L
Landjuweel van het begin der vijftiende tot ongeveer de helft der zeventiende eeuw: feestelijke wedstrijd tussen rederijkerskamers, waarbij spelen van sinnen en sotternieën werden gespeeld en refereinen voorgedragen; voor de diverse afdelingen werden prijzen ter beschikking gesteld.
Leerdicht zie: Didactische poëzie
Legende in de poëzie: oorspronkelijk: verhalend gedicht over een heilige, een wonder of een heilig voorwerp, bijv. Beatrijs. Later, bij uitbreiding: verhalend gedicht over een op volksoverlevering berustend feit of voorval, bijv. de Nederlandsche Legenden van Jacob van Lennep. In de poëzie van deze eeuw o.a. bij de Amerikaan Mark Van Doren: The Mayfield Deer (1941).
Leich aanvankelijk: door muziek en ritmische bewegingen begeleid Oud-Germaans en later ook Middelhoogduits koorlied; later (12e-14e eeuw): lyrische versvorm gebouwd uit strofen van zeer uiteenlopende omvang, zonder vast maat- of rijmschema en zowel voor dans- en minnepoëzie als voor religieuze verzen gebruikt, speciaal door de Minnesänger, w.o. Walter von der Vogelweide, Ulrich von Lichtenstein en Konrad von Würzberg.
Leis in de middeleeuwen: geestelijk lied met refrein; later: geestelijk lied in het algemeen, inzonderheid: Kerstlied. De naam stamt van het refrein Kyrie eleison (Erbarm U, Heer).
Lekedichtjes godsdienstige epigrammen over allerlei reli-