zijn verzameling een enger kader gekozen. Terwijl Muller ook de populaire werken over theologie en moraal, over geschiedenis en aardrijkskunde verzamelde, beperkt de Heer Buisman zich tot de populaire belletrie van de XVIIe en XVIIIe eeuw, de romans, novellen, verhalen, sprookjes enz., waarbij hij ook veelgelezen werken opneemt van schrijvers, die tot de ‘hogere’ litteratuur behoren. Twee genres, die volgens hem een afzonderlijke behandeling verdienen, zijn uitgesloten: de volksboeken (hierover bezitten wij thans het werk van Dr. Debaene) en de Amadis-romans. Bijzondere aandacht daarentegen besteedt hij aan de ‘roman noir’, waarvan ook de XIXe-eeuwse specimina beschreven worden.
't Was de begaafde antiquaar S. Israel - ook hij zou een slachtoffer van het bruut geweld worden - die de Heer Buisman overreedde om zijn titelbeschrijvingen, waaronder vele die nergens elders te vinden waren, tot een boek te verenigen. Dit geschiedde, het boek werd in 1939 gezet, doch kon gedurende de oorlog niet uitgegeven worden. Bij de strijd om Arnhem ging het zetsel geheel verloren.
Met benijdenswaardige energie is de Heer Buisman na de bevrijding opnieuw aan het werk gegaan. Zijn aantekeningen heeft hij wederom verzameld en aangevuld. Daarbij deden zich verschillende moeilijkheden voor: deze beschrijvingen waren oorspronkelijk niet bestemd om gedrukt te worden; in de loop van 35 jaren verzamelen waren allerlei oneffenheden in de beschrijvingen ingeslopen en, tenslotte, een aantal werken, die de verzamelaar op veilingen en bij particulieren gezien had, bleken niet meer te achterhalen. Teneinde de gegevens zo betrouwbaar mogelijk te maken, heeft de Heer F.J. Dubiez zich belast met de moeizame taak om na te gaan welke van de vermelde boeken in een der openbare Nederlandse bibliotheken aanwezig zijn, en vervolgens deze exemplaren vergeleken met de beschrijvingen van de Heer Buisman.
Uitdrukkelijk moge er de aandacht op gevestigd worden, dat dit boek niet de pretentie heeft een bibliografie te zijn. Het beoogt niet een volledige opgave te bieden van alle boeken die op dit gebied verschenen zijn. Evenmin maakt het er aanspraak op, dat alle geboden beschrijvingen bibliografisch volmaakt zijn. Oneffenheden waren, zoals gezegd, niet te vermijden en ondanks alle zorg zijn er stellig fouten gemaakt. In weerwil van de bezwaren, die men tegen dit werk zal kunnen aanvoeren, en van de onvolmaaktheden, die het ongetwijfeld aankleven, heb ik gemeend de uitgave van dit boek zo krachtig mogelijk te ondersteunen, niet alleen uit sympathie voor de verdienstelijke verzamelaar Buisman en zijn onvermoeibare medewerker Dubiez, maar vooral, omdat dit boek, naar mijn overtuiging, een waardevolle bijdrage biedt voor de kennis van een vergeten hoofdstuk van onze litteratuurgeschiedenis en een verborgen hoek van onze nationale boekenschat aan het licht brengt.
H. De la Fontaine Verwey.