J
Jambe uit twee lettergrepen bestaande versvoet waarvan de tweede de klemtoon heeft. Een uit zes jamben bestaande regel noemt men een alexandrijn; wanneer, zoals in het klassieke Griekse drama, de eerste, derde en vijfde voet door een spondee, een dactylus of een tribrachus vervangen mogen worden, spreekt men van een jambische trimeter. De jambe is de meest gebruikte versvoet in onze dichtkunst, omdat hij het sterkst in onze spreektaal verankerd ligt; gewone zinnen als: ‘Wij gaan vanavond naar de bioscoop’, of: ‘Ik moet nog even sigaretten halen’, zijn vijfvoetige jamben (de laatste een hypercatalectische). Ook in de Engelse poëzie verreweg de meest gebruikte versvoet.
Van kletsen houdt ze niet - ze discussiéért
en stelt de dingen scherp en principieel.
Ze ziet het zó en kan maar voor een deel
accoord gaan met hetgeen u hebt beweerd.
Karel Bralleput ‘De Jongere’
Jongleurs in de middeleeuwse Franse en speciaal Provençaalse poëzie: rondtrekkende speellieden die leefden van het met muziekbegeleiding voordragen van poëzie, inzonderheid de chansons de geste.
Juweel prijs die uitgeloofd werd op een landjuweel, zie aldaar.