Reizen van Cornelis de Bruyn door de vermaardste deelen van Klein Asia, de eylanden Scio, Rhodus, Cyprus, Metelino, Stanchio, &c., mitsgaders de voornaamste steden van Aegypten, Syrien en Palestina
(2014)–Cornelis de Bruyn– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 150]
| |
[Overwinningsparade van de Grootvizier in Constantinopel]Onder alle de gedenkweerdige dingen welke ik te Constantinopolen gezien heb, moet ik ook niet vergeeten de zegenpraalende intrede van den Grooten Vizir Kara Mustapha bassa. Hy keerde weder van Segryn in Muskovien, welke plaats hy veroverd had.[BA/77] ’t Gerucht liep dat er den Grooten Heer zelve by zou wezen, ‘tgeen derhalven te grooter nieusgierigheid verwekte. Doch het wierd onwaar bevonden. Ik begaf my dan, op d’aanbieding van den heer Coljers, doenmaals resident doch kort daarna ambassadeur wegens Haar Hoogmogende aan de Porta, Ga naar voetnoot+ welke van voornemen was zich met zyn gantsche gevolg ten dien eynde na Constantinopolen te vervoegen, onder hetzelve. Ga naar voetnoot+ Wy vertrokken omtrent twee uuren voor den morgenstond uit Pera en namen ons verblyf in een straat, daar den heer resident uitdrukkelyk een huis voor zich en zyn gevolg had doen bereyden, ter oorzaak dat er de vizir met zyn krygsvolk door most trekken. d’Intrede geschiedde omtrent drie uuren voor den middag en was zeer lustig. Vooraan kwam de ruytery heel geestig en half op zyn antyks toegerust, zynde de meeste bovenkleederen van verscheyde koleuren, altemaal van zeer kostelyke zyde, en de monteeringe Ga naar voetnoot+ ongemeen rykelyk, welke verscheidenheid van koleuren, zo misselyk Ga naar voetnoot+ door malkander geschakeert, een aangename vertooninge maakte. ’t Voetvolk, meestendeel janitzers, deed zich ook heel cierlyk op, hebbende zich op een zo vreemde wys toegetakeld dat ik lust kreeg om er eenige van te teekenen, daar ik gelegentheid toe had, dewyl zy nu en dan, ter oorzaak van het groot getal, genootzaakt waaren stil te blyven staan. Boven allen behaagde my een kok van den Grooten Heer, zeer geestig rondom het lyf behangen met eenige snuysteryen van zilver, mitsgaders een meenigte van bellen en koksgereedschap, daar hy door de schielyke en geweldige beweeginge van zyn lighaam, vermengt met zyn vervaarlyk schreeuwen en juychen, een vreemd geluid mee maakte. Van plaats tot plaats, tusschen de benden, wierden verscheyde dingen gedragen, als tulbanden van de voornaamste hoofdofficieren, enz. ’t Getal der krygslieden in ’t geheel wierd geschat op omtrent vyftigduyzend perzoonen, weshalven al vry wat tyds verliep, eer de gantsche sleep voorby getrokken was. ‘k Had er groot genoegen in, doch dit alleen mishaagde my, dat er (voornamentlyk onder het voetvolk) gantsch geen ordre gehouden wierd, loopende bywylen als een koppel schaapen door malkander, zonder ryen of gelederen in acht te nemen of door ymand hierover bestraft te werden. d’Uitgelatene blydschap wegens hunne overwinning maakte hen verwilderd en zou hen ook mogelyk niet veel na hunne bevelhebbers doen luysteren hebben. De strengheid der krygstucht heeft by zodanige gelegentheid geen plaats onder de Turken. | |
Gevaar van den resident Coljers en zyn gevolg, door d’onvoorzigtigheid van eenige zyner dienaarsMaar d’onvoorzichtigheid van eenige der dienaars van den heer resident zou ons dit vermaak haast zeer duur hebben doen betaalen. Gaande na de plaats daar wy onze barken hadden gelaaten, teneynde | |
[pagina 151]
| |
weder na Pera te keeren, ontmoeteden wy in een straat alwaar een der voornaamste Turken zyne wooning had, zommige van desselfs bedienden aan de voorpoort; welke ziende zulken gezelschap van Franken (en daaronder mevrouw de gemalin van den heer resident) op zyn Hollands gekleed, ons eenige scheldwoorden na het hoofd smeeten. Twee of drie der domestyken, redelyk bestooven Ga naar voetnoot+ en derhalven vry wat onbedachter als anders Ga naar voetnoot+ wel geweest zouden zyn – want in Constantinopolen moet men voor deze dingen doov wezen – namen de vrymoedigheid (steunende op het gezag van hunnen heer) van hen op de zelve wys te antwoorden. De Turken vloogen daarop na binnen, kreegen Ga naar voetnoot+ eenige stokken die ze altyd by der hand hebben, en kwamen daarmee op ons