zolang de geestdrift om de ruimten spant
een firmament van intellect en droom.
Boerden in de late middeleeuwen zeer geliefde komische verhalen op rijm, veelal grof van toon en met een scabreuze inslag, die door rondtrekkende minnestrelen werden voorgedragen en in hun realisme vooruitlopen op het realisme van zeventiende eeuwers als Breero en Jan Steen. De term wordt soms ook gebruikt voor de uit de boerden voortgekomen kluchten, de sotternieën.
Boutade humoristische of ironische uiting van misnoegen; de bekendste Nederlandse dichterlijke boutade is De Genestets O land van mest en mist...
Bouts-rimés vooraf opgegeven rijmwoorden, op basis waarvan een gedicht moet worden geschreven, dat dan ook de naam bout-rimé draagt. Het vervaardigen ervan was in de zeventiende eeuw in Frankrijk in mondaine kringen en onder de ‘Précieuses’ een geliefkoosd gezelschapsspel. De dichters waren soms vrij in hun onderwerp, soms was dit eveneens opgegeven.
Brachylogie sterk ineengedrongen spreek- of schrijfwijze, bijv. Caesars: veni, vidi, vici: ik kwam, zag, overwon. Ook: stijlfiguur waarbij men zinsdelen weglaat om een zo groot mogelijke bondigheid te bereiken: eind goed, al goed.
Breve het teken, weergegeven als ̆, dat de tijdsduur aangeeft van een korte lettergreep in kwantitatieve poëzie.
Britse romans ook genaamd: Arthur-romans, sagen rond de legendarische koning Arthur, die in de zesde eeuw de Britten zou hebben aangevoerd tegen de Angelen en Saksen, in de middeleeuwen zeer populair als de figuur waaromheen zich de ridders van de Ronde Tafel groeperen. De Arthur-poëzie bloeide vooral in Frankrijk (Chrétien de Troyes) en in Duitsland (Wolfram von Eschenbach). Engeland beleefde een nabloei met het in proza geschreven