have some several causations), by way of the poem itself to, all the way over to, the reader. Okay. Then the poem itself must, at all points, be a high-energy construct and, at all point, an energy-discharge.’
Klinkdicht zie: Sonnet
Klinkerrijm zie: Assonance
Klucht kort toneelstuk waarin een komisch voorval uit het dagelijks leven op boertige wijze behandeld wordt, voortgekomen uit de middeleeuwse sotternieën, esbatementen en cluyten en zelf een overgangsvorm naar het latere blijspel. Enkele bekende kluchten zijn Huygens' Trijntje Cornelis, Breero's Klucht van de Koe en Focquenbrochs Klucht van de Quacksalver.
Kluchtboek vijftiende en vooral zestiende eeuwse volksboeken met kluchtige verhalen.
Kniedicht bij rederijkerswedstrijden: vers dat ‘op de knie’ geschreven moest worden in antwoord op een door de leiding vastgestelde versregel, werd beoordeeld op kwaliteit en snelheid van ontstaan.
Knittelvers met opzet onbeholpen (vooral metrisch stuntelig) geschreven verzen. In onze poëzie bij De Schoolmeester, maar ook in deze ‘Palinodie’, van J. Slauerhoff, het tweede gedicht van ‘De Ardennen, Een (gebroken) Sonnettenkrans, door Jacquelin’:
De Amblève, die zachtzinnig zinnelijk ruischte...
Wat stond het nevelhemd met spitse kant van dennen
Den heuvelboezems goed. De maan scheen, een der kuischten
Die ooit glimlachte over de ongerepte Ardennen.
Mijn reisgezellin zuchtte: een niet te miskennen
Vermaning tot mijn plicht. Tweestrijd. Was dit wel 't juiste
Terrein voor honigmaan die tegen der Ardennen
Zedige traditiën toch te zeer indruischte?