af. Dit veroorzaakte een groote verbaastheid. Ga naar voetnoot+ Den heer Coljers, die de landaard by ondervinding had leeren kennen en derhalven wist van wat nasleep dit werk zou hebben konnen wezen, voegde zich met groote voorzichtigheid tusschen beyden, en trachtte hunne gramschap te stillen met de schuld op d’onwetendheid van zyne dienaars te leggen. Mevrouw zyne gemalin benevens mejuffer Clara, hunne dochter die de Turkse taal zeer wel verstaat en op de Turksche wyze gekleed was, voegden haar minnelyke woorden by die van den heer resident, en brachten zo veel teweeg op het verbitterd gemoed der Turken, dat zy zich eindelyk lieten gezeggen en ons met vreede onzen weg vervolgen, niet weinig verheugd dat wy er zo gelukkig afgekomen waaren. Hier zag ik by ondervinding, niettegenstaande ‘tgeen ik van de janitzers en het groot ontzach ‘twelk men hen toedraagd, gezegt heb, hoe weinig zy zomtyds konnen uitrechten. Ga naar voetnoot+ Want de Turken luisterden er zo weinig na alsof zy er niet eens by geweest waren, en verre van hunne stokken te gebruiken, gaven zy de beste woorden die ze geleerd hadden. Doch ik moet ook dit tot hunne verschooning zeggen, dat ze wel voorzagen, indien wy handgemeen waren geworden, dat ons leven door de groote toevloeying van andere Turken in een baarblykelyk Ga naar voetnoot+ gevaar geweest zou zyn. Dit voorval deed my het besluit nemen van nooit meer in het toekomende met zo sterken gezelschap het een of ’t ander te zullen gaan bezichtigen. | |
Vuurwerk voor den Grooten Heer ontstokenMet veel minder gevaar, hoewel op een periculeuse post, Ga naar voetnoot+ woonde ik ook by het vermaak van een vuurwerk, ‘tgeen door twee myner vrienden, uitdrukkelyk ten dien einde van Smirna gekomen, tot verlustiging van den Grooten Heer vervaardigd was. ’t Geschiedde by gelegentheid dat zy te Smirna eenige vreugdeteekenen van die natuur Ga naar voetnoot+ over de vreede tusschen de Franschen en de Hollanders hadden aangerecht, welke den Turken zo wel bevielen dat er zelfs het gerucht ter ooren van den Grooten Heer af geraakte. De vorst, van natuure nieuwsgierig, deed hen aanstonds ontbieden opdat hy ook yts diergelyks van hunne konst mocht zien. ’t Vuurwerk vervaardigd, en de tyd om het aan te steeken bestemd zynde, maakte ik my gereed om er mede het plaizier van te hebben, temeer dewyl er zeer zelden gelegentheden voorkomen, dat men omtrent eenig lusthuis van den Grooten Heer, wanneer hy er zich met eenig zyner sultanes bevind, vermag te naderen. Een der vuurwerkers, die het cancelierschap der Hollandsche natie te Smirna bekleedde, was weder derwaarts vertrokken, zulks dat de gantsche zorg nu op den anderen alleen, Rogier van Cleef geheeten, berustte. Wy begaven ons dan des avonds in de bark en roeiden tot voor het Spiegel-serrail, zynde een lusthuis van des Grooten Heers bywyven. Op het gebod van den vorst maakte men zich gereed. Ondertusschen plaatste hy zich met de sultana of ‘keizerin’ op de sopha om het ontsteeken der vuurwerken door de vensters t’aanschouwen. | |
[pagina 152]
| |
De nieuwsgierigheid of ik ook mogelyk yts zou konnen zien, deed my d’oogen nergens anders na wenden. Wy lagen dicht genoeg, zulks dat men bequamelyk de stemmen kon ondescheyden, zynde altemaal (uitgezonderd die van den Grooten Heer) vrouwelyke, waaruit ik dan besloot dat deze stoet van dames welke rondom de sopha stonden, van het gevolg der sultana moest zyn. Doch dewyl het licht niet groot genoeg was, kan ik niet zeggen yts anders daarvan gezien te hebben als een gewemel en het geflikker der kostelyke kleederen. Wat het vuurwerk belangt, ’t was schoon, en moet de juffers van het serrail heel wel behaagd hebben, want op yder slag der waterballen, welke by de Turken niet in gebruik zyn, ontstond een geschater van lagchen, gelyk ook op het slaan van de slag-swaarden daar twee van ’t gezelschap meesterlyk mede speelden. Een gedeelte der bostangis onthield zich middelerwyl Ga naar voetnoot+ aan de waterkant om te bezorgen dat er geene onordentlykheden Ga naar voetnoot+ mochten gepleegd werden. Mogelyk – hoewel ik by deze gelegentheid niet al te veel gezien heb – zal het niemand licht gebeuren zo veel te zien, want dusdanige dingen komen zeer zelden voor te vallen. |
|