te vermijden. Iedere beslissing is echter na ampele overweging genomen.
Indien de bewerker een boek niet gezien heeft, wordt dit vermeld en de bron aangewezen.
De titels zijn volledig opgegeven. Bij sommige boeken, die voor 25 à 30 jaar gezien zijn, is dit niet altijd het geval. De soms zeer grote zeldzaamheid is daar de oorzaak van. De bewerker betreurt dit, doch moest zich in het onvermijdelijke schikken. Bij enkele veel voorkomende woorden heeft hij de vrijheid genomen te verkorten.
Volksboeken in eigenlijke zin vindt men in dit werk niet, daar deze een speciaal onderzoek eisen. Ditzelfde geldt ook voor de Amadis- en Palmarijnromans, evenals voor de stichtelijke lectuur.
Naar volledigheid is gestreefd. Bereikt is ze echter niet, zoals de